Road Trip 2016 – Part One

24 Januari 2017. Als ik om 0700 de jongens naar school breng komt langzaam de zon op. Het is nog fris, ergens tussen de 2 en de 8 graden. De lucht kleurt blauw met roze –precies zoals ons konijnentoetje volgens Joris, hij heeft gelijk- en aan de horizon komt een oogverblindende oranje gloed ons tegemoet. Wanneer ik om 1530 Elian weer ophaal is het 28 graden, warm genoeg voor Auron om in slaap te sukkelen voordat we bij school zijn. Ik kan me bijna niet voorstellen dat ik dit straks moet gaan missen. De vele dagen zon. De warmte en de uitgestrektheid. De rust. Het is zo normaal geworden dat ik zelfs op een enkele dag met vrieskou zonder jas de deur uitga. Om 1700 haal ik ook Joris van de bus: hij heeft zwarte nagels, rode wangen en natte haren van het buitenspelen. Het was weer een mooie Texaanse dag.

Toch bekijk ik het positief dat ik dit allemaal straks ga missen. Je hoort of leest wel eens: “het blijkt dat mensen aan het eind van hun leven vooral spijt hebben van wat ze NIET hebben gedaan. Dus DOE vooral alles wat je wilt doen”. Ik vind dat zo’n onzin. Het kan niet. Het is namelijk zo, dat wat je ook doet…er is altijd iets anders dat je daardoor laat liggen. Doordat wij naar Texas gingen miste ik mensen en dingen uit Nederland. Doordat we straks terug in Nederland zijn mis ik mensen en dingen uit Texas. Het een kan niet zonder het ander en ik ben blij met wat ik nu beleef en dankbaar voor wat ik straks aan herinneringen heb.

Ik heb al lang niets meer geschreven over ons Texaanse avontuur. Er gebeurt genoeg dat de moeite waard is, maar mijn computer is regelmatig bezet (ook jongetjes van twee kunnen heel best zelf zo’n ding bedienen) en wanneer ik hem ‘s-avonds voor mij alleen heb is me de puf vergaan.

In september was het weer eens tijd voor een reisje door een paar van de verenigde staten. Naar het Westen welteverstaan. Onze eerste stop was El Paso (TX), waar we na 10 uur rijden (ja en toch echt nog steeds Texas) vooral erg moesten zoeken naar ons hotel. Gelukkig heb je daar tegenwoordig een navigatiesysteem voor zou je denken, maar onze boordcomputer hield er wel vreemde routes op na…we belandden op een enorme –ENORME- militaire begraafplaats. Toch vonden we niet veel later ons hotel, aan de voet van de Franklin Mountains. In de hotelkamer hing een enorme airco, die niet te bedienen was en ongevraagd een gigantische hoeveelheid koude lucht richting onze bedden blies. Behoorlijk irritant, maar ach, van slapen in een hotelkamer met drie kleine uitgelaten jongetjes komt toch al niet veel terecht. Voor het ontbijt moesten we ‘s-ochtends met de auto naar een ander gebouw, dat had ik ook niet eerder meegemaakt en het was best even een klus om Joris ervan te overtuigen dat we ECHT eerst in de auto moesten en daarna heus te eten zouden krijgen. Vanuit El Paso bezochten we White Sands (New Mexico). Een fantastisch nationaal monument dat bestaat uit witte duinen van gipskristallen. Met zijn ruim 710 vierkante kilometer is dit het grootste gipsduinenveld ter wereld. Auron wilde er graag een sneeuwpop bouwen, maar toen dat niet bleek te lukken was van de duinen glijden een prima alternatief.

Door naar Phoenix, Arizona op een uurtje of 6 rijden van El Paso. Bij het hotel is een zwembad dat vol zit met ijskoud water, maar dat deert onze jongens niet. Er zal gezwommen worden! Helaas voor ons kunnen ze nog niet zelfstandig zwemmen en dus moeten ook wij eraan geloven. Brrrr. Ook hier houden ze er een bijzonder ontbijt op na. Want hoewel we er nu weer gewoon heen kunnen lopen lijkt het erop dat het management een ontmoedigingsbeleid voert voor het nuttigen van het ontbijt dat bij de prijs zit inbegrepen. Zo zijn er geen vorken, grotendeels gifgroene bananen en met de plastic mesjes wordt het schillen en snijden van een appel een hele onderneming. Geeft niets, want de bak met fruit loops is goed gevuld en een van de favoriete vakantiebezigheden van de heren Schreuder is het ontbijten met Fruit Loops. Kleine waarschuwing: geef je kinderen thuis op normale dagen NOOIT Fruit Loops. Nooit, tenzij je een keer het effect op jouw kroost wil testen. Die dingen zitten zo vol met kleurstoffen, suiker en andere troep dat je een instant reactie zult zien in degene die ze eet. Stuiterend de ochtend door na een paar happen, gegarandeerd! Overigens werd ons bij aankomst in de eetzaal uiteraard een warm ontbijt aangeboden, tegen betaling, waarbij wel vorken werden geleverd. Maar voor deze Hollanders smaakt een  gratis koud ontbijtje nog altijd het best, ook zonder vork.

