Of… Oh boy, oh boy, oh BOY!
Een paar weken geleden had ik een primeur: een wildvreemde die over mijn bolle buik begon te aaien. Dit terwijl ze de legendarische woorden sprak: “you’re probably in the stage where you don’t want people to touch your belly”. Nu had ze het mis met haar uitspraak, ik ben trots op mijn buik en iedereen is welkom er aandacht aan te besteden. Maar toch vind ik het op zijn minst bijzonder dat je denkt en zegt dat iemand het niet zal willen, en het dan toch doet. Toen ik op haar vraag hoever ik was antwoordde dat ik 22 weken zwanger was, trok ze abrupt haar handen terug: “what? But you’re HUGE!”.
Een meer voorkomend fenomeen is de vraag naar het geslacht van onze derde baby. In de zwangerschappen van Joris en Elian wilden wij het niet weten, het maakte ons niets uit. Dit keer was ik echter verschrikkelijk nieuwsgierig. Daarom hadden we met 18 weken de twintig weken echo, inclusief geslachtsbepaling. De echoscopiste, een jonge vrouw met twee zoons, wist van mijn dochterwens en begreep deze helemaal. Ik lag nog geen minuut op de bank of ik hoorde haar zeggen: “Oh, these are boyparts”. En daarmee was ons lot bezegeld. We zullen ons leven leiden als ouders van drie, voor zover nu zichtbaar gezonde, jongens. Een fantastisch vooruitzicht, een groot geluk. Maar een lot met twee gezichten. Naast de immense blijdschap staat nu een verdriet. Ik moet afscheid nemen van mijn toekomstbeeld als moeder van ook een dochter, rouwen om het meisje dat mij al jaren zo helder voor ogen staat maar nooit geboren zal worden. Haar naam loslaten.
Sommige mensen begrijpen het niet, denken dat mijn verdriet verbonden is met het jongetje in mijn buik. Dat ik hem niet zou willen. Het staat er echter compleet los van. Deze derde zoon is nu al onmisbaar, mijn liefde onvoorwaardelijk. We leren elkaar steeds beter kennen dankzij zijn alsmaar sterker wordende bewegingen. Nog meer mensen begrijpen het wel, zitten in hetzelfde schuitje, maar praten er niet over. Bang om veroordeeld of niet begrepen te worden. Ik ben er heel open over en gelukkig leidt dit tot openhartigheid van mensen waar ik mee praat en blijk ik absoluut niet de enige te zijn die met dit soort gevoelens worstelt. Zo heeft de juf van Joris twee dochters, en het gemis van een zoon. Een andere moeder op school is zwanger van haar tweede zoontje en voelt zich nu net als ik. Een van mijn verloskundigen heeft twee zoontjes en durft niet aan een derde kindje te beginnen, omdat ze bang is voor de teleurstelling als het geen meisje zou zijn.Overigens hebben de Texanen een makkelijke oplossing voor dit luxe’probleem’: “je bent nog jong, dus nog alle tijd voor meer kinderen”. Waar ik inmiddels echt een allergie tegen heb ontwikkeld is het woordje: ‘stoer’. In de context van: “ach, drie jongens, dat is toch stoer, kun je lekker stoere kleren kopen, stoere dingen doen…” Ik wilde nu juist eens even niet meer stoer. Ik wilde poppen en tutten, jurkjes en taartjes, knutselen, theeleuten en roze, heel veel roze.
De afgelopen weken waren druk, vol en hectisch. Martin heeft enorm veel gewerkt op de meest vreemde tijden, waardoor ik hem amper gezien of gesproken heb. De eerste dag dat hij weer een normale dienst draaide en dus bij mij en de jongens aan de ontbijttafel zat dacht Joris dat het dan wel weekend moest zijn. Elian is inmiddels compleet aangekomen in zijn peuterpubertijd, hij krijst om de meest niet-te-achterhalen-of-voorspellen redenen als een speenvarken, gooit zichzelf regelmatig vol drama op de grond en heeft zich de kunst van het meppen meester gemaakt. Een van de ergste dingen die ik hem aan kan doen is het bezoeken van het toilet, best een beetje lastig aangezien ik een derde zoon heb die mij elk half uur aanmoedigt naar de wc te gaan doormiddel van geenszins subtiele porren in mijn blaas. Toen ik Joris net van school haalde zong ik vrolijk een liedje mee met de autoradio, tegen de wens van mijn oudste zoon in. Omdat ik geen gehoor gaf aan zijn eerste: “niet zingen mama”, besloot hij het wat rigoureuzer aan te pakken: “mama, jij moet niet zingen want jij hebt een baby in je buik, dan wordt de baby wakker en dan gaat hij jou bijten want hij vindt dat niet mooi!”. Tja, zing dan nog maar eens verder.
