Road Trip 2016 – Part One

24 Januari 2017. Als ik om 0700 de jongens naar school breng komt langzaam de zon op. Het is nog fris, ergens tussen de 2 en de 8 graden. De lucht kleurt blauw met roze –precies zoals ons konijnentoetje volgens Joris, hij heeft gelijk- en aan de horizon komt een oogverblindende oranje gloed ons tegemoet. Wanneer ik om 1530 Elian weer ophaal is het 28 graden, warm genoeg voor Auron om in slaap te sukkelen voordat we bij school zijn. Ik kan me bijna niet voorstellen dat ik dit straks moet gaan missen. De vele dagen zon. De warmte en de uitgestrektheid. De rust. Het is zo normaal geworden dat ik zelfs op een enkele dag met vrieskou zonder jas de deur uitga. Om 1700 haal ik ook Joris van de bus: hij heeft zwarte nagels, rode wangen en natte haren van het buitenspelen. Het was weer een mooie Texaanse dag.

Toch bekijk ik het positief dat ik dit allemaal straks ga missen. Je hoort of leest wel eens: “het blijkt dat mensen aan het eind van hun leven vooral spijt hebben van wat ze NIET hebben gedaan. Dus DOE vooral alles wat je wilt doen”. Ik vind dat zo’n onzin. Het kan niet. Het is namelijk zo, dat wat je ook doet…er is altijd iets anders dat je daardoor laat liggen. Doordat wij naar Texas gingen miste ik mensen en dingen uit Nederland. Doordat we straks terug in Nederland zijn mis ik mensen en dingen uit Texas. Het een kan niet zonder het ander en ik ben blij met wat ik nu beleef en dankbaar voor wat ik straks aan herinneringen heb.

Ik heb al lang niets meer geschreven over ons Texaanse avontuur. Er gebeurt genoeg dat de moeite waard is, maar mijn computer is regelmatig bezet (ook jongetjes van twee kunnen heel best zelf zo’n ding bedienen) en wanneer ik hem ‘s-avonds voor mij alleen heb is me de puf vergaan.

In september was het weer eens tijd voor een reisje door een paar van de verenigde staten. Naar het Westen welteverstaan. Onze eerste stop was El Paso (TX), waar we na 10 uur rijden (ja en toch echt nog steeds Texas) vooral erg moesten zoeken naar ons hotel. Gelukkig heb je daar tegenwoordig een navigatiesysteem voor zou je denken, maar onze boordcomputer hield er wel vreemde routes op na…we belandden op een enorme –ENORME- militaire begraafplaats. Toch vonden we niet veel later ons hotel, aan de voet van de Franklin Mountains. In de hotelkamer hing een enorme airco, die niet te bedienen was en ongevraagd een gigantische hoeveelheid koude lucht richting onze bedden blies. Behoorlijk irritant, maar ach, van slapen in een hotelkamer met drie kleine uitgelaten jongetjes komt toch al niet veel terecht. Voor het ontbijt moesten we ‘s-ochtends met de auto naar een ander gebouw, dat had ik ook niet eerder meegemaakt en het was best even een klus om Joris ervan te overtuigen dat we ECHT eerst in de auto moesten en daarna heus te eten zouden krijgen. Vanuit El Paso bezochten we White Sands (New Mexico). Een fantastisch nationaal monument dat bestaat uit witte duinen van gipskristallen. Met zijn ruim 710 vierkante kilometer is dit het grootste gipsduinenveld ter wereld. Auron wilde er graag een sneeuwpop bouwen, maar toen dat niet bleek te lukken was van de duinen glijden een prima alternatief.

Door naar Phoenix, Arizona op een uurtje of 6 rijden van El Paso. Bij het hotel is een zwembad dat vol zit met ijskoud water, maar dat deert onze jongens niet. Er zal gezwommen worden! Helaas voor ons kunnen ze nog niet zelfstandig zwemmen en dus moeten ook wij eraan geloven. Brrrr. Ook hier houden ze er een bijzonder ontbijt op na. Want hoewel we er nu weer gewoon heen kunnen lopen lijkt het erop dat het management een ontmoedigingsbeleid voert voor het nuttigen van het ontbijt dat bij de prijs zit inbegrepen. Zo zijn er geen vorken, grotendeels gifgroene bananen en met de plastic mesjes wordt het schillen en snijden van een appel een hele onderneming. Geeft niets, want de bak met fruit loops is goed gevuld en een van de favoriete vakantiebezigheden van de heren Schreuder is het ontbijten met Fruit Loops. Kleine waarschuwing: geef je kinderen thuis op normale dagen NOOIT Fruit Loops. Nooit, tenzij je een keer het effect op jouw kroost wil testen. Die dingen zitten zo vol met kleurstoffen, suiker en andere troep dat je een instant reactie zult zien in degene die ze eet. Stuiterend de ochtend door na een paar happen, gegarandeerd! Overigens werd ons bij aankomst in de eetzaal uiteraard een warm ontbijt aangeboden, tegen betaling, waarbij wel vorken werden geleverd. Maar voor deze Hollanders smaakt een  gratis koud ontbijtje nog altijd het best, ook zonder vork.

In Phoenix zagen we de beroemde saguaro cactus die slechts op een paar plaatsen ter wereld groeit.  Indrukwekkend! We wandelden bij Hole in the Rock en bezochten het politiemuseum waar een van de agenten getrouwd bleek te zijn met een Nederlandse vrouw. Per toeval kwamen we ook nog een vliegtuigkerkhof/vliegtuigonderhoudsbedrijf tegen waar we gelukkig niet zijn uitgestapt, want na een rondje langs het terrein –martin moest natuurlijk wel even goed kijken- zagen we een man met een grote stok een nog veel grotere slang vangen.