In Phoenix zagen we de beroemde saguaro cactus die slechts op een paar plaatsen ter wereld groeit.  Indrukwekkend! We wandelden bij Hole in the Rock en bezochten het politiemuseum waar een van de agenten getrouwd bleek te zijn met een Nederlandse vrouw. Per toeval kwamen we ook nog een vliegtuigkerkhof/vliegtuigonderhoudsbedrijf tegen waar we gelukkig niet zijn uitgestapt, want na een rondje langs het terrein –martin moest natuurlijk wel even goed kijken- zagen we een man met een grote stok een nog veel grotere slang vangen.

Omdat we allemaal gek zijn op bananenmilkshakes en die dingen hier verrekte moeilijk te vinden zijn, zochten we op internet naar de dichtstbijzijnde steak&shake. Die bleek op slechts een kwartiertje van ons hotel  te zitten, dus na een lange dag stapten we weer in de auto op weg naar ons favoriete restaurant. Hoe dichterbij we kwamen, hoe meer jeugd we op straat zagen en langzaam begon het te dagen dat we in het college district van phoenix terecht zouden komen. Leuk, maar wat worden wij oud! Wat een bedrijvigheid op zo’n campus. De schemer viel dus de studenten maakten zich op voor een avond borrelen en stappen, wij vielen met drie kleine kinderen nogal uit de toon. Aangekomen bij steak&shake bleek het betreffende filiaal slechts een beperkte kaart te hebben, volledig gericht op studenten en dus zonder bananenmilkshakes. Boehoe. Plotseling zagen we allerlei mensen die de terrasmeubels bedekten onder stukken plastic , er kwam een grote duststorm aan. Blijkbaar heel normaal in phoenix, maar nieuw voor ons. Alles zat al snel onder het stof/zand. De situatie was te vergelijken met dichte mist, maar dan wel een die knarst tussen je tanden.

Op naar California. Eerste stad: Los Angeles. Een tripje van ongeveer 6 uur, alhoewel je daar nog wel twee uur bij kunt tellen voor stoppen: tanken, plassen en andere onverwachtse vertragingen. Eten doen we gewoon in de auto. Onze oude Nederlandse koelbox werkt nog prima en aangezien de Wal-Mart overal te vinden is slaan we steeds een voorraad eten en drinken in voor onderweg. Sommige mensen vragen zich af of het niet zonde is van je vakantie om zoveel in de auto te zitten, maar ik zou niet anders willen. Juist de reis die je maakt is zo prachtig en indrukwekkend. Heerlijk met je eigen gezin bij elkaar. Je kunt hier uren rijden zonder beschaving tegen te komen en het landschap verandert zienderogen terwijl je rijdt. De grootsheid, de ruimte, de natuur: als je het niet gezien hebt is het bijna niet voor te stellen. Ik blijf me verbazen over de leefomstandigheden die we onderweg tegenkomen. Veel stof, troep, kapotte huizen, auto’s. Men woont hier echt! En er is zo ontzettend veel NIKS onderweg. Maar we genieten ook van de plotseling opduikende museumpjes/vvv-kantoortjes onderweg met gastvrije Amerikanen die altijd enthousiast op onze drie boeven reageren.

Een eerste onverwachte horde moesten we nemen bij de staatsovergang. Daar bleek namelijk een heuse voedselcontrole te zijn. Aangezien ik altijd veel te braaf ben liet ik de juffrouw aan de poort meteen onze voorraad bananen en de laatste half opgegeten appel zien, nerveus wachtend op haar oordeel. Gelukkig bleken bananen altijd californie in te mogen en kwam onze appel volgens deze mevrouw uit Texas, blijkbaar een veilige appelstaat, dus mochten we vrij vlot doorrijden.

