Mij een zorg

De pot verwijt de ketel….

Ondanks het feit dat ik me tegenwoordig niet meer zo druk maak om de politieke toestanden in mijn geboorteland, aangezien ik niet het gevoel heb dat ik er ooit enige invloed op heb gehad (en ja, voordat ik nu menig feministe voor het hoofd stoot, ik heb wel altijd gebruik gemaakt van mijn ooit door andere vrouwen met bloed, zweet en tranen verworven stemrecht), moet mij nu toch iets van het hart. Het is namelijk zo dat ik dol ben op taal en ik weet toevallig dat er mensen zijn die weleens moeite hebben met de betekenis of het juiste gebruik van een spreekwoord. Ik zag  zojuist een bericht op een Nederlandse nieuwswebsite, waarin meneer Arie Slob, voorzitter van de Christen Unie, een geweldig voorbeeld tentoonspreidt van het spreekwoord: ‘de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet’. Hij verwijt de PVDA namelijk dat ze op het gebied van zorg “terugwillen, en je moet juist vooruit!”. Nu heb ik nog eens opgezocht wat de ideeën van de ChristenUnie ook alweer zijn op het gebied van zorg. En ik vond precies wat ik al dacht : Arie Slob zou als hij het voor het zeggen had de huidige verworvenheden op gebied van abortus en euthanasie zonder problemen terugdraaien.  

Terug naar Texas, waar ik mij al helemaal niet bezig houd met politiek, behalve dan dat ik het wel grappig en tegelijk ook triest vind om te lezen dat een van de, inmiddels teruggetrokken, republikeinse presidentskandidaten van alles wist te vertellen over Nederland, toevallig ook op gebied van Euthanasie. De beste man stelde namelijk dat Nederlandse bejaarden in angst leven en niet naar een arts durven, omdat ze het risico lopen onvrijwillig geeuthanaseerd te worden. En wat me nog het meest verwonderde, er zijn hier heel veel mensen die dat klakkeloos voor waar aannemen. Achja, de Texaanse volgzaamheid, even vergeten.

Vorige week was het dan zover. Ik werd dertig of zoals ze hier zeggen, ik kreeg bezoek van  ‘The Big 3-0’. Tot mijn schrik ontdekte ik de dag ervoor een knobbel in mijn zij, waarnaar ik een arts wilde laten kijken. Omdat ik echter nooit iets mankeer, had ik niet zo’n haast gemaakt met het inschrijven bij een huisarts. Kortom, ik had nog geen huisarts. En om nou met een knobbel waar ik verder geen last van had naar de eerste hulp te gaan leek me enigszins overdreven. Na overleg met manlief besloot hij even te bellen naar de kliniek waar de jongens ook, of moet ik zeggen wel, staan ingeschreven en tot onze grote verrassing konden we de volgende ochtend, op mijn verjaardag dus, terecht. Dus na het met de jongens bewonderen van de door Martin opgehangen slingers, het openmaken van de kaartjes uit Nederland en een verjaarsontbijt stapten we in de auto op weg naar de dokter. We waren ruim op tijd, maar ik werd direct door de verpleegkundige meegenomen voor controle van lengte, gewicht, bloeddruk, zuurstofgehalte en polsslag. In mijn handen de nog altijd lege zes A4tjes met vragen en te ondertekenen voorwaarden. Nadat de controles waren gedaan bracht ze ons naar het kamertje waar de dokter me zou onderzoeken, alwaar ik tijd zou hebben om de papieren in te vullen. Binnen twee minuten stond de doc al voor mijn neus en de beste man bleek een Nederlandse grootvader gehad te hebben. Na wat gezellig geklets over koetjes en kalfjes bekeek de man mijn knobbel. Hij was er vrijwel zeker van dat het een lipoom was (goedaardige vetbult), maar kon dit pas met zekerheid zeggen als het ding er door een chirurg uit was gehaald. Verder onderzocht hij mijn hart en longen om te concluderen dat daar in elk geval niets mee mis was. In Nederland had ik al lang en breed weer buiten gestaan, want daar heeft de arts exact 10 minuten per patiënt, maar hier werd vervolgens gevraagd of hij nog meer voor me kon doen. De rest van de dag hebben we genoten met z’n viertjes van het mooie weer, de tot mijn verrassing bezorgde bloemen en ballonnen en een dinertje bij Applebees.