Omdat we allemaal gek zijn op bananenmilkshakes en die dingen hier verrekte moeilijk te vinden zijn, zochten we op internet naar de dichtstbijzijnde steak&shake. Die bleek op slechts een kwartiertje van ons hotel  te zitten, dus na een lange dag stapten we weer in de auto op weg naar ons favoriete restaurant. Hoe dichterbij we kwamen, hoe meer jeugd we op straat zagen en langzaam begon het te dagen dat we in het college district van phoenix terecht zouden komen. Leuk, maar wat worden wij oud! Wat een bedrijvigheid op zo’n campus. De schemer viel dus de studenten maakten zich op voor een avond borrelen en stappen, wij vielen met drie kleine kinderen nogal uit de toon. Aangekomen bij steak&shake bleek het betreffende filiaal slechts een beperkte kaart te hebben, volledig gericht op studenten en dus zonder bananenmilkshakes. Boehoe. Plotseling zagen we allerlei mensen die de terrasmeubels bedekten onder stukken plastic , er kwam een grote duststorm aan. Blijkbaar heel normaal in phoenix, maar nieuw voor ons. Alles zat al snel onder het stof/zand. De situatie was te vergelijken met dichte mist, maar dan wel een die knarst tussen je tanden.

Op naar California. Eerste stad: Los Angeles. Een tripje van ongeveer 6 uur, alhoewel je daar nog wel twee uur bij kunt tellen voor stoppen: tanken, plassen en andere onverwachtse vertragingen. Eten doen we gewoon in de auto. Onze oude Nederlandse koelbox werkt nog prima en aangezien de Wal-Mart overal te vinden is slaan we steeds een voorraad eten en drinken in voor onderweg. Sommige mensen vragen zich af of het niet zonde is van je vakantie om zoveel in de auto te zitten, maar ik zou niet anders willen. Juist de reis die je maakt is zo prachtig en indrukwekkend. Heerlijk met je eigen gezin bij elkaar. Je kunt hier uren rijden zonder beschaving tegen te komen en het landschap verandert zienderogen terwijl je rijdt. De grootsheid, de ruimte, de natuur: als je het niet gezien hebt is het bijna niet voor te stellen. Ik blijf me verbazen over de leefomstandigheden die we onderweg tegenkomen. Veel stof, troep, kapotte huizen, auto’s. Men woont hier echt! En er is zo ontzettend veel NIKS onderweg. Maar we genieten ook van de plotseling opduikende museumpjes/vvv-kantoortjes onderweg met gastvrije Amerikanen die altijd enthousiast op onze drie boeven reageren.

Een eerste onverwachte horde moesten we nemen bij de staatsovergang. Daar bleek namelijk een heuse voedselcontrole te zijn. Aangezien ik altijd veel te braaf ben liet ik de juffrouw aan de poort meteen onze voorraad bananen en de laatste half opgegeten appel zien, nerveus wachtend op haar oordeel. Gelukkig bleken bananen altijd californie in te mogen en kwam onze appel volgens deze mevrouw uit Texas, blijkbaar een veilige appelstaat, dus mochten we vrij vlot doorrijden.

Een tweede obstakel was een oude bekende: file! Nu is de file een verschijnsel dat we in Texas vrijwel niet tegenkomen, maar mocht dat toch eens gebeuren dan staat iedereen relaxed een beetje te wachten tot hij voorbij is. Je drinkt wat, kijkt wat uit t raam, zet je airco een tandje harder en zwaait eens naar een medeweggebruiker…niet in LA: Wat een gekte. DRUK!! Getoeter, gescheur over banen die daar niet voor bedoeld zijn, auto’s die in en uit gaten schieten die daar net niet te klein voor zijn. De LA rijstijl is allesbehalve Texaans, dus dat was even wennen.

Het derde (en laatste) oponthoud ontstond bij de ingang van het terrein waar ons hotel was. De pas die ons toegang had moeten verschaffen werd geweigerd, en dus mochten we het terrein niet op. Al snel stonden er vier politiewagens om ons heen en werd er druk gebeld met heren op kantoortjes. Lang leve ons entertainmentsysteem in de auto, want met een filmpje erbij hielden de jongens het nog best even uit. Uiteindelijk bleek alles toch gewoon te kloppen en werden we door een zeer vriendelijke agent met zwaaiende lichten naar ons hotel geëscorteerd. We kregen een eigen huisje van 100 jaar oud dat zeker niet teleurstelde, waar we drie heerlijke dagen konden verblijven.

Los Angeles is echt een wereldstad. Ik dacht vooral steeds: Wat een gekkigheid. Echt waar. Druk, zwervers op elke straathoek met zelfs hele tentenkampen onder de viaducten van de snelweg, prachtige mensen (vooral op het strand, net als op tv), sirenes. We zagen Hollywood, Beverly Hills –wat een huizen!- , de sterren op de Hollywood walk of fame. We waren educatief bezig in het science museum en bezochten Venice Beach waar een strandwacht ons Sand Dollars liet zien (een soort schelp). Wanneer je zelf een onbeschadigde Sand Dollar zou vinden, zou dat geluk brengen en dus speurden wij -met succes- het strand af. Het beloofde geluk liet echter op zich wachten, Auron stapte al snel in een bij die daarop zijn angel in het kleine voetje van onze lieve peuter achterliet.

-wordt vervolgd-

Een bijzonder tripje

Eind juli mochten we met Joris op nacontrole bij de chirurg. Zijn cyste bleek goedaardig en daarmee kwam dit hoofdstuk tot een goed einde. Toen we afscheid namen van de dokter mocht Joris een cadeautje kiezen uit een grote schatkist, hij koos een slang voor zichzelf en nog een kikker voor broer Elian. Toen ik een paar weken later een zalfje moest smeren en hij daar geen zin in had, zei ik dat hij dan misschien weer geopereerd zou moeten worden. Zijn antwoord: “ja, dat is goed, dan kies ik weer het druivensmaakje (narcosegas) en iets uit de schatkist”. Overigens kan ook Elian af en toe hilarische opmerkingen maken. Toen ik hem op een avond naar bed bracht hadden we de volgende conversatie, Ik: “Slaap lekker, ik hou van je” Elian: “Slaap lekker mama, ik hou van spiderman!”

