Na maanden van frustratie en strijd om het steeds langer wordende bedritueel van onze lieve Joris kwam ik erachter dat opvoeden soms gewoon veel simpeler is dan ik dacht. Joris is altijd een goede slaper geweest, maar ooit is hij begonnen met het naar beneden komen om te plassen binnen twee minuten nadat hij boven had geplast. Daarna kwam er het drinken van een slokje water bij en tot slot voegde hij “het spook” toe aan het ritueel, waarbij ik de deken over zijn hoofd moest gooien en hem zodoende even ‘kwijt’ was. Langzaamaan breidde zich dit uit naar drie keer plassen, drie keer drinken en drie keer spook, waarbij het spook een steeds ingewikkelder en dus tijdrovender spel werd. Ook de reis terug naar boven werd een almaar langere onderneming, dus uiteindelijk was ik de laatste weken wel anderhalf uur bezig Joris in bed te krijgen en vooral te houden. Met Martin in Engeland en 34 weken zwangerschap, merkte ik dat ik het helemaal zat was. Het feit dat het zoveel tijd kost, het feit dat ik met dikke buik na een lange dag nog drie keer extra de trap op en neer moet met een kleuter van 20 kilo die aan mijn arm hangt (omdat de trap volgens hem geen trap is maar een grote berg vol rotsen), het feit dat een vierjarige alle (spel)regels bepaalt en de touwtjes in handen heeft en het feit dat het ritueel maar blijft groeien en het dus zeer aannemelijk is dat ik over een poosje wel twee uur of langer bezig ben hem in bed te krijgen. Zodoende besloot ik gisteren dat hier maar eens een eind aan moest komen en ik vertelde Joris na de tweede ronde (boven plassen, drinken, spook, beneden plassen, drinken, spook) dat hij in bed moest blijven en ik geen spook meer zou doen. Deze aanpak resulteerde in een huilend kind dat steeds naar beneden bleef komen omdat er nog een spook gedaan moest worden en een boze moeder die voet bij stuk hield maar uitgeput was toen kleuter na twee uur de strijd opgaf. Plus een schuldgevoel dat die kleine jongen nu verdrietig in slaap had moeten vallen. Vanmorgen kreeg ik ook direct te horen dat Joris erg verdrietig en boos was en dat ik zijn vriend niet meer was, omdat ik geen vier spoken had gedaan. Toch realiseerde ik me dat ik nu niet meer terugkon. Als ik vanavond weer zou toegeven zou het nog wel eens heel erg moeilijk kunnen worden deze bedritueeltirannie ooit te stoppen. Zin in weer zo’n strijd had ik echter allerminst. Ik besloot een uur voor bedtijd met Joris vier tekeningetjes te maken: een wc, een glas water, een spook en een bed. Simpel, op een in vieren gescheurd vouwblaadje. Bij de wc, het glas en het spook schreef ik een grote 1. Bij het bed schreef ik JORIS. Ik vroeg hem wat ik had getekend en welk cijfer erbij stond (hij is dol op alles wat met cijfers te maken heeft en kan ze al goed lezen) en legde hem uit dat dit onze nieuwe ‘afspraakkaartjes’ waren. Dus Joris mag 1 keer plassen, 1 keer een slokje water, 1 keer een spook en daarna blijft Joris in het bed. Ik was verrast door zijn enthousiasme, alhoewel hij schoorvoetend akkoord ging met deze nieuwe afspraken. Eenmaal boven liet ik hem vier stickers uitkiezen, met elke sticker mocht hij een van de kaartjes aan zijn hoofdeind plakken. We namen de betekenis ervan nogmaals door en zijn enige commentaar was dat ik hem niet mooi met armen en benen in het bed had getekend, dus beloofde ik hem dat morgen te zullen doen. Na het omkleden, tandenpoetsen, boekje lezen, knuffelen en instoppen was het moment van de waarheid dan aangebroken. Uit zichzelf wees hij de plaatjes op zijn bed een voor een aan en vertelde hij dat hij nu 1 keer mocht plassen enzovoort. Hij deed een plas, dronk een slok water, genoot van een uitgebreid spook en zei: “en nu blijf ik in mijn bed” terwijl hij op het laatste plaatje wees. Jaja, dat zal wel, dacht ik nog. Ik heb met wild kloppend hart, muisstil beneden zitten wachten. De eerste paar minuten overtuigd van het feit dat hij elk moment naar beneden kon (en zou) komen. Hij kwam niet naar beneden. Ik hoorde hem nog even wat vrolijk kletsen, maar al snel werd het stil boven. Ik kon het niet geloven. We hebben allebei genoten van het bedritueel en terwijl ik met een goed gevoel beneden zat, is hij met een fijn gevoel gaan slapen. Geen strijd, geen tranen, geen frustratie. En dat met vier simpele tekeningetjes op een simpel vouwblaadje, blijkbaar precies de duidelijkheid en positiviteit die hij nodig heeft om zich prettig te voelen en naar mij te luisteren. Morgen weer een dag, maar voor nu ben ik een trotse moeder!
