Gewoon

Ik vraag mij iets af. Nu vraag ik mij eigenlijk vanalles af, zoals waarom (de meeste) mensen hun honden wel opvoeden, maar hun katten niet. Waarom niet iedereen het met mij eens is op momenten dat ik duidelijk gelijk heb. Waarom ik van een uurtje autorijden niet verveeld raak, maar van twintig minuten was opvouwen wel. Waarom sommige mensen nog steeds denken dat je een verkoudheid oploopt van kou, in plaats van door een virus. Hoe ik een tompouce maak die net zo smaakt als de HEMA-tompouce. Maar de vraag die mij op dit moment het meest bezighoudt is: hoe maken mensen hun douche schoon?  Ja. Dat vraag ik mij af. Ik zal de vraag even toelichten. Kijk, als ik de douche wil poetsen begin ik altijd vol goede moed met een of andere fles schoonmaakmiddel, chloor of zo’n handige spuitflacon met ‘je-hoeft-niet-te-boenen-schuim’. En een schuursponsje, want de ervaring leert dat ik meestal gek genoeg toch wel wat moet boenen. Dan nog een oude theedoek of hydrofielluier (hoe heb ik ooit zonder geleefd?) , want als ik het niet droogmaak na het schrobben ziet nog steeds niemand dat er iets aan die douche is schoongemaakt. Nu doe ik het huishouden normaal gesproken ergens op de dag nadat ik ben aangekleed, maar daar zit hem in dit geval juist het probleem. Hoe maak je een douche schoon, aangekleed, zonder dat je vervolgens je natte kleding met chloorspetters in de wasmachine, of erger … de prullenbak, moet gooien? Dus, hoe poets je de douche, zonder zelf een douche te krijgen? Nog knapper, met schoenen aan…is er iemand die de douche kan schrobben met zijn schoenen aan? Ik vraag het mij af. Ik kan het niet, dus sta ik in mijn zwemkleding en op blote voeten de douche te poetsen, in de hoop dat er niet net iemand aan de deur komt.

Trouwens, hoe doet de huishoudster dat? De hulp in de huishouding bedoel ik, die dus niet thuis is en daarom niet over zwemkleding beschikt? Die zal toch niet in haar ondergoed de douche poetsen? Toch?

In een land ver van huis leer je het een en ander over jezelf. Of laat ik even voor mijzelf spreken, ik leer in Texas vanalles over mijzelf. Vooral ook van die dingen die ik stiekem al wel wist.  Zo ben ik mij ervan bewust geworden dat ik niet uitermate geschikt ben voor bepaalde sociale groepsactiviteiten. Ik vind het heel gezellig om af en toe thee te leuten, maar zodra daar meer dan twee andere personen aan te pas komen raak ik het overzicht kwijt en kan ik mijn aandacht en energie niet meer goed verdelen. Als het gaat om een bijeenkomst van Mart en mij met een ander stel, al dan niet met de kinderen, gaat het nog goed. Tenslotte kan ik dan, als ik een gesprek heb gemist, nog de rest van ons leven aan Martin vragen wat er precies gezegd is zonder dat het roddelen genoemd wordt. Niet zozeer uit nieuwsgierigheid, maar uit betrokkenheid.  Verder kom ik erachter dat ik houd van creëren. Nu ik het jongetjes, taarten en poppen creëren redelijk onder controle heb ga ik mij aan een nieuwe uitdaging wagen: ik ga een victoriaans kostuum maken.