Zaterdag zijn we naar de Ikea gegaan om mijn verjaardagscadeau te kopen: de inrichting van mijn massagekamer. Ik ben er superblij mee! Op het moment ben ik aan het overwegen of ik de massagetherapie opleiding hier in Killeen wil gaan doen. Het is een opleiding van anderhalf jaar, mij aangeraden door de verpleegkundige van Scott and White, waarna ik mijn licentie heb om in Texas en meerdere andere staten te werken als massagetherapeut. Ik heb er heel veel zin in, maar het kost een flinke bom duiten en drie avonden per week is niet niks. Wordt vervolgd…

Ik zou gebeld worden door een secretaresse van de chirurgische kliniek zodra ik daar een afspraak kon maken. Duurt dit in Nederland toch zeker een paar maanden, werd ik hier de volgende ochtend (vrijdag) gebeld of ik dinsdag onder het mes wilde. Ik had een afspraak dinsdag om kwart voor drie, Martin had gelukkig vrij kunnen krijgen en de jongens bleven lekker thuis met een Nederlandse vriendin ter plaatse. We waren er al om twee uur, omdat ik ook hier papieren in zou moeten vullen. Nadat we ons gemeld hadden mochten we plaatsnemen in de enorme (vrijwel lege) wachtruimte. Ik zat nog niet of de zuster riep mijn naam al om wederom alle controles te doen en mij naar een kamertje te brengen. De chirurg was er binnen vijf minuten en begon ook een gezellig praatje, de man had duidelijk alle tijd en aandacht. Dat is wel wat anders dan ik van de gemiddelde Nederlandse chirurg gewend ben (en ja, ik heb er vanuit mijn werk nou eenmaal nogal wat ervaring mee). Hij vroeg zich af of Holland dichtbij The Netherlands lag, en of Belgie een mooie Hollandse stad was, en was in zijn nopjes dat hij eindelijk mensen trof die hem daar antwoord op konden geven. Nadat ook hij mijn knobbel had bekeken vertelde hij dat hij die er volgende week wel uit kon halen. Volgende week? Ik was in de veronderstelling dat ik daarvoor vandaag hier zat?! Nadat ik dat had uitgesproken ging hij even overleggen of er tijd was op dit moment, en jawel. Ik mocht verkassen naar de operatietafel. Het technische verhaal van hoe de operatie in zijn werk ging zal ik jullie besparen, het was niet fijn, maar een half uur later stond ik zonder knobbel, met flinke wond weer naast de behandeltafel. Wat ik wel graag met jullie deel is dat ik blij verrast was door de manier waarop de chirurg te werk ging. Hij nam alle tijd, had aandacht voor mij als volledig mens, met al mijn angsten, mijn dagelijks leven, mijn achtergrond en stemde zijn zorg volledig op mij af zonder zijn aandacht voor de technische kant en de hygiëne te laten verslappen. En van deze zorgzame, respectvolle, volledige en kundige behandelwijze kunnen we in de gezondheidszorg in Nederland nog heel wat leren!

Tot slot de jongens. Elian wordt zo snel groot! Hij loopt nu aan een vinger van papa of mama, maar durft het los nog niet aan. Dan kruipt hij liever  en ik geef hem geen ongelijk aangezien hij zo’n tachtig km per uur kan kruipen. Ook begint hij voorzichtig te kletsen (papa, mama, eten, die, nee, boem, bie=beer) en staat hij zijn mannetje waar het stoeien met zijn broer betreft. Hij is momenteel verslaafd aan mandarijnen en borstvoeding en laat duidelijk van zich horen wanneer iets hem niet snel genoeg gaat. (of hij eet de mandarijn alvast met schil en al op, want voordat moeder hem gepeld heeft…) Gelukkig doet de combinatie van azijn met de Texaanse zon wonderen voor witte rompertjes die met oranje mandarijnensap zijn besmeurd.  

Joris voert met ons nog steeds de oorlog om het zindelijk worden. Vanochtend nog bezwoer hij me netjes naar het toilet te gaan, waarna hij er inderdaad een paar keer voor niks of alleen een plas opzat. Helaas eiste hij een luier toen het serieuze werk eraan kwam, onder dreiging van poepen op het tapijt. Praten gaat geweldig, evenals zijn motoriek en hij heeft ook een verslaving: puzzelen. Met gemak legt hij nu puzzels van 48 stukjes, dus binnenkort gaan we maar weer een grotere kopen. De driftbuien lijken verleden tijd en ook het doorslapen ‘s nachts gaat weer beter.

Kortom, we missen jullie, ik doe ff rustig aan met mijn kapotte lijf, maar we maken het goed!

