Als ik op een avond oude foto’s zit te kijken overvalt het me ineens. Een gevoel van weemoed, heimwee, verlangen. Toevallig kwam ik terecht in het mapje werkfoto’s. Toegegeven, er staan weinig foto’s tussen waarop je mij echt aan het werk ziet. Het zijn vooral foto’s van afdelingsuitjes en afscheidsetentjes. Toch doet het me terugdenken aan mijn werk en ik realiseer me dat ik het mis. Ik ben nooit verpleegkundige geworden omdat ik nu eenmaal iets moest studeren, of omdat er brood op de plank moest. Ik heb mijn vak gekozen met mijn hart, omdat het leven me er bracht en ik ontdekte dat het mijn passie en talent was. Ik mis het contact met patiënten en hun familie, contact met collega’s, maar ook mijn ontwikkeling en professionaliteit. Ik ben altijd een leergierige verpleegkundige geweest, en vond het tegelijk fantastisch om mijn kennis over te dragen. En nu maak ik me ineens zorgen om hoe het straks moet als ik terug in Nederland ben. Ik heb dan ruim vier jaar niet gewerkt en ben mijn BIG-registratie kwijt. Zou ik de kennis en kunde nog bezitten om mijn registratie terug te krijgen? Zou ik weer in het ritme van werken kunnen komen? Dat mijn passie er dan nog is weet ik zeker, maar of talent ook blijft bestaan als je er jaren niets mee doet? Ik zou mijn kinderen en hun ontwikkeling voor geen goud willen missen, voel me zo bevoorrecht dat ik nu de kans heb gekregen thuis zelf voor ze te zorgen. In de eerste drie levensjaren is het zo belangrijk voor hun ontwikkeling dat ze door hun moeder worden verzorgd. Dat ik ze dat kan bieden maakt me intens gelukkig. Toch zit er meer in mij en ik hoop van harte dat ik over een paar jaar, als ik terug in Nederland ben en de kinderen groot genoeg zijn om mij af en toe te missen, weer net zo gepassioneerd en deskundig mijn werk als verpleegkundige met mijn moederschap kan combineren.
Terug naar nu, naar Texas. De eerste week van september was een topweek. Om te beginnen kom ik even terug op mijn vorige blog, over de gewonde hond. Na mijn emotionele uitbarsting over het feit dat de hond doodgeschoten zou gaan worden, besloot de rancheigenaar de situatie aan te kijken. Een goede beslissing, want de hond gaat met sprongen vooruit. De wond is vrijwel genezen, ze eet en drinkt goed en is vrolijk en sinds een paar dagen begint ze weer voorzichtig op drie poten te lopen in plaats van twee. De rechterachterpoot is wel overduidelijk gebroken en ik heb geen enkele hoop dat ze hier ooit nog weer op kan staan.
Aan het begin van de week hebben we Eliane opgehaald in Austin. Na een vakantie met vriendinnen kwam ze een weekje kijken hoe ons leven er hier uitziet. Voor mij was het heerlijk om, naast de gezelligheid!, een paar extra handen te hebben. Zo kon ik Elian laten slapen wanneer ik Joris in de ochtend naar school bracht en als ik Elian voor zijn middagslaapje naar bed had gebracht stond de lunch beneden al voor me klaar. Een op en top Amerikaanse aangelegenheid is natuurlijk het brengen van een bezoek aan een nagelstudio. Wie kent het niet van televisie? In een massagestoel, met je voeten in een warm bad en dan een Aziatische man of vrouw voor je op een krukje die een complete pedicure verzorgd, inclusief scrub en massage tot aan je knieën en een zelfgekozen nagellakje. En terwijl de teennageltjes drogen worden je handen onder handen genomen. Eli en ik hebben genoten van dit geweldige staaltje cultuur. Lastig was wel dat de Filippijnse dame die ik had getroffen, niet zo erg verstaanbaar Engels sprak. Zo vroeg ze me na het oranje lakken van mijn teennagels iets, wat ik verstond als “blauwe?”. Toen ze tot tien keer toe “blauwe? Blauwe? “ had gezegd en ik het nog steeds niet begreep kwam ze met een kaartje aanzetten met voorbeeldnageltjes. En toen werd duidelijk wat ze had willen vragen: Of ik een bloemetje (flower) op mijn nagel geschilderd wilde hebben. Nou, dat wilde ik wel!
