Wat gaat de tijd toch ongelofelijk snel. Onvoorstelbaar dat ik al bijna een half jaar in Texas woon en er dus al een zesde deel van het hele avontuur op heb zitten. Ook de afgelopen twee weken vlogen voorbij, zonder een moment van verveling.
Een weekje nadat Jorinde was vertrokken mochten we Toine en Willemijn verwelkomen. Joris en Elian waren een paar minuten verlegen, om vervolgens de rest van de week te genieten van de aanwezigheid van hun opa en oma van vaders kant. Die hadden allerlei knutselspullen meegenomen, zodat we op eerste paasochtend prachtige paaseieren konden schilderen. En iedereen deed mee, zoals op de foto’s is te zien. Na het versieren van de eitjes vertrokken we met zijn zessen in de auto naar het communitypark, voor een heerlijke paasbrunch met andere Nederlandse gezinnen. Het plan was om de kinderen eieren te laten zoeken, maar aangekomen in het park bleek direct dat we niet de enige groep met dit leuke plan waren. Er was een enorm kerkgenootschap ons voor geweest wat betreft het belegeren van de picknicktafels en het verspreiden van te zoeken paaseieren. Nadat we toch een tafel hadden bemachtigd werden onze kinderen uitgenodigd mee te zoeken naar de eieren van de kerk, maar Joris had inmiddels de glijbaan gevonden en besloot dat die veel interessanter was. Nu was ik hier niet zo rouwig om, aangezien het eieren zoeken er hier iets anders aan toe gaat dan wij in Nederland gewend zijn.
Een fantastisch Amerikaans schouwspel openbaarde zich. De enorme groep kinderen moest zich eerst verzamelen voor een mevrouw op een zeepkist, waarna deze mevrouw de regels uitschreeuwde. Het deed me nog het meest denken aan een grote scoutingbijeenkomst, tenminste dat stel ik me zo voor, want ik ben ook nog nooit op een scoutingbijeenkomst geweest. Een voorbeeld: de vrouw riep “jullie mogen niet voorbij het lint, want dat is gevaarlijk omdat er auto’s rijden!, Wat mogen jullie niet?” Alle kinderen in koor: “wij mogen niet voorbij het lint” Vrouw: “waarom mogen jullie niet voorbij het lint?” alle kinderen in koor: “omdat het daar gevaarlijk is omdat er auto’s rijden” vrouw: “dus wat gaan jullie niet doen?” alle kinderen in koor: “Wij gaan niet voorbij het lint!”. Keurig natuurlijk, reuzefijn dat al die kindertjes de boodschap zo goed begrepen hebben, maar in mijn ogen toch enigszins griezelig om te zien dat zo’n grote groep kleine mensjes massaal weet wat er van ze verwacht wordt qua ritueel en volledig zonder er ook maar een seconde over na te denken nagilt wat een vrouw op een zeepkist roept. Een voordeel, ik hoef mij niet meer af te vragen waar de enorme (niet altijd even handige, productieve of logische) volgzaamheid van Amerikanen (Texanen) vandaan komt, dat wordt er klaarblijkelijk al heel jong door mevrouwen op zeepkisten ingetetterd.
Vervolgens worden de kinderen losgelaten in een met lint afgezet stuk park, waar het gras niet meer te zien is omdat de grond volledig bezaaid is met felgekleurde plasticeieren. Het is duidelijk niet de bedoeling een ei te zoeken, al zou je het willen er valt niets te zoeken, je struikelt er simpelweg over. Nee, de bedoeling is om zoveel mogelijk van die plasticeieren in je cars- pooh- of hello kittymandje te mikken, voordat je vriendje ze te pakken heeft gekregen. Tot overmaat van ramp zijn die plastic neoneieren gevuld met jellybeans, kleine harde chemische snoepjes vol kleur-, geur- en smaakstoffen. Daar zitten wij Hollanders dan met onze drie-per-kind- hardgekookte-zelfgeschilderde-eieren. Nee, laat Joris dan maar lekker glijden.
Die avond maakte ik zelf Surinaamse roti met massalakip, compleet met hardgekookte eieren. We hebben ervan genoten.