Elke zomer is er bij de bioscoop hier in de stad een actie voor kinderen, summer movie clubhouse. Tien weken lang draaien ze kinderfilms die al eerder gedraaid hebben, waar je voor een dollar per film naartoe kunt. Of als je een kaart koopt voor alle tien de films ben je in totaal zelfs maar vijf dollar kwijt. Ik vind het een briljant idee, tijdens de lange hete zomervakantie is het heerlijk om een filmpje te kijken in de aangenaam koele bioscoopzaal. Aangezien het speciaal voor kinderen is (en supergoedkoop) stoort ook niemand zich eraan als kinderen kabaal maken, wat de hele onderneming voor deze moeder weer een stuk relaxter maakt.
Nog een leuk uitje voor kinderen ontdekte ik op een kinderfeestje van een klasgenootje van Joris. Jack Henry werd vier jaar en dat vierde hij in het planetarium. Dit is een soort omniversum waar ze verschillende educatieve filmpjes laten zien, naast de vaste sterrenkundige programma’s die hier ook op kinderen zijn gericht. Het koepelscherm geeft een prachtig effect, bij het filmpje waarin het leek alsof je in een achtbaan zat werd ik zelfs wat misselijk (dat heb ik in een echte achtbaan gek genoeg pas na een ritje of vijf).

Zoals ik al in een eerder blog aanstipte, hebben we nogal een avontuur achter de rug met Elian en de Montessorischool. Joris zit inmiddels drie jaar naar onze volle tevredenheid op deze school. Zeker als ik de verhalen hoor van andere Nederlandse moeders over de reguliere basisscholen hier in de omgeving kan ik niet anders dan ongelofelijk blij zijn met de Montessori. Bij ons geen bergen huiswerk, geen schreeuwende of zelfs slaande juffen, niet elke dag een kleurenlabel voor het gedrag van elk kind (rood is slecht, groen is geweldig en dan een aantal kleuren ertussenin), geen publiekelijke vernedering voor het ene kind terwijl een ander gekroond wordt tot uitblinker van de week. En ook geen dagelijks trouwzweren aan een vlag. Ik mag mijn kinderen wèl naar hun klas brengen en afscheid van ze nemen en gelukkig mogen ze gewoon nog even peuter/kleuter/kind zijn.

In augustus hadden we dus gepland dat Elian ook naar deze school zou gaan. Ik naaide zelf een “napmat” voor hem, die paste bij zijn piratenlunchbox. Toen hij zijn wenuurtjes maakte zat ik in de observatieruimte. Op de Montessori mogen alle ouders, op elk gewenst moment en zonder dit te melden aan directrice of juf, hun kind komen observeren. Aan het klaslokaal zit een kantoortje met een bankje voor het raam waardoor je het lokaal kunt inkijken. Je kunt ook goed horen wat er gebeurt. Vanuit het lokaal lijkt dat raam echter een spiegel, gesitueerd boven het aanrecht waar de kindjes hun handen kunnen wassen. Dit levert hilarische momenten op doordat de kinderen zich niet bewust zijn van het feit dat iemand ze recht in hun gezicht aankijkt terwijl ze zichzelf uitgebreid in de spiegel bewonderen. Zo’n schooldag is een grote aaneenschakeling van vaste patronen en rituelen. Heel mooi om te zien hoe goed duidelijkheid en regelmaat werkt voor de kindjes.
In het lokaal staat dagelijks een snack klaar op een schattig oud houten kastje, een miniatuur servieskast. Alles in het lokaal is op maat van de kinderen gemaakt. Miniatuurservies, -bestek, -fauteuils, -afwasbakken, -stoffer en blik, -fonteintjes, -kastjes, -gieters etc. De snack is voor elk kind vrij toegankelijk op elk moment van de dag, maar om te voorkomen dat een kind in een keer de hele voorraad leegeet staan er kaartjes naast de schalen met daarop pictogrammen die aangeven hoeveel het kind mag pakken. Bijvoorbeeld een plaatje van een aardbei met daarbij een 3, dan mogen ze dus drie aardbeien pakken. Bij het kommetje met cornflakes een kaartje met een lepel en een 2, zodat het kind weet dat het twee lepels cornflakes voor zichzelf mag opscheppen. Naast het snackkastje staat een tweepersoonstafeltje, keurig gedekt. Placemats, bestek, bordjes, glaasjes, servetjes en een bloemetje in het midden. Met stijgende verbazing en vol bewondering aanschouwde ik het volgende tafereel: een klein jongetje liep naar het tafeltje en pakte een van de gedekte bordjes. Op dit bordje schepte hij zichzelf exact de hoeveelheid op die op het kaartje werd aangegeven, waarna hij zijn bordje met twee handjes voorzichtig terugplaatste op het tafeltje. Hij ging zitten op het stoeltje en at zijn snack op, terwijl om hem heen de andere kinderen bezig waren met elk hun eigen werkje. Toen hij zijn bordje leeg had gegeten stond hij op,pakte zijn bordje, bestek en vuile servet en liep ermee naar het aanrechtje. Daar gooide hij het servetje in de prullenbak om vervolgens in een klaarstaande bak met sop geroutineerd zijn bord en bestek af te wassen! Vervolgens liep hij naar het snackkastje terug, maakte de kleine deurtjes open en haalde er een schoon bordje, bestek en een nieuw servet uit. Nadat hij zijn placemat met stoffer en blik van kruimels had ontdaan plaatste hij de schone spullen op de placemat, gebruiksklaar voor een volgend kind. In eerste instantie dacht ik nog dat ik toevallig naar een bijzonder goedopgevoed kind had zitten kijken, maar het werd me al snel duidelijk dat alle kinderen dit ritueel feilloos uitvoerden. BEHALVE ELIAN. Elian zag een schaal met aardbeien op het kastje en Elian had toevallig best zin in aardbeien. Dus schoof hij een van de twee stoeltjes pontificaal voor het kastje en begon hij de schaal leeg te eten. Met de lepel die hij vond in de bak met cornflakes.

