Ik kwam er van de week achter dat ik het inmiddels heel normaal vind om in februari zonder jas naar buiten lopen om de post aan de overkant van de straat uit de brievenbus te halen. Ik moet toegeven dat ik zelfs een beetje verontwaardigd ben wanneer er een dag tussenzit waarop het ineens toch te koud is. Toch komt dat nog wel regelmatig voor. Het weer blijft hier behoorlijk onvoorspelbaar, eigenlijk kan ik maar aan twee dingen merken of het warm of koud is. Optie 1: ik loop naar buiten om te voelen. Optie 2: ik houd in de gaten hoe vaak de verwarming aanslaat. Wij hebben natuurlijk geen radiatorsysteem in dit huis, dat kennen de meeste Texanen niet eens. Het huis wordt verwarmd en gekoeld door hetzelfde airconditioningsysteem. Als het dus de hele dag warm waait in huis, is het buiten koud, als het de hele dag binnen windstil is, is het buiten lekker en als het de hele dag koude lucht waait in huis dan weet ik dat we in korte broek naar buiten kunnen en flesjes water mee moeten nemen. Is het de ene dag nog dertig graden, kan het de volgende dag weer bijna vriezen. Vanochtend was het slechts twee graden Celsius toen ik Joris naar school bracht, maar dat zegt weer vrij weinig over hoe het vanmiddag zal zijn als ik hem op ga halen. Dat kan op dezelfde dag met gemak twintig graden schelen.
Op de terugweg van school naar huis reed er naast mij een typisch Texaanse (of Amerikaanse?) auto. Mat zwarte onderste helft, kikkertjesgroene bovenste helft , klein modelletje jaren 70 en dan zaten daar vier gigantische wagenwielen met oogverblindend glimmende zilveren velgen onder. Als ik uit het raam van mijn eigen toch flinke bolide keek, keek ik ongeveer midden in de velg. Daarboven hing dan ergens de rest van het autootje. Werkelijk geen gezicht, maar dat is slechts mijn mening. Blijkbaar is de inheemse bevolking er dol op. Hoe kan het ook anders, groot is een toverwoord. Is het groot dan is het voor een Texaan automatisch goed. Of zoals ze zelf in een steeds voorbijkomende reclame zeggen: Bigger and more is always better. Kan het niet helpen me af te vragen: complexje?
Dit groot brengt me bij de grote puinhoop die de rancheigenaar van zijn leven heeft gemaakt. Helaas zijn de leuke dagen op de ranch, het paardrijden en de verse scharreleieren verleden tijd. Onder dwang van zijn na-een-paar-jaar-weg-toch-plotseling-weer-thuisgekomen-vrouw heeft hij zijn geliefde kippen weggegeven, zijn paardjes bijna allemaal verkocht, zijn muren in huis hoerententfuchsia geschilderd en ons verboden nog langs te komen in het weekend of ’s-avonds (de enige mogelijkheden voor een vrouw met een gezin en werkende man). Na het aanrichten van deze ravage vertrok vrouwlief weer, want ze konden elkaar niet luchten of zien. Voor mij is het jammer dat Dolly (paardje) verkocht is, ik had echt een band met haar opgebouwd. Maar eerlijk gezegd geeft het me ook weer veel ademruimte. De beste man was nogal conservatief, lees: anti-homo, pro-wapens en machoman, waardoor ik de laatste tijd het gevoel had steeds op te moeten letten met wat ik zei en nogal eens met hem in een vervelende discussie belandde. Met als toppunt het feit dat een conservatieve vriendin van hem het nodig vond mij via een facebookdiscussie over wapenbezit toe te wensen dat ik neergeschoten zou worden en dan niemand met een wapen had om me te verdedigen. Deze vriendin bedreigt overigens iedereen die het niet met haar eens is en gedraagt zich als een peuter met driftbuien, ik neem haar op geen enkele manier serieus. Toch vond ik het teleurstellend dat de rancheigenaar haar niet terecht wees. Hij lijkt in niets meer op de man die ik leerde kennen een jaar geleden, heb ik mij dan zo in hem vergist of is hij zo veranderd? Hoe het ook zij, mijn Texaanse cowgirlavonturen zijn verleden tijd.
Denk nu niet dat ik mij verveel. Er is altijd genoeg te doen, zeker omdat er zoveel dingen zijn die ik leuk vind en ook een paar dingen die ik ‘moet’. Taarten, poppen maken, bakken, sporten, opvoeden, mutsen breien, huishouden, koken, verjaardagsfeestjes bezoeken, gesprekken op school, boodschappen, sociaal wenselijk gedrag vertonen… ik kom zelfs amper toe aan bloggen.