 

blink of an eye

Wat gaat de tijd toch ongelofelijk snel. Onvoorstelbaar dat ik al bijna een half jaar in Texas woon en er dus al een zesde deel van het hele avontuur op heb zitten. Ook de afgelopen twee weken vlogen voorbij, zonder een moment van verveling.

Een weekje nadat Jorinde was vertrokken mochten we Toine en Willemijn verwelkomen. Joris en Elian waren een paar minuten verlegen, om vervolgens de rest van de week te genieten van de aanwezigheid van hun opa en oma van vaders kant. Die hadden allerlei knutselspullen meegenomen, zodat we op eerste paasochtend prachtige paaseieren konden schilderen. En iedereen deed mee, zoals op de foto’s is te zien. Na het versieren van de eitjes vertrokken we met zijn zessen in de auto naar het communitypark, voor een heerlijke paasbrunch met andere Nederlandse gezinnen. Het plan was om de kinderen eieren te laten zoeken, maar aangekomen in het park bleek direct dat we niet de enige groep met dit leuke plan waren. Er was een enorm kerkgenootschap ons voor geweest wat betreft het belegeren van de picknicktafels en het verspreiden van te zoeken paaseieren. Nadat we toch een tafel hadden bemachtigd werden onze kinderen uitgenodigd mee te zoeken naar de eieren van de kerk, maar Joris had inmiddels de glijbaan gevonden en besloot dat die veel interessanter was. Nu was ik hier niet zo rouwig om, aangezien het eieren zoeken er hier iets anders aan toe gaat dan wij in Nederland gewend zijn.

Een fantastisch Amerikaans schouwspel openbaarde zich. De enorme groep kinderen moest zich eerst verzamelen voor een mevrouw op een zeepkist, waarna deze mevrouw de regels uitschreeuwde. Het deed me nog het meest denken aan een grote scoutingbijeenkomst, tenminste dat stel ik me zo voor, want ik ben ook nog nooit op een scoutingbijeenkomst geweest. Een voorbeeld: de vrouw riep  “jullie mogen niet voorbij het lint, want dat is gevaarlijk omdat er auto’s rijden!, Wat mogen jullie niet?” Alle kinderen in koor: “wij mogen niet voorbij het lint” Vrouw: “waarom mogen jullie niet voorbij het lint?” alle kinderen in koor: “omdat het daar gevaarlijk is omdat er auto’s rijden” vrouw: “dus wat gaan jullie niet doen?” alle kinderen in koor: “Wij gaan niet voorbij het lint!”. Keurig natuurlijk, reuzefijn dat al die kindertjes de boodschap zo goed begrepen hebben, maar in mijn ogen toch enigszins griezelig om te zien dat zo’n grote groep kleine mensjes massaal weet wat er van ze verwacht wordt qua ritueel en volledig zonder er ook maar een seconde over na te denken nagilt wat een vrouw op een zeepkist roept. Een voordeel, ik hoef mij niet meer af te vragen waar de enorme (niet altijd even handige, productieve of logische) volgzaamheid van Amerikanen (Texanen) vandaan komt, dat wordt er klaarblijkelijk al heel jong door mevrouwen op zeepkisten ingetetterd.

Vervolgens worden de kinderen losgelaten in een met lint afgezet stuk park, waar het gras niet meer te zien is omdat de grond volledig bezaaid is met felgekleurde plasticeieren. Het is duidelijk niet de bedoeling een ei te zoeken, al zou je het willen er valt niets te zoeken, je struikelt er simpelweg over. Nee, de bedoeling is om zoveel mogelijk van die plasticeieren in je cars- pooh- of hello kittymandje te mikken, voordat je vriendje ze te pakken heeft gekregen. Tot overmaat van ramp zijn die plastic neoneieren gevuld met jellybeans, kleine harde chemische snoepjes vol kleur-, geur- en smaakstoffen. Daar zitten wij Hollanders dan met onze drie-per-kind- hardgekookte-zelfgeschilderde-eieren. Nee, laat Joris dan maar lekker glijden.

Die avond maakte ik zelf Surinaamse roti met massalakip, compleet met hardgekookte eieren. We hebben ervan genoten.