Lang, lang, lang geleden (eind september) waren we uitgenodigd voor een kinderfeestje bij Chuck e Cheese. Lang geleden, maar onmisbaar in een Texaans-avonturenblog. De Chuck e Cheese is een soort speelhal voor kinderen, waar je kunt eten aan de ene kant van de hal en op speelautomaten spelen aan de andere kant van de hal. Voor een typisch Amerikaans kinderfeestje ben je er aan het goede adres….. Wat een HYSTERIE!! Het was echt geweldig om een keer mee te maken. Denk aan pizza– om half elf in de ochtend, frisdrank –inclusief cafeïne en suikers; lekker stuiteren die kleuters, mierzoete taart — waarvan je de kleurstof tot een week later terugvindt in luiers en toiletten, harde muziek, felle kleuren, zingen/rappen –“when I say Happy, you say Birthday, Happy, Birthday, Happy, Birthday!”, dansen, televisies, medailles, tiara’s, een wandelende reuzenmuis en dat alles in een soort gokhal voor kinderen. Uit alle spelletjesautomaten, waar je eerst een muntje in moest gooien om het ding aan te krijgen, kwamen puntenkaartjes gerold die je aan het eind van de dag in een telautomaat kon deponeren in ruil voor een puntencoupon. Die puntencoupon was dan weer in te leveren bij de balie waar je kon kiezen wat je ervoor wilde hebben, een lolly voor duizend punten bijvoorbeeld.
Korter geleden was er een vrouwendag georganiseerd vanuit Martins werk. Dat is nou iets wat ik echt kan waarderen. Natuurlijk ga je mee met je man het avontuur in omdat je hem de ervaring gunt, omdat het een once-in-a-life-time kans is die je gewoon niet kunt laten schieten, omdat het je eigen persoonlijke ontwikkeling ten goede komt, omdat je de kans krijgt je kinderen op te zien groeien zonder te worden afgeleid door een carrière, omdat er heel veel voordelen en leuke kanten zitten aan een paar jaar wonen in het buitenland. Toch is het niet altijd makkelijk en breng je als vrouw-van veel offers om de hele onderneming mogelijk te maken. Het is niet altijd even duidelijk dat baas-van dat ook ziet en waardeert, dus is zo’n vrouwendag een keer in de zoveel tijd wat mij betreft een welkom gebaar. Dit keer gingen we met z’n allen naar de cavalerieafdeling van de legerbasis om de hoek. Een zeer indrukwekkende show van soldaten te paard, met een hoop geknal en geschreeuw en gezwaai met zwaarden. Nouja zwaarden, sabels eigenlijk. Na de show kregen we een rondleiding over het terrein, langs de stallen met zeer goed verzorgde paarden, door de zadelmakerij, de wapenkamer en de hoefsmederij. Geweldig om te zien dat deze ‘cav’ vrijwel zelfvoorzienend is. Het is een kleine groep mensen die naast het trainen en berijden van de paarden ook de zorg voor de paarden op zich neemt, ze maken hun eigen laarzen en zadels en smeden de hoefijzers. Dit uitje is zeker voor herhaling vatbaar als we bezoek uit Nederland hebben, elke donderdag worden deze shows en rondleidingen gegeven.