Ondertussen is Martin een week in Nederland geweest voor een cursus, ik was weer helemaal blij toen hij terugkwam aangezien er in zijn koffer allerlei schatten zaten. Denk aan rooibosthee, koetjesrepen, ketjap, hagelslag en meer van die spullen waar je nooit genoeg van kunt krijgen maar die hier niet te krijgen zijn. Zo zie je maar, drie jaar wonen in Texas is een oefening in het waarderen van de kleine dingen in het leven (er zijn niet veel dingen kleiner dan een chocoladehageltje, toch?) Overigens was ik ook blij met Martin zelf, maar dat hoef ik vast niet uit te leggen.
De afgelopen weken heb ik weer veel gebakken. We hebben op mijn verzoek een geweldige broodbakmachine aangeschaft. Het apparaat biedt de mogelijkheid om een groot brood of twee halve broodjes te bakken, ik maak nu elke dag een half volkorenbrood en een half krentenbrood op hetzelfde moment. Ideaal. Omdat ik het ook wel erg leuk vind om zelf wat meer werk te verrichten bak ik regelmatig nog ander brood in de oven, zoals een casinowitbrood en sesambolletjes. Wat taart en cupcakes betreft heb ik ook niet bepaald stilgezeten, zo kwamen er valentijnscupcakes, een sweet-sixteen-pianotaart met cupcakes, een tinkerbellthemataart met cupcakes, een welkom-in-Texastaart en een engadiner-nusstorte uit mijn oven gerold. En aanstaande zaterdag wil ik een recept proberen van een chocolade-caramel-laagjestaart.
Met al die lekkere taartjes en broodjes moet ik wel een beetje in de gaten houden dat ik niet te veel inburger. Om te voorkomen dat ik straks ook op een scootmobiel door de Walmart moet omdat mijn benen mijn gewicht niet meer kunnen dragen, ben ik begonnen aan een streng sportprogramma. De 30-Day-Shred. Elke dag een half uur sporten voor de televisie met een matje en gewichtjes, om na dertig dagen fit, slank en sterk uit de strijd te komen. De eerste resultaten zijn veelbelovend, na tien dagen ben ik al tien centimeter kwijt. En niet eens in de lengte.
Wij hebben sinds kort een dinosaurusprobleem. Of eigenlijk heeft school een dinosaurusprobleem, wij hebben een kleine dinosaurus. Onze kleine dinosaurus komt zo nu en dan tevoorschijn en loopt dan met grote zware dinosauruspassen met wagenwijd geopende bek onder luid gegrom richting zijn prooi. Thuis is Elian meestal de prooi, vindt hij geweldig. Maar ook papa en mama worden regelmatig verorberd door deze T-Rex. Een dinobeet doet geen pijn, het veroorzaakt hooguit een natte plek op je kleding en is dus geen probleem zolang de prooi het okee vindt. Maar een week of twee geleden bleek de dinosaurus ook op school zijn slag te slaan. En daar zijn onze vrienden niet van gediend. Dinosaurussen zijn streng verboden op de Texaanse peuterschool. Juf vroeg mij vriendelijk of ik met Joris wilde praten over het feit dat zijn mond privé-gebied is en niet op juffen en klasgenootjes thuishoort. Helaas bleek dit gesprek niet echt zoden aan de dijk te zetten. Toen Joris vervolgens op een dag uit frustratie een kind echt in zijn vinger beet, het kind zat hem steeds te duwen terwijl Joris zijn schoenen aan moest trekken en niemand greep in, kreeg ik de mededeling dat ze me al vaker hadden gewaarschuwd en dat hij van school gestuurd zou worden als hij nog een keer iemand zou bijten. Nu zag ik het dinosaurusspel en het bijtincident als twee afzonderlijke zaken en vond ik het van school sturen een nogal buitenproportionele straf voor een kind van drie in deze situatie. Maar ik ben natuurlijk slechts een grenzenloze Hollander. Na een goed gesprek met de directrice is het van school sturen niet meer aan de orde, maar moet ik Joris komen halen zodra de dinosaurus zich openbaart. Nu is het afwachten hoelang het duurt voordat de dinosaurus beseft dat hij thuis welkom is, maar op school niet. Wordt vervolgd.