Even terug in de tijd, terug naar december:
Op nacontrole in het ziekenhuis een week of twee na Martins operatie mogen de splints uit Martins neus, zodat hij weer door zijn neus kan ademen en weer kan ruiken en proeven. Zelf ziet hij er vooral tegenop dat hij misschien ineens meer ruikt dan dat hij altijd gewend is geweest, maar uiteindelijk blijkt het toch prettig dat de twee gigantische stukken plastic zijn neus hebben verlaten. Wederom zijn dokter Jut en Jul verbaasd over de manier waarop wij malle Hollanders de instructies hebben opgevolgd. De splints komen zelden zo schoon en soepel naar buiten bij een patiënt, de enige manier om dat te bewerkstelligen is namelijk het nauwkeurig opvolgen van de postoperatieve voorschriften: driemaal daags wondzorg met uitgebreide neusspoeling. En laten wij nu weer van die rare mensen zijn die dat, in tegenstelling tot de gemiddelde Texaan, dan ook echt doen. Gelukkig voor Martin merkt hij wat reuk betreft geen enkele verbetering ten opzichte van voor de operatie, dus nare luchtjes die hij nooit rook blijven hem ook met zijn verbeterde neus bespaard. Nadat dokter Jut de extractie en controle heeft uitgevoerd loopt hij naar de wasbak om zijn handen te wassen. Logisch, zul je denken, maar waarom zou Karlijn dat nu in haar blog willen vermelden? De wasbak hangt achter de rugleuning van de onderzoeksstoel, Martin zit dus met zijn rug naar dokter Jut toe en maakt nietsvermoedend een praatje met dokter Jul. Boven de wasbak hangt een spiegel, en vanuit mijn toeschouwerstoel die haaks op de onderzoeksstoel staat zie ik hoe dokter Jut zijn handen in een paar seconden wast, om vervolgens een paar minuten, uitgebreid en met chirurgische precisie, zijn eigen perfecte gezicht te bewonderen/inspecteren. Ik vraag me nog altijd af: was hij volledig schaamteloos, of was hij even vergeten dat er iemand in de kamer was die hem bezig kon zien.
