Toen we eind juni op vakantie/huizenjacht in Nederland waren was het heel gek om te merken dat de cultuurschok na drie jaar Texas ineens de andere kant op werkt. Bijvoorbeeld bij het boodschappen doen in de ooit zo vertrouwde Albert Heijn. Want Tjonge wat is zo’n Hollandse winkel schoon, goed georganiseerd en klein. Wat een schattige miniwinkelwagentjes en wat zwenken die wieltjes gek. Moeten die dingen echt aan de ketting?! Heeft er iemand een muntje om een wagentje te kunnen gebruiken? Wat een gigantische keuze uit verse producten, verschillende soorten vlees en spullen die we lang hebben gemist maar ook dingen die we nog nooit eerder hebben gezien. Wat lachen de mensen hier weinig naar elkaar, waarom zegt niemand beleefd ‘excuse me’? Als ik uiteindelijk na een poosje heerlijk slenteren bij de kassa sta met een wagen vol bonusaanbiedingen, vraagt de caissière mij of ik een bonuskaart heb. Jazeker heb ik mijn blauwe-oude vertrouwde-goedbewaarde bonuskaart nog, speciaal meegenomen uit Texas! Terwijl ik hem aan de kassajuf geef grap ik tegen Martin: ”hopelijk doetíe het nog”. Geen seconde later hoor ik haar zeggen: “nee, maar dit is een oude bonuskaart, die werkt niet meer!” Ik: Ja, haha, natuurlijk, leuk grapje. Zij: Neehoor, de blauwe bonuskaarten zijn al sinds januari niet meer bruikbaar! Aan haar gezicht te zien spreekt ze de waarheid, ik kan haar bijna horen denken: hebben die mensen onder een steen gezeten het afgelopen jaar??…
Tsja, dat krijg je als je in Amerika gaat wonen, dan verandert er wel eens wat. Viel me ook al op dat de koelkasten, wasmachines, auto’s, wegen en parkeerplaatsen zo enorm gekrompen zijn.
Net na het afrekenen bleek dat Elian moest plassen dus liep Martin met onze middelste smurf alvast vooruit om een wc te zoeken. Wij zijn gewend aan (lees: verwend door)de Walmart met meerdere uitgebreide toiletruimtes, maar helaas is er in de Albert Heijn geen mogelijkheid om je peuter te laten plassen. Bij de Walmart daarentegen hebben ze zelfs een speciaal stoeltje naast de wc hangen waar je je ondernemende kind in vast kunt zetten als je zelf moet plassen en geen tweede volwassene bij je hebt. Superhandig, want welke ouder kent het niet: je bent blij dat je zit want je blaas staat op klappen (geen weldenkend mens alleen met een of meer kleine kinderen gaat plassen op een openbaar toilet tenzij het ECHT nodig is), haalt je dreumes/peuter/kleuter moeiteloos het slot eraf en zwaait de deur wagenwijd, verder-kan-hij-niet, open. Daar zit je dan en plein public. Of een andere fijne optie: je kind heeft ontdekt dat hij precies onder het tussenschot door kan kruipen om eens te kijken wie er aan die leuke schoenen vastzit in het hokje naast je. Dat diegene ook met de broek of rok op de enkels zit maakt zo’n kleine onderzoeker uiteraard niets uit. Maargoed, deze problemen heb je dus niet bij de Albert Heijn, want daar zijn geen toiletten.
Terwijl Joris mij als een echte grote jongen helpt met het dragen van de boodschappen, Auron hangt in de draagzak op mijn buik, waait er plotseling een parasol van de blokker om. Bovenop Joris zijn hoofd en precies op de plek waar hij nog geen twee weken daarvoor is geopereerd aan zijn cyste. We schrikken alletwee heel erg, maar echte schade is er gelukkig niet. De manager komt de Blokker uitgerend en gebiedt mij de winkel in te gaan en een cadeau voor de huilende Joris uit te kiezen als troost. Geweldig natuurlijk, maar ook een beetje ingewikkeld. Want wat kies je dan… als ik Joris zou laten kiezen lopen we vast met een doos lego van 80 euro de deur uit en dat lijkt me toch wat overdreven. Daarom stuur ik hem richting het rek met autootjes –hotweels, noemen de jongens die inmiddels- waar hij een mooi blauw autootje kiest. Het voelt voor mij nog wel een beetje ongemakkelijk om zonder betalen de winkel uit te lopen, maar Joris vindt het prachtig en kan niet wachten zijn nieuwe aanwinst aan zijn vader en broertje te laten zien.
