Soms denk ik dat ze een dealtje hebben gesloten, die twee kleine schurkjes van mij. Ik stel me dan zo voor dat dit begonnen is met de ontdekking dat op mama de volgende vuistregel is toe te passen: ‘hoe vermoeider ze is, hoe makkelijker wij onze zin krijgen’. Zodoende is het dus zaak moeder zoveel mogelijk uit te putten, te beginnen met het beperken van haar nachtrust. Wat de heren niet weten is dat ik toch al niet goed slaap deze weken zonder Martin, dus hebben zij een plan gesmeed dat ze gezamenlijk ten uitvoer brengen. In het kort komt het erop neer dat ze om de beurt een avond niet gaan slapen en zolang mogelijk mijn aandacht proberen vast te houden. Hierbij is alles geoorloofd, alhoewel ik moet toegeven dat Joris momenteel de meest creatieve van het stel is.
Natuurlijk kan ik wel tegen een stootje en ondanks die weinige uurtjes oppervlakkige slaap, heb ik mij grotendeels goed vermaakt de afgelopen twee weken. Zo wilde ik toch wel erg graag blijven paardrijden in Martins afwezigheid, maar omdat ik daaraan drie a vier uur kwijt ben op een dag en ik de jongens niet zolang ergens wilde achterlaten heb ik ze gewoon meegenomen. Dit bleek een enorm succes, op de ranch is van alles te zien, te doen en te leren. Zelfs voor kleine mannetjes als Joris en Elian. Joris heeft zijn eerste ritje gemaakt op een heus paard, Dolly. Hij wilde er eigenlijk niet meer vanaf om plaats te maken voor mij, maar gelukkig had Roy een ei paraat waaruit juist een kuiken zich een weg naar de buitenwereld baande. Een indrukwekkend gezicht, ook voor mij, en toen Joris eenmaal weer thuis een ei zag liggen riep hij enthousiast: “kijk mama, een ei daar komt een kip van!” Om vervolgens al onze eieren aan een grondige inspectie te onderwerpen. Helaas zat er geen een tussen waar zo’n schattig snaveltje uitstak. Inmiddels voelt hij zich helemaal thuis op de ranch. Hij kan zich er uren vermaken door de kippen, kuikens, paarden, honden en kittens te bekijken en toe te spreken, te stoeien of rennen met Roy, te schommelen op het houten schommelbankje met uitzicht op de paardenbak en te springen op de enorme trampoline. Ook Elian kijkt zijn ogen uit, hij rent het liefst achter de kraaiende hanen en kakelende kippen aan. We zijn er nu drie keer geweest met z’n allen en dankzij de hulp van Roy en de andere dames die meegaan heb ik ook steeds een uurtje ontspannen kunnen rijden. Dolly en ik zijn al helemaal aan elkaar gewend. Roy zegt steeds: “this is therapy” en ik denk dat hij gelijk heeft.
Toen ik een aantal weken geleden met Hedwig naar de bioscoop ging om Titanic in 3D te bekijken (oke, ik had hem al negen keer gezien in de bioscoop, maar dat was niet in 3D en al best wat jaartjes geleden en mijn Titanic videoband en DVD zijn ook maar gewoon plat beeld), zagen we de trailer van ‘snowwhite and the huntsman’. Omdat we er beiden enthousiast over waren en het supergezellig was samen in de bioscoop, spraken we af om naar sneeuwwitje te gaan. Joris en Elian mochten spelen bij Ed, zodat ik met Hedwig en de meiden een paar uurtjes mee uit kon. De film was geweldig! Grappig, ontroerend, spannend, vies en romantisch tegelijk. Gelukkig was het bioscooppersoneel iets minder enthousiast met de airconditioning in de weer geweest dan bij Titanic, toen voelden we ons echt of we ook op een ijsschots waren vastgelopen. Na de film bleken de jongens zich goed te hebben gedragen en hebben we nog heerlijke pannenkoeken gegeten bij Ed en Hedwig.