Een tweede obstakel was een oude bekende: file! Nu is de file een verschijnsel dat we in Texas vrijwel niet tegenkomen, maar mocht dat toch eens gebeuren dan staat iedereen relaxed een beetje te wachten tot hij voorbij is. Je drinkt wat, kijkt wat uit t raam, zet je airco een tandje harder en zwaait eens naar een medeweggebruiker…niet in LA: Wat een gekte. DRUK!! Getoeter, gescheur over banen die daar niet voor bedoeld zijn, auto’s die in en uit gaten schieten die daar net niet te klein voor zijn. De LA rijstijl is allesbehalve Texaans, dus dat was even wennen.

Het derde (en laatste) oponthoud ontstond bij de ingang van het terrein waar ons hotel was. De pas die ons toegang had moeten verschaffen werd geweigerd, en dus mochten we het terrein niet op. Al snel stonden er vier politiewagens om ons heen en werd er druk gebeld met heren op kantoortjes. Lang leve ons entertainmentsysteem in de auto, want met een filmpje erbij hielden de jongens het nog best even uit. Uiteindelijk bleek alles toch gewoon te kloppen en werden we door een zeer vriendelijke agent met zwaaiende lichten naar ons hotel geëscorteerd. We kregen een eigen huisje van 100 jaar oud dat zeker niet teleurstelde, waar we drie heerlijke dagen konden verblijven.

Los Angeles is echt een wereldstad. Ik dacht vooral steeds: Wat een gekkigheid. Echt waar. Druk, zwervers op elke straathoek met zelfs hele tentenkampen onder de viaducten van de snelweg, prachtige mensen (vooral op het strand, net als op tv), sirenes. We zagen Hollywood, Beverly Hills –wat een huizen!- , de sterren op de Hollywood walk of fame. We waren educatief bezig in het science museum en bezochten Venice Beach waar een strandwacht ons Sand Dollars liet zien (een soort schelp). Wanneer je zelf een onbeschadigde Sand Dollar zou vinden, zou dat geluk brengen en dus speurden wij -met succes- het strand af. Het beloofde geluk liet echter op zich wachten, Auron stapte al snel in een bij die daarop zijn angel in het kleine voetje van onze lieve peuter achterliet.

-wordt vervolgd-

Twee helden: Pippi en Piet

Jarenlang ben ik uitgescholden en bespot, ja zelfs bespuugd en van mijn fiets getrapt, dankzij mijn mooie rode lokken. Pippi Langkous was veruit de meest gehoorde. En vuurtoren uiteraard, of heks. Gek toch hoe een positief iets door sommigen als scheldwoord wordt gebruikt (Pippi, homo, Zwarte Piet).

Ook mijn bijzondere huid vol sproeten waren aanleiding tot hoon: “Had je vader roest in de pijp? Te lang in de regen gestaan? Ben jij besmettelijk? Lekker hoor, al die pukkels”.

Tot op de dag van vandaag zijn er nog kleine kinderen die schrikken van mijn perfect gevlekte huid en er een opmerking over maken. De een vindt het vies, de ander eng en de volgende zielig. Zo probeert mijn eigen zoon me eens in de zoveel tijd schoon te poetsen, bij gebrek aan succes krijg ik vervolgens een meelevende knuffel.

Het was niet alleen in mijn kindertijd en door kinderen overigens, want ook door voor mij volstrekt onbekende volwassenen die ik tegenkom op straat word ik weleens op denigrerende, dreigende toon uitgemaakt voor lelijke sproetenkop en Pippi Langkous.

En ik ben absoluut niet de enige roodharige sproetenkop (van scheldwoord tot geuzennaam) die dit is overkomen.

Wat betreft de behandeling van roodharige vrouwen in het verleden. Die was ook al niet al te best:  Heksenwaag, brandstapel…

Toch zou het krankzinnig zijn om hierdoor een verbod op Pippi Langkous, vuurtorens en roest te gaan eisen, laat staan tot op landelijk, nee zelfs VN, niveau. Of om de ouders van de opmerkzame kinderen te betichten van een opvoeding die aanzet tot discriminatie. Krankzinnig en oneerlijk.