De zak met medicijnen die we hadden meegekregen na de operatie is op het moment van stoppen met medicamenten nog bijna even vol als toen we eraan moesten beginnen. Het zijn ook geen kinderachtige pilletjes, maar stuk voor stuk serieuze capsules, poedertjes, druppels, zalfjes en tabletten zoals morfine en verschillende soorten antibiotica. Een afgepaste hoeveelheid krijg je niet mee, ze hebben er vooral voor gezorgd dat je hoe dan ook niet tekort zult komen. Ik draag Martin op de zak weer mee te nemen naar een volgende controle, om de boel bij het ziekenhuis in te leveren. Uit mijn huis, buiten bereik van de kinderen en netjes in de afvalverwerking van de apotheek lijkt mij de enige juiste optie. Mijn verbazing is groot wanneer Mart met de volledig voorraad weer terugkomt, mijn verbazing nog groter als ik hoor waarom hij het niet heeft ingeleverd. Wat blijkt: de artsen en apotheker konden hartelijk lachen om Martins (mijn) idiote idee om ongebruikte, overbodige medicamenten bij hen achter te laten en een speciaal afvalsysteem voor dergelijke zaken was toch helemaal hilarisch. “Nee hoor, meneer, neemt u die pillen maar lekker mee naar huis en als u ze niet meer wilt kunt u ze gewoon vermalen en door de kattenbakkorrels doen (!!!ja, echt waar!!!), door de gootsteen spoelen of gewoon in de prullenbak gooien”. Gevaar voor mens en dier? Slecht voor het milieu? Verslavingsgevoelig? Nooit van gehoord. Hoe is dit toch mogelijk in het land waar men normaal zo spastisch doet over (soft)drugs. Gek volk die Hollanders, daar zullen ze het nu echt wel over eens zijn in het ziekenhuis.
Die nacht flitsen er beelden aan mij voorbij van alle uurtjes die ik in Nederlandse ziekenhuizen heb doorgebracht in de opiatenkast samen met collega’s, om maar alles te dubbelchecken en registreren dat enigszins met morfine te maken had. De vele momenten van frustratie omdat patiënten pijn hadden maar de apotheek niet meer opiaten kon/mocht verstrekken dan op het recept stond vermeld en dat dan bleek dat de dokter nog niet was toegekomen aan het invoeren van het nieuwe recept met verhoogde dosering. Ik zou bijna gaan denken dat ze gelijk hebben, gek volk, die Hollanders…of toch niet?
Thanksgiving vierden we dit jaar bij Harmen en Ingeborg, gezellig samen met natuurlijk alle kindertjes, maar ook met de zus van Ingeborg. Thanksgiving is een feest met een prachtige gedachte: even stilstaan bij alles wat je hebt om dankbaar voor te zijn. In de haast van alledag ga ik daar nogal eens aan voorbij en daarom is het helemaal niet verkeerd er een dag aan te wijden. Zeker niet als ik daarvoor ook weer lekker in de keuken kan staan en er een gezellige avond met mooie mensen bij krijg. De gevoelens die het bij mij opriep waren veelal sentimenteel en ik voelde de behoefte aan traditioneel/ouderwets/puur eten. Martin was net weer een beetje opgeknapt en na twee weken intensief zorgen voor mijn normaal zo sterke maar nu zo kwetsbare man, de kindertjes en het huis ervoer ik extra krachtig het gevoel van dankbaarheid (natuurlijk, dit alles kan ook gewoon door de zwangerschapshormonen zijn veroorzaakt, wie zal het zeggen). Harmen maakte een heerlijke kalkoen, ik koos ervoor als toetje zelf vanillevla te maken met appels uit de oven zoals mijn moeder die vroeger vaak voor ons maakte. Mijn recept voor de vanillevla (en chocoladevla) staat op dit blog onder het kopje eten/recepten vermeld.