Oktober is de maand van de oogst in Amerika. Hoewel het het grootste deel van de maand nog dertig graden is krijg je een herfstig gevoel dankzij de aankleding van winkels en huizen. Pompoenen in alle soorten en maten, herfstkleuren in kransen en versieringen voor Halloween vliegen je om de oren. Onze buurman stond ook dit jaar weer op de stoep met een uitnodiging voor het harvest fest van zijn kerk, waar wij dankbaar gebruik van maakten. Gewapend met een zak blikvoer om te doneren vertrokken we het weekend voor Halloween naar het enorme kerkterrein. Samen met Harmen, Ingeborg en de meisjes genoten we van de springkussens, ponyrides, kinderboerderij, trunk-or-treat snoepjes, tractorritjes en aanwezige speeltuin. Van vorig jaar hadden we onthouden dat we voor onze gratis hamburger vroeg in de rij moesten gaan staan (vorig jaar was alles op toen wij bij de uitdeelmeneer aankwamen). Dus stonden Harmen en Martin vrijwel meteen na aankomst in de gigantische rij op hun beurt te wachten. Na een kleine anderhalf uur waren ze aan de beurt en konden ze nog net twee suikerspinnen en wat tortillachips bemachtigen, de hamburgers waren helaas allemaal vergeven. Voordeel: dit was een goed excuus voor mij om iedereen uit te nodigen voor een dinertje in de Golden Corral, waar ik al maanden eens naartoe wilde in verband met de chocoladefontein op het toetjesbuffet. Daar maakten we wederom een prachtig staaltje Texaanse cultuur mee. We waren natuurlijk met een redelijk groot gezelschap, vier volwassenen en vier kindertjes, maar overal waar we keken stonden vierpersoons tafeltjes. Martin vroeg een meneer of hij ons aan een achtpersoonstafel kon helpen en de man zei opgewekt: “ja hoor, loopt u maar achter mij aan”, om ons vervolgens naar twee vierpersoonstafels te brengen. Wij nuchtere Hollanders dachten, oké, hopla, dan schuiven we die twee tafels even tegen elkaar en klaar is kees. Nou, dat was dus echt helemaal absoluut niet de bedoeling. De stresslevels van het rondlopende personeel schoten door het dak, want nu het tussenpad een zijpad was geworden was toch wel een zeer gevaarlijke, ongewenste situatie ontstaan. Nadat we braaf de tafels op hun vertrouwde plek hadden teruggeschoven plaatsten we demonstratief de twee kinderstoelen met Elian en Liselot in het weer ontstane tussenpad, aan de kop van de tafel. Gevolg: elke keer dat het personeel zich langs onze kindertjes moest wringen, waarbij Elian niet te beroerd was met zijn vork richting derrières te zwaaien, kregen we een luid zuchtend -je raadt het al- “Excuuuuuse Me” te horen. Kortom, wij hadden een heerlijke Texaanse dag.
Op Halloween moest Martin helaas weer ‘s-avonds werken, wat vooral voor hemzelf jammer was want nu miste hij dit fantastische feest. Prinses Annelin, heks Ingeborg, monster Harmen en altijd vrolijke Liselot kwamen pannenkoeken eten bij T-rex Joris, Triceratops Elian en zwangere-vrouw-met-cape Karlijn. De tafel had ik voor de gelegenheid versierd met spinnen, mieren, kakkerlakken en pompoenmonsterborden. Na het eten gingen we dan echt de straat op met het hele spul, elk kind een eigen emmertje mee en aanbellen maar. Eerlijk is eerlijk, de eerste paar huizen vond ik het bijzonder ongemakkelijk. Mij bekroop het gevoel dat ik stond te bedelen bij buurtbewoners die ik niet kende, terwijl we het zo goed hebben. Halloween gaat namelijk zo: De kinderen zijn verkleed, wat ze sowieso al een feest vinden, bellen aan en zeggen: “trick or treat!” om vervolgens een hand snoep in hun omhooggehouden emmer gegooid te krijgen. Ze hoeven geen liedje te zingen, geen tegenprestatie te leveren, helemaal niets. Sterker nog, ook als ze geen trick-or-treat zeiden kregen ze snoep. Gelukkig heeft Joris op school wel goed geleerd in het Engels voor van alles en nog wat te bedanken, dus hoefde ik hem slechts af en toe aan te sporen te zeggen: “thank you very much!”. Na een paar huizen te hebben gehad hadden zowel de kinderen als ouders de smaak te pakken en aan het eind van onze tocht was ik compleet overtuigd van het plezier van Halloween. Je leert toch op zo’n avond in een klap je buurtgenoten kennen op een vrolijke, ongedwongen manier. Iedereen houdt rekening met elkaar, automobilisten rijden langzaam en voorzichtig, mensen maken praatjes en grapjes op straat en de verklede kinderen worden alom geprezen. Om de hele avond nog een beetje pedagogisch verantwoord af te sluiten, besloten we het laatste uur dat je buiten mocht lopen binnen te gaan zitten en onze buitenlamp aan te zetten. Zo kregen we de kans om zelf ook lekkers uit te delen aan de verschillende monsters, dieren, prinsessen en superhelden, waarbij we meteen weer van onze net geoogste voorraad Reese’s af konden komen, want wat de Texanen toch zo lekker vinden aan dat met-pindakaas-gevulde-chocoladebakje blijft ons een raadsel. Misschien toch maar eens aan onze buren vragen, hun dwergteckelpupje zal niet voor niets Reeses heten.
Ps. Ik heb ook nog een aantal taarten gemaakt de afgelopen tijd, helaas is mijn fotoruimte op dit blog vol. Binnenkort zal ik eens kijken welke oudere foto’s eraf kunnen zodat ik weer wat nieuwe kan plaatsen.