Ik heb geen enkel negatief gevoel bij Pippi Langkous, die duidelijk een stereotypering is van de vurige, eigenzinnige groep mensen met een blanke huid, rood haar en sproeten. Zoek maar eens een karakterbeschrijving over roodharigen en in veruit de meeste gevallen vind je een veralgemeniseerde omschrijving die niet veel afwijkt van Pippi’s karakter.

Sterker nog, ik ben er inmiddels trots op mij te zijn. Pippi is, net als Zwarte Piet, een fictief positief figuur die kinderen helpt en blij maakt. Dus lig ik er geen moment wakker van als iemand mij zo noemt. Wat vervelend/fout is, is uiteraard degene die zoiets met negatieve bedoeling zegt, maar dat heeft 0% met Pippi of met mij te maken, en 100% met degene die een negatieve bedoeling heeft. Moet ik daardoor mijn leven laten beïnvloeden? Pippi laten afschaffen? Alle kinderen het plezier ontnemen van het kijken naar Pippi Langkous? Ik dacht het niet. Ik peins er niet over. Waar je aandacht aan geeft groeit, dus richt ik mij liever op het positieve in plaats van de negatieveling de macht te geven met alle gevolgen van dien.

De kinderen die zich verbazen over mijn sproeten, zijn kinderen. Die reageren eerlijk op alles wat ze opvalt. Wat anders is dan dat wat ze dagelijks zien. Hoe meer mensen met sproeten en rood haar ze tegenkomen, hoe meer ze die zullen gaan waarderen en normaliseren. Hoe meer ze Pippi zien, hoe meer ze mij zullen associëren met haar positieve karakter als ik ze aan haar doe denken. Ik houd van deze eigenschap van kinderen, alhoewel ik er als moeder ook regelmatig door in verlegenheid word gebracht wanneer mijn eigen zoons weer iets aan iemand opvalt.

Negatieve stereotyperingen zijn overigens allerminst voorbehouden aan roodharigen, of donkere mensen. Google op blond en de “domme blondjes” grappen en artikelen vliegen je om de oren.

Zwarte Piet blijft voor mij en mijn kinderen Zwarte Piet: een positief, fictief figuur, die vrolijkheid, humor en liefde brengt aan een ieder die het wil ontvangen. Die staat voor delen en samenzijn. Ik zou het op prijs stellen als de zwartkijkers zouden stoppen mijn kinderen negatief te beïnvloeden en hun dit prachtige rolmodel af te nemen.

Tegen die mensen Zwarte Piet om zeep helpen: Steek al die energie eens in jezelf, verbeter je zelfbeeld en ga staan voor wie je bent: een prachtig persoon, die uiterlijk toevallig wat lijkt op een van de mooiste figuren in het leven van heel veel mensen. Dan zul je trots zijn en net als ik het woord dat door een chagrijn als scheldwoord is gebruikt, kunnen gebruiken als geuzennaam.

De wereld

Je hebt van die momenten dat je denkt dat het nergens naartoe gaat met de wereld. Waarop je bang bent voor de toekomst van je kinderen. Blogs vol zou ik kunnen schrijven over de ellende van deze tijd, maar misschien is dat nu juist een deel van het probleem. We beleven tegenwoordig zoveel via de media, via het internet. De wereld lijkt zo klein geworden, alles voelt dichtbij. En het grootste deel van het nieuws gaat dan toch over wat er misgaat.

Vanochtend nadat ik Elian naar school had gebracht reed ik met Auron naar de Walmart. Was het vorige week nog gewoon 43 graden (normaal voor Texas in augustus), plenst het nu al twee dagen van de regen (zeer uitzonderlijk dat er überhaupt een druppel valt in augustus hier). En als je denkt dat je als Nederlander weet wat een flinke bui is, een met-bakken-uit-de-hemel-bui zegmaar, dan moet ik je toch teleurstellen. Zo’n Nederlandse plensbui is werkelijk NIETS. In een Texaanse Flash Flood kan het zomaar gebeuren dat je pick-up of SUV, met een gewicht van zo’n drie ton, wegspoelt en/of onderwater verdwijnt, zoals afgelopen week in Louisiana een aantal mensen nog het leven kostte.