Thanksgiving is de aftrap van het feestseizoen in Amerika. Zodra de kalkoenen verorberd zijn schieten de versieringen voor kerst als paddenstoelen uit de grond. In de winkels en op de radio zijn de cd’s met kerstmuziek uit het stof gehaald, waarbij ik moet toegeven dat het hier een stuk minder irritant klinkt dan dat ik me van Nederland kan herinneren. Mede doordat het assortiment aan kerstliedjes hier veel groter is en verspreid is over meerdere genres en dus niet alleen de skyradio kerstnummers uit de luidsprekers schreeuwen, maar ook rustige ballads, klassieke muziekstukken op gedempt volume en meer onbekende liedjes een platform krijgen. Een fenomeen waar ik dit jaar voor het eerst van hoorde is ‘the elf on the shelf’. Een elf die je ergens in huis neerzet, in het zicht van de kinderen. Deze elf houdt de kinderen in de gaten voor Santa en vertrekt elke nacht om bij hem verslag uit te brengen over hoe lief of stout de kindertjes zijn geweest, om de volgende ochtend op een ander plekje in huis weer terug te keren. Het elke dag weer zoeken naar waar de elf zich bevindt is spannend en leuk voor de kleintjes. Overigens wil ik geen tegenstander van Zwarte Piet meer als argument horen zeggen dat ‘zelfs’ Amerikanen onze Piet niet begrijpen en kwetsend vinden, aangezien je hier in december niet anders ziet (in winkels, in reclames, in films, in tuinen etc.) dan een grote dikke blanke Kerstman op een slee of troon met hardwerkende ‘elfjes’ om zich heen die cadeaus verslepen en stoute kinderen in de gaten houden. Waar wij nog vrijwilligers van alle soorten en maten vragen zich tot Piet om te toveren, worden hier slechts kleine mensen (mensen met dwerggroei) gebruikt om de rol van elfje op zich te nemen.
Van Sinterklaas kregen wij dit jaar een gigantische hoeveelheid pakketten opgestuurd, met leuke cadeaus en veel te snoepen. Voordat we alles met de jongens uitpakten vierden we Sinterklaas op Martins werk. Sinterklaas was dit jaar weer met twee pieten, slaappiet en hyper-de-piet, naar Texas gevlogen. Voor Joris het eerste jaar dat hij zich bewust was van het hele Sinterklaasfeest. En ookal vond hij het vreselijk spannend, hij ging toch bij Sinterklaas zitten en beantwoordde eerlijk alle vragen. Zo vertelde hij dat hij op school niet altijd luisterde, maar beloofde hij ook dat hij daar nu beter zijn best op zou gaan doen tot tevredenheid van Sinterklaas die hem met een cadeau en een hand pepernoten weer aan ons overleverde.
Helaas hadden we op weg naar het sinterklaasfeest een ster in de autoruit opgelopen. Ik zag mijn geest al zweven. Als ik iets heb geleerd de afgelopen twee jaar is het wel dat je met Texanen wel afspraken kunt maken, maar dat ze nogal ruimdenkend omspringen met de voorwaarden van die afspraken. Toen Martin dus met een autoruitreparateur had afgesproken om de volgende dag bij ons thuis de ruit te komen maken op een bepaald tijdstip had ik er een hard hoofd in dat de beste man ook daadwerkelijk op dat tijdstip op de stoep zou staan. Ik werd echter precies volgens afspraak om half negen gebeld dat hij er om negen uur zou zijn, en stipt om negen uur stond er een vriendelijke jongeman voor de deur. Hij ging direct aan het werk en deed zijn werk netjes, nauwkeurig en duidelijk met plezier. Wat een superservice. Je kunt mij veel vertellen, maar niet dat deze man een geboren Texaan was…ik heb het hem niet durven vragen.
Aan het eind van het jaar moesten we afscheid nemen van een begrip: Patricia (en familie) vertrok na vier jaar Amerika naar oma’s wereld (Joris noemt Nederland ‘oma’s wereld’, inmiddels doe ik dat dus ook). Voor mij een heel vreemde gewaarwording. Toen wij hier aankwamen twee jaar geleden was het Patricia die mij op sleeptouw nam, wegwijs maakte, voor me klaarstond en haar grote liefde voor Texas met mij deelde. We hebben samen heel wat meegemaakt, van verschrikkelijk veel leuke momenten tot vreselijke dieptepunten. Zelf schelen we een paar dagen en ook onze kinderen zijn vrijwel even oud. Voor mij is Patricia een stukje Texas en ik ben haar, en haar man en kinderen, enorm dankbaar voor ons gezamenlijke deel van dit avontuur. We hebben een afscheidsfilm voor haar gemaakt met enkele vrouwen uit de Nederlandse groep, heel leuk om te doen en om te geven. Kennis maken en afscheid nemen, alletwee onlosmakelijk verbonden met een avontuur als dit, alletwee moeilijk en mooi tegelijk.