Er zijn van die dingen waar ik sarcastisch over doe, om er vervolgens achter te komen dat het toch zo gek niet is. Ik weet niet eens of ik er destijds iets over in een blog heb geschreven, maar het viel me een paar maanden geleden op dat Texanen altijd voor de ingang willen parkeren. En daar blijft men dan ook rustig twintig minuten voor in de auto zitten, met draaiende motor uiteraard, tot het plekje bij de ingang vrijkomt. Belachelijk, dacht ik toen, want wie is er nou te beroerd om die paar meter extra te lopen?! Tot ik afgelopen week uit mijn auto stapte, geparkeerd op een plaatsje een paar parkeerplekken verder dan degene bij de ingang, en erachter kwam hoe 40 graden Celsius nu eigenlijk aanvoelt. Zwetend en puffend duwde ik mijn boodschappenwagentje met twee kindertjes erin voort (Joris ‘kon’ ineens niet meer zelf lopen), vastbesloten mijn excuses aan te bieden aan alle Texanen die ik eerder voor gek had verklaard. Want ineens begreep ik het, bij de ingang parkeren is in Texas echt geen overbodige luxe.
Nu snap je dat het een verademing is om in de Walmart rond te lopen, waar de airco altijd voor een fris briesje zorgt. Op de betreffende 40 graden dag treuzelde ik dan ook graag bij nog-nooit-bekeken-schappen, om mijn wandeling terug naar de auto nog even uit te stellen. Dat bleek achteraf enorm de moeite waard, want vanuit het karretje klonk plots Joris zijn enthousiaste stem: “kijk mama, pellemen!” (voor wie zich nu afvraagt wat pellemen is: pellemen is spiderman in Joristaal) en zijn vingertje wees naar het schap met kleinejongensonderbroeken. Inderdaad, daar hing tussen de saaie witte, grijze en blauwe broekjes een pakje met vijf schreeuwerig gekleurde spiderman onderbroeken. Echt van die dingen die ik nou nooit zelf gekocht zou hebben, ware het niet dat er een lichtje bij me opging. Ik besloot de onderbroeken in te zetten als onderhandelmiddel bij onze voortdurende strijd om de zindelijkheid. En met succes, Joris is sinds hij spiderman aan zijn billen heeft droog en schoon. Zowel thuis als in de winkel, de speeltuin, de auto en op de ranch. Ik ben supertrots op mijn kleine grote jongen! Ik moet wel zeggen dat het niet perse makkelijker is om een zindelijk kind mee te nemen. In de eindeloze rij voor de kassa zijn we eindelijk aan de beurt, wanneer Joris moet plassen. Zo kan ik de hele winkel doorlopen om hem naar het toilet te brengen, om vervolgens weer achter in de rij aan te sluiten. Voordeel is dat ze hier overal openbare toiletten hebben, zelfs bij de speeltuin. Voor onderweg heb ik altijd het potje in de auto staan.
Wist je trouwens dat ze hier nog iets geweldigs hebben wat ik graag direct in Nederland zou willen invoeren? Namelijk de ‘geldautomaat-drive-thru’. Jaja, dat is me iets moois hoor! Pinnen vanuit je auto is hier de normaalste zaak van de wereld. Gewoon het poortje inrijden, raampje open, pinnen en doorrijden. Veilig omdat niemand over je schouder mee kan kijken, maar ook omdat je op je gaspedaal kunt gaan staan wanneer iemand jou je net uit de muur getrokken geld afhandig zou willen maken. Het is overdekt, dus als het regent blijf je droog en wanneer het buiten 40 graden is, laat je gewoon je airco in de auto blazen tijdens het pinnen. Ideaal.
