(let op: blog bevat onder andere mijn bevallingsverhaal, dus sla gerust over als je daar niet op zit te wachten. Tis wel een erg mooi bevallingsverhaal…)
Schandalig, mijn laatste blog dateert van januari en ging grotendeels over december. Onze jongste zoon was nog het broertje in de buik, terwijl hij nu al acht weken Auron is, hoewel Joris daar anders over denkt. Die belooft hem steeds: “baby, jij bent nu nog baby,maar als je later groter bent dan ben je Auron!”. Elian is inmiddels opgewaardeerd van baby naar Elian, dankzij de komst van de kleinste schreuderman.
De afgelopen maanden waren, zoals iedereen zal begrijpen, nogal bewogen. Hoogstwaarschijnlijk waren het de laatste weken zwangerschap van mijn leven. Met de bevalling kwam er dus naast het begin van nieuw leven, een einde aan een prachtige en bijzondere fase in mijn leven. Dat vond ik al een moeilijk idee tijdens de zwangerschap,maar nadat Auron geboren was werd dat gevoel alleen maar sterker. Mijn bevalling was dit keer namelijk zo fantastisch, dat ik het nog wel honderd keer over zou willen doen! Na een gedwongen ziekenhuisbevalling van Joris, waarbij ik mijn geboorteplan volledig los moest laten, en een mooie thuisbevalling van Elian waarbij toch ook niet alles volgens mijn plan was verlopen, had ik mij nu tot in detail voorbereid. Deze laatste bevalling moest en zou gaan volgens mijn wensen, op een zo natuurlijk mogelijke manier. Dus schreef ik weer een uitgebreid geboorteplan, praatte ik veelvuldig met mijn verloskundigen over alles wat ik wel en vooral ook niet wilde, en zorgde ik ervoor dat mijn hele huis ruim van te voren ingericht was op een soepele thuisbevalling. Hoe soepel het zou worden, had zelfs ik niet kunnen voorspellen.
Ik voel me echt gezegend met mijn verloskundigenpraktijk, want waar in ziekenhuizen (en helaas in toenemende mate ook bij Nederlandse verloskundigen) de zwangerschap wordt gezien als aandoening, wordt een zwangere vrouw bij mijn birth center ‘gewoon’ gezien en behandeld als een gezonde vrouw met een groeiend kindje in haar buik.
Op aanraden van de verloskundigen en een Nederlandse vriendin verdiepte ik me in een water/badbevalling en besloot ik dit te proberen als ik me daar op het moment van bevallen goed bij voelde. Het bad in ons huis bleek zeer geschikt, dus er waren geen toestanden nodig om dit mogelijk te maken. Fijn, want zo kon ik echt op het moment zelf beslissen of ik er zin in had.
Met 39 weken en 5 dagen zwangerschap ging ik om een uur of tien lekker slapen, geen enkel teken van een naderende bevalling behalve mijn eigen vrij plotselinge wispelturigheid van het enerzijds zat zijn en mijn kindje willen ontmoeten, en het anderzijds hopen dat hij nog blijft zitten om zolang mogelijk te kunnen genieten van mijn laatste zwangerschap. Mijn ouders waren inmiddels in Texas en het zou wel erg fijn zijn als hij nog geboren zou worden voor mijn vader weer naar Nederland moest. Om exact twee voor twaalf die nacht voelde ik een eerste voorzichtige wee. Zo voorzichtig, dat ik op dat moment nog helemaal niet het idee had dat dit het begin was. Ik had tenslotte een week eerder ook al een nacht doorstaan met voorzichtige weeën zonder baby als resultaat. Dus bleef ik rustig liggen in mijn bed en schreef ik elke tien minuten de vriendelijke weeën op mijn notitieblokje. Anderhalf uur later leken de weeën ineens wat sneller achter elkaar te komen, maar nog steeds waren ze niet echt pijnlijk of regelmatig en twijfelde ik of er nu wel of niet iets serieus aan de gang was. Omdat mijn verloskundige bijna een uur zou moeten rijden, wilde ik haar niet voor niets wakker bellen en laten komen. Opvallend was inmiddels wel dat ik onrustig begon te worden, liep te ijsberen en een behoefte had om te praten over is