Bij Joris op school was ook dit jaar een kerstviering. Thema: “Happy Birthday Jesus”. Met zijn ijzersterke geheugen wist hij absoluut zeker dat opa en oma, net als vorig jaar, bij de kerstvoorstelling aanwezig zouden zijn. Het was hem niet uit zijn hoofd te praten. Verkleed als engeltje zong hij met zijn klasgenoten liedjes, waarna we met zijn allen in de schooltuin genoten van allerlei meegebrachte lekkernijen. Ik had een traditionele ‘Dutch applepie’ gemaakt, een appelkruimeltaart naar mama’s recept. Deze werd in eerste instantie niet aangeraakt (wat de texaan niet kent dat eet ie niet), maar nadat de eerste dappere moeder een stukje had genomen was de taart al snel verdwenen en werd ik verzocht het recept naar de schoolkrant te mailen.
Kerst is eigenlijk de afsluiter van het feestseizoen. Oud en nieuw leeft hier bijna niet, er is bijvoorbeeld geen vuurwerk binnen de stadsgrenzen: HEERLIJK!! Toen ik een moeder op school vertelde dat ik uren in de keuken had gestaan om 145 oliebollen te bakken, (leg dat maar eens uit trouwens…oliebollen in het Engels…) was ze bijzonder verbaasd: “ga je daar de keuken voor in?!”. Geeft overigens niks, want wij vierden fantastisch vuurwerkloos, rijk aan oliebollen, appelbeignets, bakbanaantjes, heerlijke hartige taarten van Harmen en een heleboel gezelligheid met Harmen, Ingeborg en de kinderen toch oud&nieuw. Alweer een jaar voorbij. Wel een beetje jammer dat ik de dag erna geveld werd door een flinke griep. Ik vind het vreselijk moeilijk om ziek te zijn, niets te kunnen en de zorg voor de jongens en het huis uit handen te geven. Zelfs aan Martin. Maar dit keer was mijn lijf overduidelijk: “jij blijft in bed”. Gelukkig was ik na een dag of drie weer opgeknapt en had Martin de boel ondertussen prima draaiend weten te houden.
Mijn zwangerschap verloopt weer voorspoedig en in sneltreinvaart. Helaas heb ik dit keer wel last van een vervelende kwaal: een pijnlijke plek bovenop mijn buik, stekend en brandend. Het werd zelfs zo erg dat we met 29 weken een extra echo hebben laten maken, omdat gedacht werd aan een cyste in/op de baarmoeder of een eierstok of een gescheurde buikspier. Uit de echo bleek dat ik een zwaar overbelaste buikspier heb, waarvoor ik ben gaan smeren met arnica. Ook ben ik mijn buispieren nog meer gaan ontzien, wat best lastig is met een peuterpubertje in huis dat af en toe gewoon even opgepakt moet worden. Van de echo kreeg ik prachtige foto’s mee, waarop al erg goed te zien is hoe het broertje in de buik er uitziet. Sinds Joris deze foto’s heeft gezien lijkt hij zich volledig bewust van wat er eigenlijk gaande is en vertelt hij iedereen die hij tegenkomt trots dat er een baby in mijn buik zit. Hij wil zijn schaap met zijn broertje delen, knuffelt met mijn buik, praat tegen mijn buik en kan niet wachten tot de baby geboren wordt. Voor mij is het heerlijk om te zien hoe hij deze zwangerschap beleeft. Elian knuffelt en speelt ook graag met mijn buik, maar voor hem is het vooral nog een interessante buik die af en toe beweegt als je er aan voelt. Nog een paar weken wachten, dan weten we hoe onze mannetjes op elkaar reageren. Aan de ene kant kan ik niet wachten, aan de andere kant kan deze zwangerschap me niet lang genoeg duren, want wat is het heerlijk om het kleine mensje te voelen bewegen, hem nog veilig bij me te dragen en hem nog niet te hoeven delen met de wereld.