Als we in Nederland waren gebleven had ik Joris met twee en een half jaar naar de peuterspeelzaal willen laten gaan. Helaas kennen ze hier het concept peuterspeelzaal niet, dus moest ik op zoek naar iets anders. Eigenlijk heb je twee opties. Of je regelt een kinderopvangplek, of je brengt je kind naar school. Nu heb ik er nogal wat moeite mee om een kind van drie, laat staan jonger, naar een school te doen. Zeker de typisch Amerikaanse scholen die er op gebrand zijn de kinderen zo snel en jong mogelijk klaar te stomen voor het presidentschap van dit supercalifragilisticexpialidociouse land. Ik geloof dat het goed is om nog even echt kind te zijn. Zo kwam ik uit bij de montessorischool, een school die oog heeft voor het individu en uitgaat van de interesse en kwaliteiten van ieder kind op zijn of haar eigen wijze. Alle spullen zijn er van natuurlijk materiaal, er zijn vissen, krekels, een vogel en een baardhagedis in het lokaal aanwezig en de kindjes van 3 tot 6 jaar zitten bij elkaar in een klas. Kern van het onderwijs is ‘beleven en ervaren’. Iets waar ik helemaal achter sta. Vorige week heb ik Joris voor deze school aangemeld en hij heeft er zijn eerste wendagje opzitten. Hij wilde eerst niet naar binnen, maar toen we weer naar huis moesten wilde hij niet meer mee naar buiten. Als alles goed gaat begint hij in augustus echt aan zijn eerste schooljaar. Ik vind het ontzettend spannend, want iets in mij vindt het helemaal niets dat een ander straks tijd met mijn zoon doorbrengt terwijl ik hem zelf zo graag bij me heb. En het idee dat een ander hem dan gaat zeggen wat wel of niet mag… Ik geloof dat ik zelf ook nog een paar wendagen nodig heb.
Helaas heb ik inmiddels ook flinke dipdagen gehad. In het begin leek alles zo geweldig, alle nieuwe indrukken zorgden ervoor dat ik geen tijd had om stil te staan bij wat ik zou kunnen missen. Nu ik mijn draai hier gevonden heb realiseer ik me wel wat ik allemaal heb achtergelaten en heb ik soms momenten waarop ik graag even in Nederland zou zijn. Ik mis mijn familie en vrienden. Ik mis de mensen die mij echt kennen. Die weten wat ze aan me hebben en op wie ik ook altijd kan terugvallen. Na een akkefietje afgelopen week heb ik het even heel zwaar gehad. Martin in Nederland, slecht en weinig slapen en toen een confrontatie zorgden ervoor dat ik me erg verdrietig, onbegrepen en alleen voelde. Gelukkig staan ook hier altijd mensen voor me klaar en voel ik me inmiddels weer goed.
Er is nog zoveel dat ik zou willen delen, maar om een lang verhaal niet nog veel langer te laten worden deel ik dat even beknopt:
Joris telt in zijn eigen tweetalige mix, volume op enthousiast, de appeltjes in de Walmart: “wan toe trie vijf seks, seks mama, dat is seks!” Nou toen had je die Texanen eens naar ons moeten zien kijken…
En dit was het schouwspel dat Joris opvoerde aan tafel, in elke hand een tomaatje en dan liet hij ze tegen elkaar praten….schattig, maar ook wel zielig: zegt het ene tomaatje tegen het andere tomaatje: “waar is papa nou gebleven?” het andere tomaatje zei: “ik weet die niet!” Het is overduidelijk dat Joris Martin erg mist. Hij slaapt slechter, is veel bozer dan normaal en zoekt enorm mijn grenzen op. En hij lijkt steeds te willen weten of ik er nog wel ben.
Elian wordt zo groot en doet zijn broer na. Vooral met gillen en wild doen. En hij begint te kletsen. En nog het mooiste vind ik dat hij nu de leeftijd heeft dat hij laat zien dat hij alles hoort en begrijpt wat ik zeg, maar zelf nog niet kan terugpraten. Zo hoef ik maar te zeggen je gaat in bad, en dan staat meneertje al in de badkamer naar de kraan in het bad te wijzen, waarna zijn grote broer hem komt helpen door de stop dicht te doen en de kraan aan te zetten.
Tot slot een mooie quote van Bob Marley die me aansprak deze week (ja niet Bob Marley natuurlijk…) : “The truth is, everyone is going to hurt you. You just got to find the ones worth suffering for.”
Nog een paar dagen, dan halen we Martin weer van het vliegveld!