Terug naar de Walmart. Bij het uit de auto stappen was er slechts een miezerbuitje aan de gang dus liep ik op een drafje de winkel binnen, ons Texaantje met zijn beide handjes boven zijn hoofd op mijn arm. Eenmaal binnen was hij weer helemaal goed gestemd, want “nieuwe kopen” is momenteel een van zijn meest geliefde zinnetjes en bezigheden. Is een pot pasta voor de helft leeg? “nieuwe kopen mama!”  Is er een koekje gegeten? “nieuwe kopen!”. Vooral “nieuwe aabeie kopen” is favoriet, waarbij ander rood (en blauw) fruit en tomaten OOK voor aabeie worden aangezien. Enfin, nadat Auron de spullen uit het karretje op -en over- de band had gesmeten en ik had afgerekend wilden we terug naar de auto. Na een blik op de weg hingen Aurons handjes alweer beschermend boven zijn hoofd, terwijl ik nog onder het afdak van de winkel naar mijn autosleutels stond te graaien (uit een tas van een moeder van drie vis je echt niet zo eenvoudig een setje sleutels). Prompt stond er een man naast me met een paraplu, die erop stond mij en mijn regenschuwe monstertje naar onze auto te brengen. De nuchtere, zelfstandige, eigenwijze Nederlandse in mij vond het eerst nog nodig om dit vriendelijke aanbod af te wijzen, maar de heer liet zich niet wegsturen en zo escorteerde hij ons droog en wel tot in Aurons kinderzitje met de boodschappen in de achterbak.

Thuis realiseerde ik me dat het best nog ergens naartoe gaat met de wereld. Zolang we elkaar blijven helpen, gevraagd en ongevraagd, bij de kleine dingen in het leven. Zoals deze man vanochtend mij hielp. En zolang we dit onze kinderen blijven aanleren EN leren waarderen. Nieuwswaardig zijn dit soort momenten misschien niet, onbetaalbaar zijn ze wel.

Joris gaat tegenwoordig naar de grote school in Temple. Een hele overgang voor het mannetje, want hij stapt rond zeven uur de deur uit om op tijd in de schoolbus te zitten en omstreeks half zes zie ik zijn –meestal zwart geworden- snoet pas weer verschijnen. Ook wordt er een hoop meer zelfstandigheid van hem verwacht, waardoor hij zich op dag Eén mooi had laten foppen door een van zijn vriendinnetjes. Alana, een leuk uit de kluiten gewassen meisje met het meest guitige gezicht dat je ooit hebt gezien,  had hem namelijk verteld dat hij op zijn binnenschoenen mocht buitenspelen. Zo kwam het dat hij vrolijk op zijn sloffen uit de bus kwam zetten, zich van geen kwaad bewust, terwijl zijn buitenschoenen op school waren achtergebleven. Gelukkig houdt Joris wel van een grapje en konden we er allemaal hartelijk om lachen.

Ondertussen zijn we wederom ons laatste jaar ingegaan. Zou het na zes jaar Texas dan echt tijd zijn om weer terug te gaan naar het koude, grijze kikkerland? Ik laat me verrassen, vooralsnog gaan we er wel van uit. Het was fijn om deze zomer weer in Nederland te zijn. We komen altijd tijd tekort om iedereen te zien, maar de ontmoetingen die we wel hebben gehad koesteren we. Inmiddels is het mij op de meeste dagen om het even of we langer blijven of terug naar Nederland gaan. Dit is mijn thuis geworden, ik ben zoveel schoonheid gaan zien in het Texaanse leven en landschap. Een van de redenen dat ik weinig blogs heb geschreven (naast dat ik gewoon niet aan schrijven toekom met de jongens) is dat waar ik vroeger grappige, gekke, irritante dingen meemaakte, ik het nu bijna allemaal normaal ben gaan vinden. Dat is fijn en jammer tegelijk. Een van de charmes van een avontuur als dit is dat je in de eerste periode de wereld weer bekijkt als door de ogen van een kind. Alles is nieuw en spannend. Nu is alles vertrouwd, heerlijk, maar het kinderlijke gevoel van sensatie is eraf.