Een maand later mocht Elian dan echt beginnen. Vijf hele dagen per week. Teveel naar mijn zin, maar de enige optie op deze school. Op de eerste dag nam hij met frisse tegenzin afscheid van mij,om het in het lokaal op een brullen te zetten zodra hij zag dat ik ook echt bij de deur wegliep. De juf zou me bellen als er iets was, dus liep ik de hele dag zenuwachtig te doen met mijn telefoon in de hand. Toen de directrice mij belde om een uur of tien stond ik al bijna naast mijn auto met een torenhoge bloeddruk, maar ze belde alleen even om iets te vragen over de financiën. Ik werd verder niet gebeld, maar toen ik ‘s-middags op school kwam bleek wel dat Elian het moeilijk had gehad. Hij had een ongelukje gehad op het toilet, want onze preutse Texaanse medemens wil niet dat de juf teveel bloot ziet van een peuter en dus hadden ze hem niet geholpen bij het uittrekken van zijn broek, met als gevolg dat het allemaal te lang had geduurd om droog te kunnen blijven. Beetje jammer. Ik ging dus naar huis met een vermoeide peuter, een zak natte kleding en het verzoek hem in het vervolg alleen broeken met elastiek aan te trekken. Dat Elian niet zo’n zin meer had in school bleek op de volgende dagen. Elke dag verzon hij een nieuw protest: Gooien met materialen, in zijn broek poepen, de juf slaan, schreeuwen, andere kindjes duwen en uiteindelijk begon hij zelfs iedereen die in zijn buurt kwam te bijten. Ik werd nooit gebeld, maar kreeg steeds aan het einde van de dag een officieel geel calamiteitenbriefje in handen gedrukt, waarop ik braaf mijn handtekening zette naast die van zowel de juf als de directrice. Op dag 7 werd mij verteld dat hij nog drie dagen de tijd had om zijn gedrag te verbeteren, anders moest hij van school. Blijkbaar hadden andere ouders, door de directrice aangeduid als mensen die altijd overal over zaten te klagen, gedreigd hun kind van school te halen als Elian in de klas zou blijven. Het leek mij een onmogelijke opgave en inmiddels was ikzelf tot een grote kluit stress met maagpijn verworden. Toen Elian op dag 8 weer een ander kind pijn had gedaan besloot ik dat het genoeg was geweest, een besluit dat enthousiast door juf en directie werd ontvangen. Hij was welkom om weer te beginnen zodra hij wat volwassener zou zijn, aan mij de twijfelachtige eer om het geschikte moment te bepalen.

Ik kreeg tijdens Elians schoolfiasco dus last van vreemde pijnaanvallen in mijn maag. Helaas gingen deze niet over toen hij weer thuis was en werd het zo erg dat ik nadat ik iets had gegeten alleen nog maar dubbelgevouwen op de grond kon liggen voor een uur of twee. Uiteindelijk stuurde Martin me naar de dokter en ging ik de malle molen in van doktersbezoeken, bloedprikken, kweken en echo’s. Tussendoor deed ik ook nog braaf een speciaal vrouwenonderzoek, want de dokter was er absoluut niet van gecharmeerd dat ik niet jaarlijks mijn hele vrouwelijke systeem had laten controleren. Dit was overigens lang zo erg niet als ik vooraf had bedacht, het was vooral vermakelijk dat de (vrouwelijke) arts en verpleegkundige zo enorm krampachtig hun best deden geen glimp op te vangen van mijn verplichte omkleedsessie (eigen kleding uit, enkellange ziekenhuisjurk aan), om vervolgens allerlei onderzoeken uit te gaan voeren waarbij er juist persoonlijke onderdelen zonder jurk kwamen te zitten. Maargoed, terug naar mijn maag. Ik kon alleen nog vloeibaar eten verdragen, maar geen enkel onderzoek toonde iets afwijkends aan. De huisarts stuurde me naar de gastroloog, een vrouw van mijn leeftijd die in eerste instantie nogal nors op mij overkwam en mij vooral een lastige buitenlander leek te vinden. Ze opperde dat het wel aan stress zou liggen en vond dat ik maar een beetje rustig aan moest doen. Toen ze vervolgens ontdekte dat ik een baby had van dezelfde leeftijd als haar jongste zoon en dat ik ook borstvoeding gaf draaide ze bij, bleek ze een ontzettend aardig mens en stuurde ze me voor een gastroscopie naar haar collega. Niet lang daarna gingen Mart en ik dus op weg naar het dagcentrum voor buikonderzoeken, terwijl Harmen op Elian en een boze baby Auron mocht passen (Autje was helemaal niet van plan uit een fles te drinken of anderszins eten van deze donkerharige man aan te nemen). Ik was behoorlijk zenuwachtig en had niet echt een goed beeld van wat me te wachten stond, ik wist alleen hoe de gang van zaken in Nederland was waar men patiënten bij vol bewustzijn zo’n scoop door de strot duwt (ja daar heb ik wel eens naastgestaan als pleeg en nee dat was geen fijn gezicht). We werden naar een kamertje gebracht waar ik me wederom in een enkellange jurk moest hijsen. Naast mij nog zeker vier andere kamertjes, het was duidelijk lopende band werk. Ik kreeg een infuus en de zuster vertelde me dat ik niets van het onderzoek zou merken omdat ze me een slaapmiddel zouden geven en dat ik me waarschijnlijk ook weinig (correct) zou kunnen herinneren van de periode voor en na het onderzoek. Toen ging ik zonder Martin door naar de behandelruimte. Met bed en al, een bijzondere ervaring om weer eens IN het bed te liggen in plaats van er naast te lopen. In de behandelruimte was de arts; volgens mij een vriendelijke man die verdacht veel weghad van een oempaloempa, maar Martin houdt vol dat hij een normaal postuur had. Ik weet nog dat ik op mijn zij moest gaan liggen en dat hij vroeg naar de situatie met Elian. De eerstvolgende herinnering is pas van een moment dat ik al lang en breed thuis was, maar gelukkig heeft Martin me het een en ander kunnen vertellen. Zo heb ik bijvoorbeeld direct na het wakker worden in het ziekenhuis geroepen dat Elian achter het gordijn stond en nergens aan mocht zitten, heb ik Martin tot twee keer toe opgedragen “de taart uit de oven te halen” en stond ik er blijkbaar op dat ik: A) mijn BH aan zou hebben voordat ik ook maar ergens heenging en B) mijn prachtige ziekenhuissokken mee naar huis zou krijgen. Deze vormeloze-beige-onesizefitsall-antislipdingen lagen inderdaad de volgende dag thuis naast mijn bed, dus ik vrees dat Martin de waarheid spreekt. Wat ik wel mooi vind om te horen is dat ik blijkbaar, zwaar onder invloed, nog steeds moeiteloos kon schakelen van Nederlands praten tegen Martin naar Engels spreken tegen ziekenhuispersoneel. Dus inhoudelijk was het allemaal waanzin, maar tenminste wel in een voor iedereen begrijpelijke/verstaanbare vorm. Terugkijkend vind ik dat elke moeder eens per jaar zo’n roesje zou moeten krijgen, want ik heb de hele verdere dag in een volstrekt zorgeloos universum doorgebracht en vooral heerlijk geslapen. Ik kon pas na een dag of vijf weer fatsoenlijk autorijden, dat was wel een nadeel. Overigens zei de arts dat hij geen afwijkende zaken had gevonden in mijn maag, wat ik op een vreemde manier best vervelend vond, want het idee dat zoveel pijn alleen maar tussen mijn oren zat was niet echt een geruststelling. Een paar weken later had ik een eindgesprek met de vrouwelijke gastroloog dat wederom voornamelijk over borstvoeding ging, maar bedoeld was om mij te vertellen dat er toch een afwijking was gevonden in het biopt dat tijdens de scopie was afgenomen. Ik blijk te kampen met chronische gastritis. Gelukkig is mijn maag sinds het onderzoek weer tot rust gekomen, dankzij een paar weken vloeibaar eten, en kan ik met een paar leefregels weer behoorlijk normaal uit de voeten.