dit het nu wel of is dit het nu niet, bellen we wel of bellen we niet, met mijn inmiddels eveneens steeds onrustiger wordende echtgenoot. Dus besloot ik rond kwart voor twee onder de douche te gaan staan. Zouden de weeën dan stoppen (en daar ging ik op dat moment nog van uit) dan was het vals alarm,maar zouden ze doorgaan dan moest Martin toch maar bellen. Om twee uur kwam ik uit de douche, met de mededeling dat hij inderdaad Salli moest bellen en snel nadat hij gebeld had was ik er ook van overtuigd dat de bevalling was begonnen. Ik vroeg Martin het bad te laten vollopen en had er ineens helemaal geen zin meer in de tijdstippen van weeën op te schrijven of in mijn bed te gaan liggen. Eenmaal in bad kwam alles in een stroomversnelling, maar de pijn bleef mede dankzij het warme water goed te doen. Wij hadden de verloskundige om drie uur wel verwacht, maar helaas bleef het stil bij de voordeur terwijl ik in de pieken van mijn weeën persdrang begon te voelen. Ik floot inmiddels bij elke wee hetzelfde melodietje (geen idee welk melodietje, ik kan het helaas niet meer terughalen). Martin belde op mijn verzoek nogmaals Salli om te vragen of ze al in de buurt was, toen hij de badkamer inkwam en strategisch zweeg over haar antwoord wist ik genoeg. Na enig aandringen van mijn kant vertelde hij me dat ze er nog zeker twintig minuten over zou doen om bij ons te komen. Op dat moment was voor mij al heel helder dat dit te laat zou zijn. (“hij komt er al uit hoor!”) Dit was het enige moment dat er een lichte paniek door mij heenging, want mijn verstand begon zich ertegenaan te bemoeien met vragen als: “wat als ik nog niet voldoende ontsluiting heb” en “dit kan toch niet zonder professionele hulp”. Gelukkig kon ik al snel weer vertrouwen op mijn lijf en mijn gevoel, mede door mijn immer rustigblijvende steun en toeverlaat. Martin moedigde mij tegen beter weten in nog wel even aan mijn inmiddels overduidelijke persweeën weg te puffen, maar al na een tegennatuurlijk weggepufte wee wisten we alletwee dat de baby niet van plan was zich aan de verloskundige aan te passen en ging bij ons beiden de knop om: onze jongste zoon zou nu geboren worden, en wij zouden dit samen gaan doen. Terwijl Martin met de verloskundige aan de telefoon was om te vertellen dat we het niet meer zouden redden tot ze hier waren en te vragen of we nog iets bijzonders moesten doen, kreeg ik weer een perswee. Martin zag het hoofdje toen al en hing snel de telefoon op om mij aan te kunnen moedigen en na de volgende wee kon ik mijn kindje, nog in de vliezen, uit het warme badwater tillen en op mijn borst leggen. Een heerlijk moment, maar meteen volgde de vraag: “wat nu?”. Auron zat natuurlijk nog in zijn vliezen. Alsof hij al honderden keren in een dergelijke situatie had verkeerd gaf Martin rustig en kordaat antwoord op mijn vraag. “Nu moeten de vliezen van zijn gezicht, dan kan hij ademen” en voordat ik hem goed en wel gehoord had voegde Martin de daad bij het woord, verscheen het mooie gezichtje van onze kleine jongen en hoorden we zijn eerste zachte geluidjes. Tien minuten later stonden de twee verloskundigen naast mijn bad om de nazorg op zich te nemen.
Terwijl ik met Auron in bad zat te wachten tot de navelstreng was uitgeklopt haalde Martin mijn ouders uit bed. Die waren net wakker geworden van het licht onder de deur en waren blij maar verbaasd te horen dat de baby al geboren was. Snel nadat mijn ouders beneden waren, werd ook Joris wakker van het licht en rumoer. Hij moest de eerste tien minuten echt even de kat uit de boom kijken, waarbij hij vooral veel indringende en onderzoekende blikken op mij en zijn nieuwe kleine broertje wierp. Na die tien minuten was hij blij en trots, dat is de afgelopen acht weken niet meer veranderd.