Martin had de hele week vrijgenomen, zodat we maandag naar de grotten in Georgetown konden. Overal langs de Interstate (I35, de snelweg dus) staan borden die voor deze spacecavern reclame maken. Grote dinosaurussen en sabeltandtijgers zijn op die borden afgebeeld, dus wij vertelden Joris dat we naar een grot gingen om dinosaurussen te bekijken. Daar had hij wel oren naar. Het betreden van de grot begon in elk geval spannend, er zat een flinke slang vlak boven ons hoofd op de wand van de ingang. Ik had er meteen geen zin meer in, maar de gids verzekerde ons dat dit een rattenslang was en volledig harmless voor mensen. Op het verste punt in de grot vertelde ze doodleuk dat er toch ook wel gevaarlijke slangen in de grot voorkwamen (ratelslangen bijvoorbeeld), dolletjes. Ondertussen was Joris enthousiast en bloedserieus op zoek naar zijn geliefde ‘dinosausen’. Helaas hebben we die niet gevonden, maar wel wat botten van ooit naar binnen gespoelde of ingevallen prehistorische beesten die een nare dood gestorven zijn doordat ze in een laag modder zo kleverig als pindakaas terecht waren gekomen. Overigens stond alles in de grot in het teken van eten, in elke stalactiet of stalagmiet zag de gids wel een stuk bacon, een ijsje of een hamburger. Nu heb ik al flink wat grotten bezocht, allen in Frankrijk of een ander europees land, maar nog nooit eerder heb ik een gids uitsluitend horen praten over snackvormige gesteentes.

Na het bezoek aan de grot reden we door naar Austin, naar het Zilkerpark. En park met uitgebreide watersportmogelijkheden en een heus treintje met ouderwetse kaartjes. Ook zijn er verschillende speeltuinen. Toen Joris er net lekker aan het spelen was werd ik geplaagd door vervelende wespen en toen ik die eindelijk was kwijtgeraakt bleken er toestanden in het park waarbij traumahelicopters, brandweer en ziekenwagens plus een defibrilator moesten worden ingezet. Dat vond ik dan wel weer interessant, en Joris trouwens ook, maar oma vond het niet zo fijn en we besloten ook gezien de tijd op huis aan te gaan. Onderweg gestopt bij de Applebees, een typisch Amerikaans restaurant waar we heerlijk hebben gegeten, de kinderen kijkend naar de twee enorme flatscreens met American football boven onze tafel. We hadden een geweldige serveerster die mij onophoudelijk darling of doll noemde met een prachtig texaans accent.  Toen ik vroeg naar de maat van de kleinste toetjes op de kaart,vertelde ze me dat het per toetje ongeveer vijf happen waren, de meeste mensen bestelden drie van die toetjes per persoon. Omdat ik al goed had gegeten besloot ik er twee te nemen, gewoon als lekker afsluitertje. Ik weet niet wat voor hap de gemiddelde klant hier neemt, maar ik had er per toetje zeker twintig nodig en kreeg mijn toetjes dus ook bij lange na niet op.

Verder deze week zijn we nog gaan eten in een Australisch georiënteerd steakhouse “the outback”. En Martin heeft een dagje met zijn ouders gegolfd. Bij het afscheid op het vliegveld nog gegeten bij Subway, waarna we tot Joris’ plezier het vliegtuig hebben uitgezwaaid.

Omdat ik aanstaande donderdag 30 word (oh help, wat gaat dat hard) en er deze maand nog twee andere Nederlanders 30 werden/worden en een Nederlandse zelfs 35 werd, hebben we gezamenlijk een feest georganiseerd. Een Fout Feest welteverstaan. Na uitgebreid bij onze eigen Nederlandse kapster en schoonheidsspecialiste onder handen te zijn genomen had ik een wild maar geweldig kapsel en rood met zwarte smokey-eyes inclusief glitterige nepwimpers. “Mama  gekke ogen”, aldus Joris. We hebben samen gegeten met de andere jarigen en hun kinderen, toen alle kleintjes in verschillende kamers op locatie in bed gelegd en daarna onze kostuums aangetrokken. Martin was de ‘Donut Police’ en ik een ‘immortal queen’. Helaas wilden onze jongens eerst niet slapen, maar nadat ze alle gasten hadden gezien gaven ze de strijd om wie het langst wakker kon blijven toch op. Het was een geweldig feestje, super om te zien hoe iedereen zijn best had gedaan zo fout mogelijk ten tonele te verschijnen. Natuurlijk heb ik ook een foute taart gemaakt, eindelijk een goed excuus om een topsy turvy te proberen! Enige minpuntje was dat ik ’s-Avonds mijn haar niet meer uit de knoop kreeg en daarom pas om vijf uur in bed lag, waarna de jongens om zeven uur wel weer een ontbijtje lustten. Tja, en dan voel je toch wel dat je geen achttien meer bent….

moed (er)

Kijk mama, een wespin! Roept Joris als er weer eens een fruitvliegje op zijn boterham met jam afkomt. En ik vind dat toch zo goed gevonden, hoe mooi kan het zijn: twee van mijn grootste plaaggeesten, gevangen in één vertederend woord. 

