Twee helden: Pippi en Piet

Jarenlang ben ik uitgescholden en bespot, ja zelfs bespuugd en van mijn fiets getrapt, dankzij mijn mooie rode lokken. Pippi Langkous was veruit de meest gehoorde. En vuurtoren uiteraard, of heks. Gek toch hoe een positief iets door sommigen als scheldwoord wordt gebruikt (Pippi, homo, Zwarte Piet).

Ook mijn bijzondere huid vol sproeten waren aanleiding tot hoon: “Had je vader roest in de pijp? Te lang in de regen gestaan? Ben jij besmettelijk? Lekker hoor, al die pukkels”.

Tot op de dag van vandaag zijn er nog kleine kinderen die schrikken van mijn perfect gevlekte huid en er een opmerking over maken. De een vindt het vies, de ander eng en de volgende zielig. Zo probeert mijn eigen zoon me eens in de zoveel tijd schoon te poetsen, bij gebrek aan succes krijg ik vervolgens een meelevende knuffel.

Het was niet alleen in mijn kindertijd en door kinderen overigens, want ook door voor mij volstrekt onbekende volwassenen die ik tegenkom op straat word ik weleens op denigrerende, dreigende toon uitgemaakt voor lelijke sproetenkop en Pippi Langkous.

En ik ben absoluut niet de enige roodharige sproetenkop (van scheldwoord tot geuzennaam) die dit is overkomen.

Wat betreft de behandeling van roodharige vrouwen in het verleden. Die was ook al niet al te best:  Heksenwaag, brandstapel…

Toch zou het krankzinnig zijn om hierdoor een verbod op Pippi Langkous, vuurtorens en roest te gaan eisen, laat staan tot op landelijk, nee zelfs VN, niveau. Of om de ouders van de opmerkzame kinderen te betichten van een opvoeding die aanzet tot discriminatie. Krankzinnig en oneerlijk.

Ik heb geen enkel negatief gevoel bij Pippi Langkous, die duidelijk een stereotypering is van de vurige, eigenzinnige groep mensen met een blanke huid, rood haar en sproeten. Zoek maar eens een karakterbeschrijving over roodharigen en in veruit de meeste gevallen vind je een veralgemeniseerde omschrijving die niet veel afwijkt van Pippi’s karakter.

Sterker nog, ik ben er inmiddels trots op mij te zijn. Pippi is, net als Zwarte Piet, een fictief positief figuur die kinderen helpt en blij maakt. Dus lig ik er geen moment wakker van als iemand mij zo noemt. Wat vervelend/fout is, is uiteraard degene die zoiets met negatieve bedoeling zegt, maar dat heeft 0% met Pippi of met mij te maken, en 100% met degene die een negatieve bedoeling heeft. Moet ik daardoor mijn leven laten beïnvloeden? Pippi laten afschaffen? Alle kinderen het plezier ontnemen van het kijken naar Pippi Langkous? Ik dacht het niet. Ik peins er niet over. Waar je aandacht aan geeft groeit, dus richt ik mij liever op het positieve in plaats van de negatieveling de macht te geven met alle gevolgen van dien.

De kinderen die zich verbazen over mijn sproeten, zijn kinderen. Die reageren eerlijk op alles wat ze opvalt. Wat anders is dan dat wat ze dagelijks zien. Hoe meer mensen met sproeten en rood haar ze tegenkomen, hoe meer ze die zullen gaan waarderen en normaliseren. Hoe meer ze Pippi zien, hoe meer ze mij zullen associëren met haar positieve karakter als ik ze aan haar doe denken. Ik houd van deze eigenschap van kinderen, alhoewel ik er als moeder ook regelmatig door in verlegenheid word gebracht wanneer mijn eigen zoons weer iets aan iemand opvalt.

Negatieve stereotyperingen zijn overigens allerminst voorbehouden aan roodharigen, of donkere mensen. Google op blond en de “domme blondjes” grappen en artikelen vliegen je om de oren.

Zwarte Piet blijft voor mij en mijn kinderen Zwarte Piet: een positief, fictief figuur, die vrolijkheid, humor en liefde brengt aan een ieder die het wil ontvangen. Die staat voor delen en samenzijn. Ik zou het op prijs stellen als de zwartkijkers zouden stoppen mijn kinderen negatief te beïnvloeden en hun dit prachtige rolmodel af te nemen.

Tegen die mensen Zwarte Piet om zeep helpen: Steek al die energie eens in jezelf, verbeter je zelfbeeld en ga staan voor wie je bent: een prachtig persoon, die uiterlijk toevallig wat lijkt op een van de mooiste figuren in het leven van heel veel mensen. Dan zul je trots zijn en net als ik het woord dat door een chagrijn als scheldwoord is gebruikt, kunnen gebruiken als geuzennaam.