Het was geweldig om mee te maken dat er twee verloskundigen in huis zijn, die zich volledig aanpassen aan de wensen en het tempo van de kraamvrouw. Ik mocht in bad blijven zitten met Auron tot de navelstreng volledig was uitgeklopt, ondertussen een eerste borstvoeding gevend, waarna Martin de navelstreng mocht doorknippen en ik uit het bad ging. Daarna werd ik geholpen met aankleden en wachtten we met z’n allen rustig af wanneer de placenta geboren zou worden. Geen injecties om de boel te versnellen, geen geduw en getrek, alleen rust en vertrouwen op mijn lijf/de natuur. Zo kreeg ik optimaal de kans om te genieten van ons pasgeboren kindje, dat geen moment uit mijn gezichtsveld werd weggehaald. Mijn bloeddruk, pols en temperatuur werden wel regelmatig gecontroleerd, maar op een rustige manier en steeds in overleg met mij. Na een uur of twee maakte mijn verloskundige een fantastisch kruidenbad voor me, van verse kruiden die een kwartier in kokend water hadden getrokken. Ik mocht kiezen of ik daar alleen of met Auron in wilde (of zelfs helemaal niet). Zo’n postpartum kruidenbad zou ik echt elke kraamvrouw gunnen! Ondertussen werd ons bed opgemaakt en toen Auron en ik volledig verzorgd weer in bed lagen (als je overdag bevalt maken ze zelfs nog een warme maaltijd voor je!!) kwamen ze met ons overleggen of we wilden dat ze nog bleven of dat ze ons alleen zouden laten. Aangezien ik mij erg goed voelde, Auron het goed deed en Martin en mijn ouders in huis waren besloten we ze weg te laten gaan. De volgende dag kwam een verloskundige weer terug voor controles, de hielprik en een praatje.
De nazorg bij bevallen in een Texaans ziekenhuis bestaat kort samengevat uit een handdruk van de arts en een welgemeend “succes ermee”. Waar ze tijdens de zwangerschap en bevalling nog alles tot in het extreme onder controle willen houden en beïnvloeden, trekken ze hun handen er volledig vanaf na de bevalling. Dat wil zeggen: na het ontslag uit het ziekenhuis, alwaar je de eerste dag als kersverse moeder nog verblijft en je kindje meteen een paar vaccinaties, antibioticazalfjes en – als je niet uitkijkt- ook een besnijdenis krijgt. Bij mijn verloskundigenpraktijk kreeg ik zes weken nazorg voor moeder en kind, maar evenals in het ziekenhuis is er geen mens die nog kijkt naar bijvoorbeeld de stand van de baarmoeder van de kraamvrouw. Ik vraag me dan af: zijn ze hier nu zo stom om het niet te doen OF doen we in Nederland iets wat eigenlijk volledig overbodig is? Ik had uiteraard de vaccinaties, antibiotica en besnijdenis geweigerd, gelukkig had ik daar de vrije keus in bij de verloskundige. Inmiddels zijn de zes weken voorbij en heb ik dus afscheid genomen van de verloskundigen en het birthcenter.
Al met al was mijn bevalling dit keer zo’n geweldige ervaring, dat ik meteen riep: “morgen weer!”. Want wat zou ik dit graag nog een keer meemaken. Ik hoop oprecht dat steeds meer vrouwen (en hulpverleners) durven te vertrouwen op hun lijf en de natuur, ik ben er van overtuigd dat juist het niet ingrijpen de bevalling veiliger (en zeker prettiger) maakt en ik gun iedereen deze ervaring. There is nothing more empowering, than natural labour!
In de tijd dat ik hoogzwanger was maakte ik nog een aantal opmerkelijke dingen mee. Zo stond ik met mijn dikke buik en twee zoons in de rij voor de kassa in de walmart, toen een vrouw achter mij me ongegeneerd vroeg of ik nu mijn eierstokken zou laten afbinden of dat ik mijn man naar het ziekenhuis had gestuurd voor DE ingreep. Drie kinderen vond ik toch zeker zelf ook wel genoeg. Net als je denkt dat je de Texanen doorhebt – preuts en minding their own business- weten ze je toch weer te verrassen. Ik kan je wel verklappen dat ik met mijn bek vol tanden stond, en nog geneigd was eerlijk antwoord te gaan geven ook.
De walmart blijft sowieso een mooie plek om dingen mee te maken. Ik zag er laatst een moeder met dochtertje. Het dochtertje had een zak snoep uit het schap gepakt, moeder zei dat ze dat niet mocht hebben maar greep niet direct in. Een paar gangpaden verder was moeder het blijkbaar zat, pakte de zak van het meisje af en legde het zonder schaamte in het schap waar ze zojuist voorstond. Dat dit het schap van de schoonmaakmiddelen was kon haar duidelijk niet schelen. Wat mij betreft een typisch gevalletje van geeft-u-uw-kinderen-vooral-het-goede-voorbeeld. Dat ze niet de enige is die dit soort fratsen uithaalt wist ik al, ik vind regelmatig een bosje bloemen tussen de zakken brood of een tros bananen naast de geraspte kaas.