Cultuurschok no2

Toen we eind juni op vakantie/huizenjacht in Nederland waren was het heel gek om te merken dat de cultuurschok na drie jaar Texas ineens de andere kant op werkt. Bijvoorbeeld bij het boodschappen doen in de ooit zo vertrouwde Albert Heijn. Want Tjonge wat is zo’n Hollandse winkel schoon, goed georganiseerd en klein. Wat een schattige miniwinkelwagentjes en wat zwenken die wieltjes gek. Moeten die dingen echt aan de ketting?! Heeft er iemand een muntje om een wagentje te kunnen gebruiken? Wat een gigantische keuze uit verse producten, verschillende soorten vlees en spullen die we lang hebben gemist maar ook dingen die we nog nooit eerder hebben gezien. Wat lachen de mensen hier weinig naar elkaar, waarom zegt niemand beleefd ‘excuse me’? Als ik uiteindelijk na een poosje heerlijk slenteren bij de kassa sta met een wagen vol bonusaanbiedingen, vraagt de caissière mij of ik een bonuskaart heb. Jazeker heb ik mijn blauwe-oude vertrouwde-goedbewaarde bonuskaart nog, speciaal meegenomen uit Texas! Terwijl ik hem aan de kassajuf geef grap ik tegen Martin: ”hopelijk doetíe het nog”. Geen seconde later hoor ik haar zeggen: “nee, maar dit is een oude bonuskaart, die werkt niet meer!” Ik: Ja, haha, natuurlijk, leuk grapje. Zij: Neehoor, de blauwe bonuskaarten zijn al sinds januari niet meer bruikbaar! Aan haar gezicht te zien spreekt ze de waarheid, ik kan haar bijna horen denken: hebben die mensen onder een steen gezeten het afgelopen jaar??…
Tsja, dat krijg je als je in Amerika gaat wonen, dan verandert er wel eens wat. Viel me ook al op dat de koelkasten, wasmachines, auto’s, wegen en parkeerplaatsen zo enorm gekrompen zijn.

Net na het afrekenen bleek dat Elian moest plassen dus liep Martin met onze middelste smurf alvast vooruit om een wc te zoeken. Wij zijn gewend aan (lees: verwend door)de Walmart met meerdere uitgebreide toiletruimtes, maar helaas is er in de Albert Heijn geen mogelijkheid om je peuter te laten plassen. Bij de Walmart daarentegen hebben ze zelfs een speciaal stoeltje naast de wc hangen waar je je ondernemende kind in vast kunt zetten als je zelf moet plassen en geen tweede volwassene bij je hebt. Superhandig, want welke ouder kent het niet: je bent blij dat je zit want je blaas staat op klappen (geen weldenkend mens alleen met een of meer kleine kinderen gaat plassen op een openbaar toilet tenzij het ECHT nodig is), haalt je dreumes/peuter/kleuter moeiteloos het slot eraf en zwaait de deur wagenwijd, verder-kan-hij-niet, open. Daar zit je dan en plein public. Of een andere fijne optie: je kind heeft ontdekt dat hij precies onder het tussenschot door kan kruipen om eens te kijken wie er aan die leuke schoenen vastzit in het hokje naast je. Dat diegene ook met de broek of rok op de enkels zit maakt zo’n kleine onderzoeker uiteraard niets uit. Maargoed, deze problemen heb je dus niet bij de Albert Heijn, want daar zijn geen toiletten.

Terwijl Joris mij als een echte grote jongen helpt met het dragen van de boodschappen, Auron hangt in de draagzak op mijn buik, waait er plotseling een parasol van de blokker om. Bovenop Joris zijn hoofd en precies op de plek waar hij nog geen twee weken daarvoor is geopereerd aan zijn cyste. We schrikken alletwee heel erg, maar echte schade is er gelukkig niet. De manager komt de Blokker uitgerend en gebiedt mij de winkel in te gaan en een cadeau voor de huilende Joris uit te kiezen als troost. Geweldig natuurlijk, maar ook een beetje ingewikkeld. Want wat kies je dan… als ik Joris zou laten kiezen lopen we vast met een doos lego van 80 euro de deur uit en dat lijkt me toch wat overdreven. Daarom stuur ik hem richting het rek met autootjes –hotweels, noemen de jongens die inmiddels- waar hij een mooi blauw autootje kiest. Het voelt voor mij nog wel een beetje ongemakkelijk om zonder betalen de winkel uit te lopen, maar Joris vindt het prachtig en kan niet wachten zijn nieuwe aanwinst aan zijn vader en broertje te laten zien.

