4 augustus 2015. Na een paar keer knipperen met mijn ogen zijn dan toch echt onze laatste twaalf maanden in Texas ingegaan. Twee dagen van het laatste jaar zijn zelfs al voorbij, weg, zomaar zonder dat ik het gemerkt heb vervlogen. Ik kan niet anders dan eerlijk bekennen dat dit gegeven enige paniek met zich meebrengt. Want ondanks het feit dat ik het de eerste periode zwaar vond, ondanks het feit dat ik hier mensen en dingen mis uit Nederland, vier jaar (en uiteindelijk zelfs vijf jaar) Texas is niet niks. Het is een overweldigende ervaring geweest, vol levenslessen. Het is ons thuis geworden en bovenal is het dankzij dit avontuur dat we een uitzonderlijk hecht, zelfstandig, sterk gezin zijn geworden. Vier jaar lang grotendeels op jezelf/elkaar als gezin zijn aangewezen, nog een kindje krijgen. Familie en vrienden absoluut bij ons, maar fysiek op grote afstand. Met vallen en opstaan, pieken en dalen ben ik geworden tot een ander mens. Ik heb meer zelfstandigheid en kracht gevonden in mijzelf dan ik jaren geleden voor mogelijk had gehouden. Ik ben maar meteen zo brutaal te beweren dat ik geloof dat deze transformatie voor de partners (mij dus in ons geval) het grootst is. De mannen hadden nog steeds werk, zij het op een andere locatie. Hadden nog steeds collega’s, al waren het nieuwe gezichten en karakters. Behielden zo ‘gedwongen’ hun normale ritme, al waren het vaak meer uren weg dan voorheen. Voor ons partners was alles anders en was alles plotseling volledig aan onszelf. Wat doe je op een dag, wat doe je deze week, wie kom je daarbij tegen? Vierentwintig uur per dag verantwoordelijk voor kinderen en huishouden met als je geluk hebt tussen vijf en zeven en in het weekend de ondersteuning daarbij van je echtgenoot, maken dat je je op de duur een alleenstaande-getrouwde-moeder voelt. Even tijd voor jezelf, even praten met een volwassene is ineens niet zo makkelijk meer. Bij wie laat je immers je kroost achter? Ik heb het geluk dat Ingeborg hier met mij zit de laatste jaren, bij wie ik altijd en met alles terecht kan. Dan nog geldt voor ons beiden dat je de ander niet te veel en te vaak wilt ‘belasten’ met de zorg voor jouw kinderen, aangezien de ander in hetzelfde schuitje zit en dan ineens vijf kinderen heeft te verzorgen. Dus ga je vooral veel samen op pad, inclusief onze vijf bloedjes van kinderen. Een heerlijk stel blonde koppies dat veel bekijks trekt van met name oudere Texaanse dames. En begrijp me niet verkeerd, ik zou niet anders willen. Het is soms vreselijk vermoeiend, ik kom soms tijden niet aan mezelf toe (dit bleek onlangs maar weer toen ik na een week weer eens fatsoenlijk kon douchen en Joris mij bij zijn ‘bedtime-hug’ vroeg waarom ik nu ineens anders rook… tja). Het is ook een periode die nooit meer terugkomt. De eerste jaren van het leven van je kinderen vliegen zo snel voorbij terwijl er meer dan ooit gebeurt in hun leven. Dat ik daar vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week getuige van mag zijn is de meest intense gelukservaring die ik mij kan voorstellen. Nog los van het feit dat het voor de kinderen de beste basis voor de rest van hun leven oplevert. Geen hulp voorhanden betekent alles alleen oplossen en regelen, zelfstandig zijn. Maar het betekent ook geen –goed bedoelde- bemoeienissen. Het betekent je leven precies zo invullen als jij dat zelf wilt. En het betekent dus kracht vinden waarvan je niet wist dat je het bezat.
En dat is waar de eerste paniek vandaan komt. Want ga ik ook sterk genoeg zijn om dit straks in Nederland vast te houden? Om nee te zeggen waar ik nee voel? Om zelfstandig te blijven waar ik zelfstandig wil zijn? Ga ik een goede balans vinden tussen deze zelfstandigheid en het weer toelaten van lieve andere mensen die gelukkig weer meer in ons leven zullen zijn? Gaan mensen begrijpen dat wij straks naast de blijdschap van het weer in Nederland wonen en dichtbij hen zijn, ook verdriet zullen voelen om het gemis van ons leven hier? In hoeverre is het eerlijk hiervoor begrip te verwachten, terwijl de verantwoordelijkheid voor dit hele gebeuren duidelijk bij ons/mijzelf ligt.
Daarnaast zijn er nog zoveel meer vragen die in mij opkomen als ik denk aan teruggaan. Hoe gaan de jongens zich redden, die niet beter weten dan dat dit het leven is. Zal ik in staat zijn de jongens hierin zo goed mogelijk te begeleiden? Zullen ze mee kunnen komen op school? Zal de taalachterstand niet te groot zijn? Om maar niet te spreken over de cultuur- en mentaliteitsverandering? Kunnen zij en ik wennen aan de drukte, aan de kleinere ruimtes, aan de donkere en koude dagen? Kan ik omgaan met de mensen die veel minder beleefd, vriendelijk en behulpzaam zullen zijn? En is dat eigenlijk wel echt zo of valt dat uiteindelijk erg mee? Kan ik ooit weer meekomen in het haastige ritme van Nederland? Wat zal Mart precies gaan doen? Zal hij ook daar veel weg zijn straks? Hoe leg ik contacten in mijn nieuwe buurt? Wat wil ik eigenlijk gaan doen? Blijf ik nog langer thuis tot Auron ook naar school gaat? Wil ik de verpleging weer in? Wil ik mijn massageopleiding afmaken? Is dat eigenlijk nog wel mogelijk na zoveel jaar ertussenuit te zijn geweest? Wil ik de massagepraktijk herstarten? Wil ik toch iets doen met mijn passie voor bakken? (jaaaa, een eigen tearoom please!!) In hoeverre is dat haalbaar?
Toen ik vanochtend de boodschappen in mijn pantry opborg, overviel mij ineens het gevoel van luxe. Wat een heerlijkheid zo’n grote ruimte waar ik alle voorraad die ik mij wens in kan opbergen. Dat zal ik wel gaan missen. Toen ik van de week na onze vakantie de wasmachine aanzette met genoeg wasgoed voor het twee weken kleden van vijf personen (inclusief de kleren van een dreumes die alleen nog maar zelfstandig wil eten….), bedacht ik me ook al dat ik toch zeker nooit meer kan zonder een wasmachine van Texaans formaat. Wanneer ik door de brede paden van de Walmart struin, denk ik met afgrijzen aan de smalle paadjes van de AH waar mijn wildebrassen ongetwijfeld nog wel eens iets uit het schap gaan stoten.
Toch heb ik er ook echt zin in. We zijn druk met brainstormen over onze nieuwe keuken. Praten veel over wat we willen met ons nieuwe huis. Ik heb er zin in dat huis nu eens eindelijk echt naar mijn zin te maken, zodat we er twintig, dertig, veertig jaar plezier van kunnen hebben. Ik kijk uit naar de momenten met onze ouders, broer, zussen, vrienden. Naar het delen van zorgen. Naar het aangaan van een nieuw avontuur!
Nog 363 dagen te gaan voor we de sprong in het diepe weer wagen, tot die tijd vermaak ik mij hier nog even. Momenteel met 40 graden en nog drie mannetjes thuis, totdat volgende week ook het laatste Texaanse schooljaar begint.
XOXO