De afgelopen twee weken hebben we nog genoten van Jorindes aanwezigheid in het warme Texas. Joris heeft fantastisch leren puzzelen, door dit uren met tante Jojo te oefenen.  Elian besloot op de laatste dag van haar bezoek te laten zien dat hij in zijn handjes kon klappen, iets wat ze hem al de hele maand had geprobeerd te leren. Helaas vond hij het na die ene keer ook wel weer mooi geweest, hij heeft het sindsdien niet meer gedaan.

Na een dagje Blora, een aangelegd meer met natuur- en recreatiegebied,  zijn we met z’n allen gaan eten bij het Texas land and cattle steakhouse. We troffen een wat kleiner steakhouse waar het niet druk was en al snel werden we geholpen door een allervriendelijkste, maar wat onzeker overkomende en vergeetachtige ‘wat er ook gebeurt ik blijf typisch-amerikaans-positief- en-lachen’ meneer. Hij beloofde ons na het opnemen van de drankjes snel terug te komen met onze speciale welkomstverrassing. Na een poosje in spanning te hebben gewacht zagen we de beste man inderdaad weer terug aan onze tafel met, jawel, stempelkaartjes. Stempelkaartjes waarmee je na vijf keer in het steakhouse tussen de middag te eten, een gratis lunch kon krijgen. Hoe ra. Vervolgens konden we bestellen en Jorinde begon daarmee. Haar keuze bleek gevallen te zijn op het meest geweldige dat je maar kon kiezen in dit etablissement. Ook de gewenste garing van het vlees was precies de juiste en de side-dishes pasten er fantastisch bij. Sterker nog, de meneer had zojuist voor zichzelf exact hetzelfde achter de balie laten zetten. Na het aanhoren van deze lofzang, die ongeveer een kwartier duurde, mocht ik vertellen wat ik wilde. Ik wilde hetzelfde (uiteraard, iedereen die de afgelopen vijftien minuten had opgelet zou dat toch willen?), met als klein detail dat ik mijn vlees iets gaarder wilde. Nu had ik verwacht dat ook mijn keus de hemel ingeprezen zou worden, maar helaas. Blijkbaar was het gerecht een stuk minder excellent zonder de juiste garing. Ik heb er overigens heerlijk van gegeten.

Op donderdag kreeg ik het leuke verzoek om voor een Amerikaans kinderfeestje een kasteeltaart te maken. Het feestje was echter op zaterdag, dus ik moest wel doorwerken. Maar zo’n kans kon ik niet laten schieten en met hulp van Jorinde, die geen kiezelsteentjes van fondant meer kan zien nu, kreeg ik de taart op tijd en naar tevredenheid af.

Zondags besloten we een typisch Amerikaans ontbijtje te ervaren bij de IHOP. Een superbelevenis kan ik wel zeggen. We gingen het enorm drukke restaurant binnen om bediend te worden door een vrolijke vlotte meid met knalrood haar. Ze was helemaal enthousiast zodra ze Elian zag en gilde: “Oh, SHE’s so cute!!” Hm, tja, gaan we haar nu vertellen dat she een jongen is….nou laat maar. We aten er dikke Amerikaanse pannenkoekjes met banaan en zoete rode kleverige aardbeien, chocoladepannenkoekjes met chocochips en chocosaus en pannenkoeken met kaneel, kaneel, kaneel en creamcheesekaneelsaus. Verrukkelijk. Maar zo machtig dat we twee doggybags rijker de tent weer uitliepen. Met volle buiken en gelukzalige gezichten konden we vertrekken naar de dierentuin. Op de terugweg nog bij de subway langsgereden voor een late lunch en een sanitaire stop. Tegelijk met een oorlogsveteranenmotorclub klaarblijkelijk, ik was redelijk onder de indruk van de rijkelijk getatoeerde in leer en gerafelde spijkerstof gehulde dames in de rij voor het toilet. Toen een van hen schreeuwend een hokje uitkwam dacht ik even echt dat ik op het verkeerde moment op de verkeerde plek was “No F**king toiletpaper” en blijkbaar kon de vrouw dit aan mijn gezicht zien, want ze richtte zich daarna tot mij en sprak geheel tot mijn verbazing en opluchting de woorden: “Pardon my French”. Ik heb maar even lief gelachen.