Zo’n vliegreis naar Nederland is best een hele onderneming met drie kleine jongens. Joris en Elian gedroegen zich in het vliegtuig voorbeeldig, maar wachten tussen de vluchten door is toch wel heel erg moeilijk. Auron had op de terugweg een mooi babybakje in het vliegtuig. Een soort reiswieg met een deksel van gaas, zodat de baby tijdens de reis af en toe even plat kan liggen en moeder haar handen twee tellen vrij heeft. Ik vraag me af wanneer er iemand op het idee komt om een kindercabine te maken in een vliegtuig. Gewoon, een ruimte waar ze lawaai mogen maken en zich lekker kunnen uitleven in een ballenbak. Zelfde gaasdakje erover als over die babybakjes en klaar ben je.

We moesten in Nederland Autjes paspoort regelen en mijn hemel wat een ongelofelijk bijdehante (als ik ‘irritante’ zou schrijven zou dat natuurlijk niet zo beleefd van mij zijn, dus dat doe ik dan ook zeker niet) meneer zat er achter de balie. We hadden een afspraak om elf uur en waren keurig op tijd, dachten wij. Dat zagen wij blijkbaar toch verkeerd, want na ons : “hallo wij hebben een afspraak om elf uur” volgde zijn:”ja, en is het bij jullie al elf uur dan? Bij mij nog niet!”. Hij had wel gelijk, het was pas drie voor elf. En als je denkt dat dit het enige meningsverschil was dat wij met hem hadden, dan heb je het goed mis. Uiteindelijk hebben we het paspoort gelukkig wel gekregen.

Omdat Martin jarig was gaven we een Amerikaans feestje. Een mooie gelegenheid om zoveel mogelijk mensen even te zien tussen alle drukte van het zoeken naar een huis door. Iedereen nam iets lekkers te eten en/of drinken mee, dat was een groot succes. Debora had wel heel bijzondere taartjes meegenomen, taartjes met een zwart randje. Ze waren heerlijk. Wat minder de bedoeling was, was dat bijna iedereen iets liet liggen. Een sjaal, een jas, een thermosfles, een boek. Als het goed is heeft iedereen inmiddels zijn/haar spullen terug. Zo niet, stuur me een mailtje dan probeer ik het alsnog te regelen. Het was zo fijn om iedereen weer even te zien en spreken en ik heb vol bewondering gekeken naar de vele lieve kindjes die of groter waren gegroeid sinds de laatste keer dat ik ze zag, of zelfs helemaal ontstaan waren sinds ik hun ouders de laatste keer zag. Met Eric keken we nog een spannende wedstrijd van het Nederlands elftal, zodat we toch een heel klein beetje meekregen van de WK-gekte. Twaalf dagen thuisland was eigenlijk niet lang genoeg, zeker niet omdat Elian steeds zo ziek wordt van de jetlag en dus de eerste dagen aan huis is gebonden. Maar ondanks dat het kort was, we hebben weer genoten!

Nu we al drie jaar in Texas zijn zien we steeds meer mensen komen en gaan. Het blijft gek om de mensen te zien vertrekken die hier waren om ons wegwijs te maken in de beginperiode en waarmee je zo’n bijzondere geschiedenis deelt. Natuurlijk is het niet altijd vrede in een samengestelde groep als deze en doen we ook veel dingen apart van elkaar. Maar de momenten die je wel samen meemaakt, op feestdagen of juist op momenten dat iemand hulp nodig heeft, zijn extra bijzonder omdat we uiteindelijk, hoe verschillend we ook zijn, allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Als ik langs een huis rijd waarin een vertrokken gezin heeft gewoond denk ik steeds even terug aan de momenten die we samen hebben beleefd. Ook denk ik vooruit, aan het moment dat wij het vertrokken gezin zullen zijn. Dat alles hier gewoon doordraait met de nieuwe groep. En dan bedenk ik me altijd dat juist het tijdelijke aspect van dit fantastische avontuur de charme is. We hebben het zo naar ons zin, het is zo mooi om een poosje te leven op een ander stukje van de wereld, maar als het voor altijd zou zijn was voor mij alle glans eraf. We genieten er nu van, want voor je het weet mogen we weer beginnen aan een nieuw avontuur in Nederland. Met onze familie en vrienden dichtbij. Sinds kort weten we dat dit nieuwe avontuur definitief halverwege 2016 gaat beginnen en dat we in Veenendaal zullen gaan wonen. Ik ben nu al benieuwd naar welke cultuurverschillen me dan weer gaan opvallen.