Samen hebben Eli en ik de beroemde discotheek ‘starlite station’ in Killeen eens onveilig gemaakt. Aangezien ik nog borstvoeding geef (al anderhalf jaar!) was de keuze voor de BOB snel gemaakt. Martin bleef thuis voor de jongens en zo konden wij met een gerust hart een avondje (zeg maar nachtje) van huis. Bij aankomst hoefden we niets te betalen en tot mijn verbazing ook onze ID’s niet te laten zien. Later werd me door Martin uitgelegd dat ze vooral mannen controleren en laten betalen. Nu heb ik aardig wat kroegen en discotheken gezien in mijn leven, maar duidelijk nog nooit eerder een Amerikaanse. In het midden is een grote dansvloer, gemaakt van echt “dansschoolvloerhout”. Op deze dansvloer mag je absoluut je drankje niet meenemen of roken. Iets wat helaas wel mag in de rest van de zaak, behalve in de garderobe. Rondom kun je lopen, aan statafels staan, drinken bestellen en toiletten bezoeken. En je kunt er naar boven vanwaar je een prachtig uitzicht op de dansvloer hebt. Toen Eli en ik met een drankje boven stonden te kijken naar het schouwspel dat zich op de vloer afspeelde, werden we er op geattendeerd dat het eigenlijk de bedoeling was dat de mannen hier stonden te kijken, wij vrouwen konden beter naar beneden gaan en dansen. Dit was wat achteraf bleek onze eerste les in Texaanse discotheekmanieren, gebaseerd op een duidelijke man-vrouw rolverdeling. Dankzij het ontbreken van de typisch Texaanse volgzaamheidsbehoefte bij ons beiden, hebben we toch eerst nog even onze ogen de kost gegeven. Elke keer dat de dansvloer leeg was waren een paar zeer afgetrainde-ritmisch-aangelegde-schaarsgeklede-stilettohakdragende vrouwen niet te beroerd hun danskunsten te vertonen. Best intimiderend wat mij betreft. Erg mooi om naar te kijken, maar geenszins motiverend om met mijn stramme Hollandse dertigerslijf tussen te gaan staan. Overigens was het opvallend hoe goed men hier kan bewegen, ook de mannen en vrouwen zonder afgetraind lijf hebben hun heupen vele malen losser zitten dan de gemiddelde Nederlander. Om de zoveel tijd werd er ineens een gezamenlijke dans ingezet, die ook Eel en ik dapper probeerden mee te dansen (drie stappen naar rechts, drie stappen naar links, schop, schop, een kwartslag draaien en dan de hele riedel herhalen). Een dolkomisch gezicht, en prachtig voorbeeld wederom van het kuddegedrag dat dit volk vertoont. Toen een nog al sullige jongen mij vroeg of ik met hem wilde dansen (“lets dance together and just make fools out of ourselves”) vond ik dat niet zo’n goed idee, maar omdat ik hem vriendelijk wilde afwijzen zei ik: “maybe later”. Helaas voor mij, les twee in texaanse discotheekmanieren, begrijpt een man hier dan de boodschap niet. Gevolg: de beste kerel bleef op een halve meter afstand een uurtje staan wachten (armen over elkaar), tot iemand anders hem erop wees dat ik met mijn vriendelijke ‘maybe later’ eigenlijk ammenooitniet had bedoeld.
Toen we rustig stonden te socializen met een aantal militairen, (uiteraard, het stikt er van de militairen aangezien Killeen bestaansrecht heeft dankzij de enorme legerbasis die hier in de buurt ligt) moest iedereen plotseling van de vloer en kwam er een meneer met microfoon en een paar man beveiliging in het midden staan. Tot mijn grote schrik en Eli’s hilariteit, organiseerden ze een striptease. Zes mannen en zes vrouwen mochten zich hiervoor aanmelden, de winnaar zou een geldbedrag krijgen. Dit alles werd natuurlijk geen striptease genoemd (schone schijn, weet u nog?), maar een ‘tattoowedstrijd’! En denk nu niet dat alleen de slanke, afgetrainde dames en heren zich vrijwillig blootgaven. Deels gierend van het lachen, deels bijna jankend van plaatsvervangende schaamte hebben we naar deze act gekeken. En uiteraard flink meegegild voor de man met de mooiste tattoos, daar ging het tenslotte om niet waar?