Ondertussen wordt er in huize Schreuder flink gesport.  Op internet las ik een interessant stuk over Jillian Michaels, een Amerikaanse sportjuf, en haar 30 day shred programma. Enthousiast ben ik aan dit trainingsschema begonnen en inmiddels is ‘shredden’ mijn nieuwe lievelingswerkwoord. Ik zal hier geen reclamepraatje houden, maar ik wil wel even kwijt dat ik me fitter en sterker voel en dat ik na de eerste dertig dagen 24 cm kwijt was. Op dag 24 van de 30 mocht ik eindelijk Dirk Jan en Debora hier in huis verwelkomen. Na een lange reis met veel vertraging kon Martin ze op het vliegveld van Austin nog net voor middernacht ophalen. Wat was het heerlijk om weer te kunnen knuffelen met mijn liefste vriendje en zijn evenzo lieve vriendin!! De volgende morgen toen ik Joris naar school had gebracht stond mijn eettafel vol met cadeautjes: drop, tijdschriften, hagelslag, pannenkoekenstroop en nog veel meer. We hebben een geweldige week gehad, waarin ik vooral heb kunnen laten zien hoe ons dagelijks leven hier is. Het was zo fijn om juist het alledaagse te delen met mensen die zo bijzonder voor mij zijn en me door en door kennen. Joris ging gewoon naar school, Martin ging gewoon naar zijn werk, de boodschappen werden net als altijd bij de Walmart gehaald en ik werd gewoon ziek. Gelukkig was ik, mede door hun goede zorgen, maar twee dagen echt ziek. Toen ik weer beter was werd er ook weer gewoon gesport en dus stonden we gezellig met z’n drieën te hupsen in de woonkamer, waarbij ik waarschijnlijk meer calorieën verbrand heb met de lachstuipen dan met het shredden. Sowieso heb ik veel gelachen die week, bijvoorbeeld toen bleek dat DJ mijn eerdere blogs goed had gelezen en dus tegen de eerste de beste Texaan in de supermarkt “excuse me” riep. Of toen Debora, ook al zo goed haar huiswerk gedaan, het winkelwagentje demonstratief keurig wegzette in het daarvoor bestemde rek. Prompt kwam er een Texaanse vrouw met kind ook het wagentje netjes parkeren, waardoor mijn hele betoog over rondslingerende karretjes in een klap ontkracht leek. In de mall van Killeen bewonderden we samen nog de collectie kleding die hier als modern wordt beschouwd, maar in onze ogen meer wegheeft van de collectie oude-dames-jaren-80. Lees: synthetische gebloemde blousejes in vormeloze modellen met kuitlange rokken van dezelfde stof. Om over de fletse kleuren nog maar te zwijgen. Ook leuk is trouwens het kledingmerk KUT. Geen grapje, je kunt hier zonder blikken of blozen een kutjas kopen. In Salado bewonderden we de oude dorpskern, genoten we van het mooie weer en proefden we van de citroenamandelen en fudge bij het ‘Sir Wigglesworths homemade fudgehuisje’. Daarna aten we een heerlijk diner bij  ‘outback steakhouse’ alwaar Debora van een sterke cocktail nog vrolijker werd dan normaal, maar nog prima in staat was DJ zijn lamsvlees te fileren. En waar Joris zijn zojuist leeggegeten bord keurig in de handen duwde van de eerste ober die voorbijkwam: “excuse me, i’m done”! De laatste avond hebben we met z’n allen Roti gemaakt, die we met z’n tienen, inclusief Harmen en Ingeborg en de kinderen, hebben opgegeten. Een onvergetelijke avond (waarna Ingeborg mij er terecht op wees dat ik blijkbaar toch in groepsverband kan functioneren EN genieten, tnx Ing)!  Je kunt je misschien voorstellen dat mijn hart een beetje brak toen ik DJ en Deboor na zes dagen alweer op het vliegveld moest uitzwaaien. Even voelde ik mij weer het kleine meisje van zes dat na een fijn weekend in Zwaag omgedraaid op de achterbank van de auto zat om zo lang mogelijk naar DJ te kunnen zwaaien. Bijna 31 jaar vriendschap, wat een rijkdom!