Achterstallig onderhoud

Nu Joris meer dan een half jaar geleden vijf werd, wordt het echt tijd zijn verjaardagsverhaal te vertellen. Omdat zijn vierde verjaardag in een schoolvakantie viel was deze vijfde verjaardag de eerste die we op school konden vieren. Ik weet natuurlijk niet hoe zoiets in Nederland gaat tegenwoordig, maar in mijn herinnering mocht je als traktatie op de basisschool best wel iets lekkers meenemen dat wat minder gezond was. Helaas is dat hier niet het geval. Elke normale dag moet ik mij voor Joris zijn lunch al houden aan strenge voorschriften: de lunchbox moet in elk geval gevuld zijn met fruit, groente, proteïnehoudend voedsel, calciumhoudend voedsel en iets met koolhydraten. Daarnaast zijn zaken met veel toegevoegde suikers streng verboden (geen chocoladepasta of hageltjes op brood dus). Ik vind dit een goede zaak. Maar ook voor de verjaarstraktatie heb ik mij te houden aan de volgende regel: het moet iets zijn zonder toegevoegde suikers. De meeste kinderen trakteren dus bagels met roomkaas en een fruitspies. Of een bakje pindakaas met soepstengeltjes. Omdat ik het eerste weinig origineel vind en het tweede noch echt lekker, noch gezond, besloot ik Hollandse krentenbolletjes te bakken in cupcakevormpjes met daarbovenop een kaneelbotercrèmetoef, gezoet met honing. Best een gokje, want het was maar de vraag hoeveel boerenkinderen zich in de klas zouden bevinden (wat de boer niet kent…). Naast deze traktatieregel heeft de school een cadeauregel die ik op zijn minst erg bijzonder vind: de jarige is verplicht zijn klas een boek cadeau te doen (dat boek verdwijnt vervolgens uiteraard in de boekencollectie van de school). Naast deze eigenaardigheden hebben ze een prachtig verjaardagsritueel, waar familie bij aanwezig mag zijn. Wat een geweldig idee om de viering open te stellen voor ouders, grootouders en broers/zussen! De juf sprak een week van te voren een tijd met mij af en gaf me een vragenlijst mee over Joris zijn leven. Op het afgesproken tijdstip mocht ik in de klas komen, in de kring stond al een stoeltje voor mij en Elian klaar. Auron bleef lekker slapen in zijn maxicosi, van waaruit hij de meisjes in de klas alleen al door zijn aanwezigheid genoeg afleiding bezorgde. In het midden van de kring stond een zon, daarnaast lag een aarde. Terwijl ik uit elk jaar van Joris zijn leven een paar hoogtepunten voorlas (van de vragenlijst die ik eerder van juf had meegekregen) en foto’s liet zien, mocht Joris steeds een rondje met de aarde om de zon lopen. Na deze vijf rondjes mocht Joris zijn krentenbolletjes uitdelen en het boek aan de juf geven. Terwijl de kinderen de traktatie aten las de juf het boek voor aan de klas. Daarna was het tijd voor mij en de kleine jongens om naar huis te gaan. De jarige Joris mocht vervolgens kiezen of hij op school wilde blijven tot de normale eindtijd, of dat hij alvast met mij mee naar huis wilde. Hij koos voor het laatste.

Naast deze schoolviering gaven we een feestje voor Nederlandse vriendjes en vriendinnetjes en Amerikaanse klasgenootjes in de gym in Killeen. Je huurt daar twee uur het hele gebouw, zodat de kinderen kunnen springen, rennen en spelen. Ze hebben een kamer die je zelf mag versieren en waar je eten en drinken mag neerzetten. We hadden dit jaar op Joris’ verzoek een spidermanthema. Ik had uiteraard een taart gemaakt en daarnaast bakte ik iets meer dan 100 bolletjes (wit, krent en bruin). Een enorme klus, maar zo de moeite waard! Ik zal nooit kunnen wennen aan het chemische Amerikaanse brood en dus is het extra genieten als ik eens de gelegenheid heb om zelf lekkere broodjes te bakken.

In mei is Elian voor het eerst ook naar school gegaan, voor zijn ‘assessment’. Ik vond het reuzespannend dat mijn kleine mannetje, nog maar een maand of vier van de borst af, ook al aan een schoolkeuring zou worden onderworpen. Hij was nog niet zindelijk, een vereiste om überhaupt op school te mogen beginnen, en nog zo gewend om alleen en altijd bij mij te zijn. Toch ging het boven verwachting goed. *Toen nog wel….wacht maar af wat er in een volgend blog staat…* Ik mocht in de observatieruimte zitten en kon zo zien en horen hoe hij braaf de aanwijzingen van de directrice opvolgde, de hem voorgezette houten cilinders probleemloos in de juiste holtes wist terug te plaatsen, bakje na bakje steentjes leegschepte en in het naastgelegen kommetje deponeerde. Heel grappig om te zien hoe verschillend mijn twee jongens zijn, dat bleek wel tijdens deze sessie. Joris is van het type: “zo hoort het, dus zo doen we het en niet anders”, omdat de juf het zegt of omdat het altijd zo gaat. Elian daarentegen is overduidelijk meer het type: “maar dat kan ook best anders”. Zo wilde de directrice tijdens de assessment dat hij kleurenstaaltjes sorteerde: rood bij rood, blauw bij blauw, keurig op een rijtje naast elkaar. Elian vond het echter veel leuker om met deze staaltjes een toren te bouwen. Hoe vaak ze hem ook probeerde te corrigeren, hij begreep haar echt na de eerste keer voordoen al wel, hij trok stoïcijns zijn eigen creatieve plan. Typisch Elian. Hij kan trouwens ook fantastisch tekenen, de figuren die hij maakt zijn altijd supergedetailleerd en hebben elk hun eigen gezichtsuitdrukking. Zelfs de kinderarts was verbaasd over wat hij in mijn agenda had gekrabbeld in afwachting van het consult. Joris begint nu ook steeds meer te tekenen, maar hij heeft een totaal andere stijl en geeft elk figuur, mens of dier, als hoofd een “smileyface”.

Niets zo gek als het Texaanse weer. In maart toen mama, martijn en Jorinde hier waren kregen we een gigantische hagelstorm letterlijk op ons dak. Zo erg dat de kozijnen aan de buitenkant van het huis flink beschadigd waren, evenals de dakshingles. Het ene na het andere huis in de wijde omgeving werd in de maanden die volgden voorzien van een nieuw dak en nieuwe kozijnen. In mei waren wij aan de beurt. Op de bewuste dag stond er om zes uur ’s-Ochtends een groep mannen van Mexicaanse afkomst op de stoep. Binnen een paar minuten zaten ze bovenop het huis de oude shingles van het dak af te trekken om ze vervolgens allemaal omlaag te smijten in de laadbak van een truck die speciaal daarvoor achteruit op de oprit geparkeerd stond. Vervolgens werkten ze de hele dag als een dolle door om het huis van nieuwe shingles te voorzien, af en toe gecontroleerd door een, van duidelijk Amerikaanse afkomst, baas die heen en weer reed tussen de huizen die dezelfde dag door zijn bedrijf aan een nieuw dak werden geholpen. Het is een oorverdovend lawaai: geklop, gehamer, gescheur, gesmijt, gekletter, alhoewel het harder lijkt op het dak van de buren. Ik heb diep respect voor de mannen op mijn dak. In de volle zon, van ‘s-ochtends vroeg tot ‘s-avonds laat, werken ze aan een stuk door. Of het ook efficiënt en veilig gaat, daar bemoei ik me maar niet mee.