Les drie en vier volgden vlak voordat het tijd was om op huis aan te gaan, of eigenlijk was les vier wel aanleiding genoeg om te vertrekken. Les drie: men gebruikt hier echt de meest verschrikkelijke openingszinnen bloedserieus. Van die zinnen die je in Nederland alleen zult horen in een hilarisch sarcastisch radio- of televisieprogramma. Zo kwam er een man, nog volledig in pak inclusief stropdas, met zijn visitekaartje op de proppen (autoverkoper…). Met als begeleidende tekst: “als je een auto wilt kopen moet je bij mij zijn”, gevolgd door de volgende zin: “ik wil je bedanken dat je vanavond hierheen bent gekomen, alleen jouw aanwezigheid maakt mijn avond al geweldig” om me vervolgens aan mijn arm mee te sleuren de dansvloer op, zonder op enig moment te checken of ik hier toevallig ook zin in had. Ik had mijzelf amper uit zijn greep bevrijd en weer veilig aan de kant gepositioneerd, toen de volgende man een dansje met me wilde wagen. Dit leek me best een sympathieke kerel (een grote sterke enigszins chagrijnige marinier) en Eli had ook een vriendelijke onopdringerige militair getroffen die wilde dansen, dus besloten we een poging te wagen. Nog geen vijf minuten aan het dansen werd deze op het eerste gezicht sympathieke kerel toch een beetje dwingend en opdringerig, door mij te vertellen hoe ik moest dansen. Het soort dans dat hij vond dat ik moest uitvoeren heet ‘grinden’. Omdat ik dondersgoed wist wat grinden inhield en absoluut niet van plan was zijn bevel uit te voeren, dacht ik de ik-heb-geen-idee-waar-je-het-over-hebt-tactiek te gebruiken. Helaas had hij daar een oplossing voor, hij liet het me even uitleggen door een stevige Amerikaanse dame die naast ons op de dansvloer stond en zou me daarna wel een handje helpen (lees: mij redelijk hardhandig zo positioneren als hij wenste). De dame in kwestie vond het ten eerste maar vreemd dat ik niet wist wat grinden was, maar wist helemaal niet meer hoe ze het had toen ik haar vroeg of ze die manier van dansen met wildvreemde kerels (al dan niet getrouwd) wel helemaal normaal vond. Haar antwoord was zoals het een goed Texaanse betaamd: “Natuurlijk is dat normaal! Iedereen doet dat! “. Terwijl ik van de dansvloer afliep zonder mee te werken aan deze uiterstnormale vorm van verkapte intimiteit liet ik dan ook een verbouwereerde vrouw en een beledigde man achter mij. Tijd om te gaan, twee uur later moest Eliane toch ook al weer haar bed uit om het vliegtuig naar huis te pakken. Mocht er in de toekomst ooit nog een Amerikaan komen die mij aanspreekt op vulgaire zaken als een zichtbaar BH-bandje of een blote-peuter-in-eigen-achtertuin, verwijs ik hem graag naar hun eigen discotheeketiquette.
Ondertussen werd het zoontje van een collega vier jaar en mocht ik weer een carstaart maken. Leuk was dat de jarige job zelf over het ontwerp had nagedacht. Zijn eisen: een blauwe vierkante taart, zwarte ronde taart erop en dan een rode auto. Kijk naar de foto en oordeel zelf of ik aan zijn wensen heb voldaan.
Om dan toch in taartsfeer te blijven wil ik mijn laatste creatie nog delen. Een boer zoekt vrouw taart! Omdat ik altijd in mijn eentje via een haperend uitzending gemist boer zoekt vrouw moest kijken, was ik superblij dat ik werd uitgenodigd bij een Nederlands gezin om bij hen samen BZV te komen kijken op zondagavond. Ten eerste is de beeldkwaliteit veel beter, maar ten tweede en veel belangrijker : het is vele malen gezelliger en vermakelijker om met medefans te kijken. Daar hoorde wat mij betreft een bedanktaartje in stijl bij.