In onze achtertuin staat inmiddels een grote schommel met glijbaan, Elian vindt het heerlijk om daar in te wiegen als zijn vader grasmaait, mierennesten te lijf gaat, onkruid wiedt of stenen (soms rotsen) uit de grond graaft.

Helaas was daar ook snel de dag dat we Tante Jojo weer op het vliegveld moesten achterlaten. Bij het ontbijt vertelde Joris dat hij het erg jammer vond, maar aangezien ze er nog gewoon zat ging hij na zijn betoog verder met de dagelijkse gang van zaken. Op het vliegveld was van alles te zien, laagovervliegende vliegtuigen en helikopters, een roltrap en zelfs een lift waar we ook nog eens in mochten. Hij keek zijn ogen uit en vond het een klein feestje. Na een heleboel dikke knuffels vertrok ik weer met alleen de jongens naar de auto. Joris wees mij er steeds op dat Jojo nog boven stond, maar pas toen we in de auto stapten realiseerde hij zich dat ze niet meer met ons mee zou gaan. Hij was ontroostbaar en mijn moederhart brak. Jojo moet mee in de auto, Jojo moet mee naar de speeltuin en helpen met puzzelen. De hele weg naar huis was hij verdrietig aan het opsommen wat zijn tante nog met hem moest ondernemen. En ook thuis was het verdriet, want daar lag zijn ‘zo veel met jojo geoefende Thomastreinpuzzel’ die kon hij onmogelijk alleen gaan zitten maken. Een dag later was het ergste verdriet over, maar tot op de dag van vandaag heeft hij het nog regelmatig over Jojo. Op dit moment fantaseert hij haar er gewoon bij: “we zijn inne winkel gewees mette Jojo”, nadat we boodschappen hebben gedaan. En zolang hij daar gelukkig van wordt, ga ik hem niet op “de waarheid” wijzen.

Afgelopen vrijdag had ik de laatste les van de basiscursus Amerikaanse taarten maken. Het enige wat ik de afgelopen vier weken heb bijgeleerd is het werken met Buttercreamicing. Een verraderlijk woord, je zou namelijk denken dat daar boter in zou zitten. Maar nee, vergeet niet dat we in Amerika zitten: het land van de schone schijn. Buttercream wordt hier gemaakt van vegetable shortening, oftewel een vette witte plantaardige substantie, en nog een aantal andere ingrediënten, waaronder beslist geen boter! Wel voegt men er steevast een theelepeltje ‘artificial butter flavour’ aan toe. Een op alcoholbasis chemisch goedje dat naar boter zou moeten smaken. Om een lang verhaal kort te maken, ik maakte een niet zo erg mooie eeyore taart en verdiende daarmee mijn certificaat. Overigens maakte ik die taart bijpassend bij mijn supergave-van-Jorinde-gekregen-Eeyore-mokken!

Tot slot wil ik nog iets moois met jullie delen, althans, ik vond het geweldig. Ik was in het park en terwijl Joris lekker aan het spelen was voedde ik op een bankje in de zon aan de rand van de speeltuin Elian. Met de borst, want Elian is een echt mamma’s kind en wil weinig van flessen of bekertjes weten. Na een paar minuten zagen we een Amerikaanse moeder met een baby ook gaan zitten voeden, wat vrij uitzonderlijk is. Ik heb hier niet vaak eerder gezien dat iemand in het openbaar haar kind de borst geeft, behalve van mijzelf dan want ik voed werkelijk overal, te pas en te onpas, volledig op Elians verzoek. ( vanmiddag nog in de Walmart, Elian in het zitje van het karretje in de rij voor de kassa) Nadat beide kindertjes uitgedronken waren kwam de vrouw met haar man op mij af, ze bleken beiden militair en hadden zodoende al heel wat meegemaakt. Ze bedankte mij voor de moed die ik haar had gegeven om daar op een bankje te gaan zitten voeden, zodat haar oudere kinderen gewoon door konden spelen. Ze was van plan geweest naar huis te gaan, tot ze mij zag en dacht: als zij dat doet, durf ik het ook. En ze had ervan genoten. Mijn dag kon niet meer stuk. Want hoe wonderlijk is het dat zulke stoere dappere mensen in een land als dit voor zoiets natuurlijks van mij, de grootste angsthaas aller tijden, de moed moeten krijgen.