In juni begon de tijd toch wel te dringen wat betreft de zindelijkheidstraining van Elian. We kwamen er al snel achter dat Elian absoluut ongevoelig is voor welke vorm van chantage dan ook. Hij kon zijn plasjes uren (nee, uuuuuuren) ophouden en vertikte ze gewoonweg op de wc te doen. Hij had inmiddels duidelijk door dat wij het toiletbezoek nogal belangrijk vonden en dus besloot hij er een flinke machtsstrijd van te maken. Evenals met het eten trouwens, hij eet al een jaar of twee thuis geen warme maaltijd meer. Zelfs geen pizza of patat. Niet omdat hij het niet lust, maar gewoon omdat hij er zo lekker zijn eigen plan mee kan trekken. Toen we in de tweede week van juni een weekendje naar Dallas gingen besloot meneer echter plotseling de toiletstrijd op te geven. Van de ene op de andere dag was hij dag en nacht zindelijk. Blijkbaar is zo’n hotelwc toch wel erg interessant. Overigens gebruikt hij helaas nog steeds wel eens zijn zindelijkheid als wapen in de strijd tegen mama. Als hij erg boos op mij is gebruikt hij gewoon zijn broek als toilet, om mij vervolgens uitdagend en voldaan aan te kijken. Ik zie hem denken:”dat krijg je er nu van als jij niet doet wat ik wil”.
In Dallas bezochten we het John F Kennedy museum. Best interessant voor volwassenen, maar geen aanrader met kinderen en zeker niet als je er, zoals wij, eerst anderhalf uur voor in de rij moet staan. Het Perotmuseum of nature and science was daarentegen een paradijs voor de jongens en ook nog leuk voor pa en moe. In dit museum kwam ik voor het eerst het begrip “nursing area” tegen. Een aparte ruimte voor borstvoedende moeders met comfortabele meubels en een beetje privacy. Aan de ene kant geweldig, aan de andere kant voor mij niet nodig en wat mij betreft voor niemand nodig. Iets natuurlijkers dan borstvoeding bestaat niet en in een wereld waar iedereen zonder gene langs billboards met nietsverhullende lingeriereclames loopt mag ik toch hopen dat men niet moeilijk doet over een kindje aan de moederborst (wishfull thinking).

Bij het hotel zat een binnenzwembad, waarin Joris met Mart tot laat in de avond heeft gespetterd. Nu nog vraagt hij af en toe wanneer we weer naar dat huis met het zwembad gaan. Aan zwembaden in tuinen is hij hier namelijk wel gewend, maar een binnenzwembad is voor hem een heel bijzonder fenomeen. De volgende dag bezochten we het lego discovery museum, dat dit een groot succes was hoef ik vast niet uit te leggen. Op weg naar huis aten we bij de chillis, waar ze tegenwoordig met een soort draagbaar computertje op elke tafel werken. Daarop kun je niet alleen je rekening betalen zonder tussenkomst van het personeel, maar je kunt er ook spelletjes op spelen tegen een kleine vergoeding. Je begrijpt dat de drie jongens tegenover mij aan tafel zich kostelijk hebben vermaakt, terwijl ik met baby Auron op schoot mijn kippetje at.

Op vrijdag 13 juni werd Joris geopereerd aan de cyste boven zijn oogje. Die cyste zat er al vanaf zijn geboorte, maar begon steeds meer te groeien de laatste tijd. De ziekenhuiszorg voor kinderen is hier werkelijk top. Alle medewerkers van de zorgketen voor kinderen zijn overduidelijk gek op kinderen en weten hoe ze het best kunnen omgaan met kinderen en hun ouders. We kregen voldoende en duidelijke uitleg en zowel de chirurg als de anesthesist zorgden ervoor dat ze Joris zijn vertrouwen wonnen door op zijn niveau met hem te praten, in alle rust en heel ontspannen. We kregen een privékamer met een televisie waarop Joris vanuit zijn bed disneyfilms kon kijken. Wij mochten hier met Elian en Auron blijven zitten tot Joris terugkwam, inclusief drinken en koekjes en Elian mocht tijdens het wachten met een loopauto door de gangen sjezen. Joris mocht kiezen welk smaakje narcosegas hij wilde in zijn kapje, enthousiast koos hij voor druiven. Laatst moest ik een zalfje smeren wat hij niet wilde, toen ik hem wilde overtuigen toch te smeren door te zeggen dat hij anders misschien weer geopereerd zou moeten worden antwoordde hij:”ohja, dat is goed, dan kies ik weer het druivengas”. Hij vond het hele gebeuren een leuke ervaring en heeft er gelukkig helemaal niets negatief aan ervaren. Hij is ook zo’n dappere en sterke jongen! Toen hij nog slaperig was van de narcose mochten we hem al mee naar huis nemen, de verpleegkundige vertelde hem dat hij thuis weer lekker naar zijn bedje mocht. Neehoor, zei Joris half slapend, thuis ga ik spelen. Jahoor, natuurlijk, dachten wij sarcastisch. Maar hij hield woord, alsof er niets gebeurd was speelde hij tot de normale kinderbedtijd. Geen pijn, geen sufheid, niets. Het enige dat hij heeft overgehouden aan of de cyste, of de operatie is het feit dat hij zijn rechterwenkbrauw niet goed kan bewegen. Het is afwachten of dit nog goedkomt, maar last heeft hij er niet van.