Zo’n vliegreis naar Nederland is best een hele onderneming met drie kleine jongens. Joris en Elian gedroegen zich in het vliegtuig voorbeeldig, maar wachten tussen de vluchten door is toch wel heel erg moeilijk. Auron had op de terugweg een mooi babybakje in het vliegtuig. Een soort reiswieg met een deksel van gaas, zodat de baby tijdens de reis af en toe even plat kan liggen en moeder haar handen twee tellen vrij heeft. Ik vraag me af wanneer er iemand op het idee komt om een kindercabine te maken in een vliegtuig. Gewoon, een ruimte waar ze lawaai mogen maken en zich lekker kunnen uitleven in een ballenbak. Zelfde gaasdakje erover als over die babybakjes en klaar ben je.
We moesten in Nederland Autjes paspoort regelen en mijn hemel wat een ongelofelijk bijdehante (als ik ‘irritante’ zou schrijven zou dat natuurlijk niet zo beleefd van mij zijn, dus dat doe ik dan ook zeker niet) meneer zat er achter de balie. We hadden een afspraak om elf uur en waren keurig op tijd, dachten wij. Dat zagen wij blijkbaar toch verkeerd, want na ons : “hallo wij hebben een afspraak om elf uur” volgde zijn:”ja, en is het bij jullie al elf uur dan? Bij mij nog niet!”. Hij had wel gelijk, het was pas drie voor elf. En als je denkt dat dit het enige meningsverschil was dat wij met hem hadden, dan heb je het goed mis. Uiteindelijk hebben we het paspoort gelukkig wel gekregen.
Omdat Martin jarig was gaven we een Amerikaans feestje. Een mooie gelegenheid om zoveel mogelijk mensen even te zien tussen alle drukte van het zoeken naar een huis door. Iedereen nam iets lekkers te eten en/of drinken mee, dat was een groot succes. Debora had wel heel bijzondere taartjes meegenomen, taartjes met een zwart randje. Ze waren heerlijk. Wat minder de bedoeling was, was dat bijna iedereen iets liet liggen. Een sjaal, een jas, een thermosfles, een boek. Als het goed is heeft iedereen inmiddels zijn/haar spullen terug. Zo niet, stuur me een mailtje dan probeer ik het alsnog te regelen. Het was zo fijn om iedereen weer even te zien en spreken en ik heb vol bewondering gekeken naar de vele lieve kindjes die of groter waren gegroeid sinds de laatste keer dat ik ze zag, of zelfs helemaal ontstaan waren sinds ik hun ouders de laatste keer zag. Met Eric keken we nog een spannende wedstrijd van het Nederlands elftal, zodat we toch een heel klein beetje meekregen van de WK-gekte. Twaalf dagen thuisland was eigenlijk niet lang genoeg, zeker niet omdat Elian steeds zo ziek wordt van de jetlag en dus de eerste dagen aan huis is gebonden. Maar ondanks dat het kort was, we hebben weer genoten!
Nu we al drie jaar in Texas zijn zien we steeds meer mensen komen en gaan. Het blijft gek om de mensen te zien vertrekken die hier waren om ons wegwijs te maken in de beginperiode en waarmee je zo’n bijzondere geschiedenis deelt. Natuurlijk is het niet altijd vrede in een samengestelde groep als deze en doen we ook veel dingen apart van elkaar. Maar de momenten die je wel samen meemaakt, op feestdagen of juist op momenten dat iemand hulp nodig heeft, zijn extra bijzonder omdat we uiteindelijk, hoe verschillend we ook zijn, allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Als ik langs een huis rijd waarin een vertrokken gezin heeft gewoond denk ik steeds even terug aan de momenten die we samen hebben beleefd. Ook denk ik vooruit, aan het moment dat wij het vertrokken gezin zullen zijn. Dat alles hier gewoon doordraait met de nieuwe groep. En dan bedenk ik me altijd dat juist het tijdelijke aspect van dit fantastische avontuur de charme is. We hebben het zo naar ons zin, het is zo mooi om een poosje te leven op een ander stukje van de wereld, maar als het voor altijd zou zijn was voor mij alle glans eraf. We genieten er nu van, want voor je het weet mogen we weer beginnen aan een nieuw avontuur in Nederland. Met onze familie en vrienden dichtbij. Sinds kort weten we dat dit nieuwe avontuur definitief halverwege 2016 gaat beginnen en dat we in Veenendaal zullen gaan wonen. Ik ben nu al benieuwd naar welke cultuurverschillen me dan weer gaan opvallen.