Een dag nadat we ze op het vliegveld hadden achtergelaten, mochten we daar alweer twee mensen ophalen die ik al bijna 31 jaar ken… mijn lieve ouders! Als je me een jaar geleden had gevraagd of ik dacht dat dit moment zou komen, zou ik waarschijnlijk nee hebben gezegd. Ik weet dat ze alletwee niet van vliegen houden (join the club) en papa had wel eens geroepen dat het Texaanse avontuur allemaal leuk en aardig was, maar dat ik niet moest denken dat hij ons op zou komen zoeken. Gelukkig heeft hij zich bedacht en ik ben supertrots op mijn beide oudertjes dat ze de reis hebben ondernomen. Ook deze week hebben we vooral laten zien hoe ons leven hier verloopt, met als klein verschil dat Martin en Joris voorjaarsvakantie hadden. Uit de koffers kwamen weer fantastische spullen, zoals chocoladevlokken en een enorme hoeveelheid mooie nieuwe kleren voor de twee kleine jongens (met dank ook aan tante Jojo!). We zijn naar het dinosaurusbos in Austin geweest, waar Joris nog haarfijn wist dat hij er een jaar geleden een puzzel had gekregen en dus vond dat hij niet zonder nieuwe puzzel weer naar huis kon gaan. Toch fijn om dan opa en oma bij je te hebben die je dat cadeau doen. We hebben twee keer heerlijk ‘uit’ gedineerd (applebees en buffetchinees) en de lunch op een terrasje met uitzicht op een enorme parkeerplaats was ook voortreffelijk. Omdat ik al een tijdje een abrokozenboom in de tuin wilde zetten, besloten we die met z’n allen te kopen en te planten. Mama heeft groene vingers, dus vroeg ik haar mij te helpen met het uitzoeken van de mooiste abrikozenboom. We waren het erover eens dat we de enige bloeiende boom het mooist vonden, toevallig de achterste, en na enig schuiven met de andere bomen hadden we de boom die we wilden. Zolang het ding rechtop stond leek het een prima te vervoeren product (zeker in onze Chrysler). Helaas bleek het horizontaal toch een behoorlijk gevaarte, waardoor we heel wat minuten en bouwkundig inzicht nodig hadden om hem in de auto te krijgen (ter illustratie: Martin had net de hele auto gezogen en gepoetst, aarde blijft niet netjes in de pot als je hem op z’n kant houdt, de pot moest door de achterklep naar binnen tot aan de voorstoelen want door de andere deuren was het niet gelukt, opa, oma, Joris en Elian zaten aan weerszijden van de boom en waanden zich zodoende in een jungle). Thuis aangekomen hebben mijn ouders meteen de boom geplant:  gat gegraven, wortels van vorige boom eruit, flinke plons water en verse aarde erbij en al snel stond de boom stevig in de grond. Dat was zo ongeveer het moment waarop ik het kaartje zag wapperen en in een flits het woord ‘pear’ dacht te lezen, om er twee tellen later inderdaad achter te komen dat mijn abrikozenboom, de mooiste en de enige die bloeide, eigenlijk een perenboom was.

Twee jaar geleden beviel ik in een kleine twee uur van onze lieve Elian. Twee jaar! Wat gaat het toch hard. Omdat opa en oma er waren had ik alle tijd en rust om aan een taart te werken, terwijl oma voor hem een verjaardagshoed maakte met geschilderde tractor. Omdat Elian gek is op Joris zijn lego, maar het nog in zijn mond en neus stopt als hij de kans krijgt, maakte ik een legotaart met legostenen van fondant. Eindelijk kon hij dan eens ongestraft lego eten. Op de ochtend van zijn verjaardag hebben we hem met z’n allen zingend uit bed gehaald, dat vond meneer maar gek. Van zijn verjaardagsborst werd hij natuurlijk wel blij,  ik ben supertrots dat we nog steeds genieten van ons drinkmomentje elke dag. Tussen tien en twaalf hadden we een gezellig feestje met een klein groepje Nederlanders met kinderen. Joris had het wel even moeilijk met alle cadeaus die aan zijn neus voorbij gingen, maar uiteindelijk had ook hij een fijne dag. Elian genoot van het uitpakken, lekker scheuren met het papier, maar was na twee pakjes eigenlijk al tevreden. Ons eigen cadeau staat daarom nog ingepakt in de kast te wachten op een andere gelegenheid.

Helaas moesten mijn ouders ook na een week weer naar huis en stond ik voor de tweede keer in korte tijd op het vliegveld bijzondere mensen uit te zwaaien die ik liever nog even hier had willen houden. Gelukkig hebben ze beloofd nog een keer terug te komen, iets waar ik nu al naar uitkijk.