Martin had de hele week vrijgenomen, zodat we maandag naar de grotten in Georgetown konden. Overal langs de Interstate (I35, de snelweg dus) staan borden die voor deze spacecavern reclame maken. Grote dinosaurussen en sabeltandtijgers zijn op die borden afgebeeld, dus wij vertelden Joris dat we naar een grot gingen om dinosaurussen te bekijken. Daar had hij wel oren naar. Het betreden van de grot begon in elk geval spannend, er zat een flinke slang vlak boven ons hoofd op de wand van de ingang. Ik had er meteen geen zin meer in, maar de gids verzekerde ons dat dit een rattenslang was en volledig harmless voor mensen. Op het verste punt in de grot vertelde ze doodleuk dat er toch ook wel gevaarlijke slangen in de grot voorkwamen (ratelslangen bijvoorbeeld), dolletjes. Ondertussen was Joris enthousiast en bloedserieus op zoek naar zijn geliefde ‘dinosausen’. Helaas hebben we die niet gevonden, maar wel wat botten van ooit naar binnen gespoelde of ingevallen prehistorische beesten die een nare dood gestorven zijn doordat ze in een laag modder zo kleverig als pindakaas terecht waren gekomen. Overigens stond alles in de grot in het teken van eten, in elke stalactiet of stalagmiet zag de gids wel een stuk bacon, een ijsje of een hamburger. Nu heb ik al flink wat grotten bezocht, allen in Frankrijk of een ander europees land, maar nog nooit eerder heb ik een gids uitsluitend horen praten over snackvormige gesteentes.
Na het bezoek aan de grot reden we door naar Austin, naar het Zilkerpark. En park met uitgebreide watersportmogelijkheden en een heus treintje met ouderwetse kaartjes. Ook zijn er verschillende speeltuinen. Toen Joris er net lekker aan het spelen was werd ik geplaagd door vervelende wespen en toen ik die eindelijk was kwijtgeraakt bleken er toestanden in het park waarbij traumahelicopters, brandweer en ziekenwagens plus een defibrilator moesten worden ingezet. Dat vond ik dan wel weer interessant, en Joris trouwens ook, maar oma vond het niet zo fijn en we besloten ook gezien de tijd op huis aan te gaan. Onderweg gestopt bij de Applebees, een typisch Amerikaans restaurant waar we heerlijk hebben gegeten, de kinderen kijkend naar de twee enorme flatscreens met American football boven onze tafel. We hadden een geweldige serveerster die mij onophoudelijk darling of doll noemde met een prachtig texaans accent. Toen ik vroeg naar de maat van de kleinste toetjes op de kaart,vertelde ze me dat het per toetje ongeveer vijf happen waren, de meeste mensen bestelden drie van die toetjes per persoon. Omdat ik al goed had gegeten besloot ik er twee te nemen, gewoon als lekker afsluitertje. Ik weet niet wat voor hap de gemiddelde klant hier neemt, maar ik had er per toetje zeker twintig nodig en kreeg mijn toetjes dus ook bij lange na niet op.
Verder deze week zijn we nog gaan eten in een Australisch georiënteerd steakhouse “the outback”. En Martin heeft een dagje met zijn ouders gegolfd. Bij het afscheid op het vliegveld nog gegeten bij Subway, waarna we tot Joris’ plezier het vliegtuig hebben uitgezwaaid.
Omdat ik aanstaande donderdag 30 word (oh help, wat gaat dat hard) en er deze maand nog twee andere Nederlanders 30 werden/worden en een Nederlandse zelfs 35 werd, hebben we gezamenlijk een feest georganiseerd. Een Fout Feest welteverstaan. Na uitgebreid bij onze eigen Nederlandse kapster en schoonheidsspecialiste onder handen te zijn genomen had ik een wild maar geweldig kapsel en rood met zwarte smokey-eyes inclusief glitterige nepwimpers. “Mama gekke ogen”, aldus Joris. We hebben samen gegeten met de andere jarigen en hun kinderen, toen alle kleintjes in verschillende kamers op locatie in bed gelegd en daarna onze kostuums aangetrokken. Martin was de ‘Donut Police’ en ik een ‘immortal queen’. Helaas wilden onze jongens eerst niet slapen, maar nadat ze alle gasten hadden gezien gaven ze de strijd om wie het langst wakker kon blijven toch op. Het was een geweldig feestje, super om te zien hoe iedereen zijn best had gedaan zo fout mogelijk ten tonele te verschijnen. Natuurlijk heb ik ook een foute taart gemaakt, eindelijk een goed excuus om een topsy turvy te proberen! Enige minpuntje was dat ik ’s-Avonds mijn haar niet meer uit de knoop kreeg en daarom pas om vijf uur in bed lag, waarna de jongens om zeven uur wel weer een ontbijtje lustten. Tja, en dan voel je toch wel dat je geen achttien meer bent….
het is weer een leuk verhaal Karlijn! En fijn dat opa en oma nu ook gezien hebben hoe jullie het hebben, dat is toch prettiger dan “op afstand”, groet, Joke