Het begint me zwaarder te vallen dat we aan de gang blijven met afscheidnemen en kennismaken. Wij zijn hier nu het langst van alle Nederlanders in de groep en hebben mensen zien komen en gaan, komen en gaan.  Zoals iedereen weet hebben we de afgelopen bijna vier jaar lief, leed, avontuur en dagelijks leven mogen delen met Ingeborg, Harmen en de meisjes. Ze hebben een heel speciaal plekje in mijn hart gekregen, en in dat van mijn mannen, en sinds ze vorige maand zijn teruggegaan naar Nederland mis ik ze verschrikkelijk. De jongens kijken graag filmpjes op mijn telefoon waarop de meisjes te zien zijn, om ze zo nog een beetje bij zich te hebben. Wat zou ik graag nog een keer samen naar zwemles gaan, theeleuten op de Windy Hill, bijkletsen aan mijn keukentafel, spelen bij de peutergym, een dagje naar fredericksburg gaan met Ingeborg, musea bezoeken, me in de Honda naar de HEB in Belton laten rijden, wandelen in Salado, gek doen met z’n allen, de feestdagen samen doorbrengen, gruwelen van rode kater Baldr z’n nageltjes op mijn been, alles ALLES eerlijk kunnen zeggen en spuien omdat je zo vertrouwd met elkaar bent dat alles goed is … the list is endless.

Gelukkig ontmoeten we steeds weer leuke nieuwe gezinnen en ik doe mijn best iedereen met een open hart te leren kennen. Wetend dat ik waarschijnlijk ook binnen een jaar van hen afscheid moet gaan nemen, omdat dan onze tijd in Texas er echt op zit. Tijd voor een nieuw avontuur in Nederland. Waar we onze vrienden en familie weer regelmatig in de armen kunnen sluiten.

 

 

Over emancipatieterreur en jongensonrecht

Er is iets aan de hand in onze maatschappij. De Westerse wereld. Je hoort wel eens vrouwen roepen wat betreft emancipatie: “we zijn er nog lang niet!” Ik denk steeds vaker: we zijn er al overheen, en jouw geschreeuw dat we er nog lang niet zijn is daar een prachtig bewijs van. Neem een Jet Bussemaker. Die stelde dat vrouwen die na hun opleiding thuis voor hun kinderen zorgen zich schuldig zouden moeten voelen over de ‘verloren’ investering die de overheid in ze heeft gedaan. Ridicuul. Emancipatie zou te maken moeten hebben met gelijke keuzevrijheid voor mannen en vrouwen zonder dat je je vervolgens schuldig, bezwaard of beschaamd zou moeten voelen over die keuze. Ook als die keuze inhoudt dat je als vrouw huisvrouw/thuisblijfmoeder wilt zijn. De vele voordelen van/voor een kind (en voor de maatschappij) dat tot minimaal het derde levensjaar door de moeder of een andere vaste verzorger wordt opgevoed heb ik dan nog niet eens meegenomen.

Hoe vaak hoor je niet dat er meer vrouwen zouden moeten werken aan de top. Ik ben gewoon voor de juiste persoon op de juiste plaats. Die juiste persoon moet dat ook willen en voor een goed salaris kun je zelf onderhandelen. Ben je daar goed in, krijg je meer, ben je daar slecht in, krijg je minder. Ongeacht geslacht (of afkomst). Waarom hoor ik niemand roepen dat we meer mannen willen op bepaalde functies?

Kort geleden las ik weer een artikel over het presteren van meisjes ten opzichte van jongens. Hoera, was de strekking van het verhaal. Meisjes presteren op scholen beter dan jongens, met name vanaf de middelbare school begint zich een duidelijk verschil af te tekenen. Sommige mensen menen vervolgens dat dit komt omdat jongens het minder ‘cool’ zouden vinden om hard te werken op school, of dat jongens minder leergierig zouden zijn en daarom minder lezen. Ik vind het tenenkrommend. Ik snap niet dat er mensen zijn die zeggen: kijk, de emancipatie gaat de goede kant op! Meisjes presteren beter dan jongens, daar is je bewijs. Is dat dan het streven? Dat het ene geslacht het beter doet dan het andere? Een wedstrijdje tussen de seksen? Een wedstrijd waarbij de maatschappij al heeft besloten dat de meisjes moeten winnen, want dan gaan we zo lekker met de emancipatie. Ongelofelijk. Ik zal je zeggen waarom ik denk dat meisjes tegenwoordig beter presteren op school dan jongens. En waarom ik denk dat jongens minder gemotiveerd zijn.

Het systeem is vervreemd geraakt van zorg voor en ontwikkeling van jongens. Vervreemd geraakt van wat een individu nodig heeft, ongeacht zijn/haar geslacht. Totaal vervrouwelijkt. Het gros van de medewerkers in de jeugdzorg en kinderopvang, de onderwijzers, pedagogen en kinderartsen is vrouw. We leren kinderen stil te zitten. Stilzitten is braaf. Stil zijn is braaf. Braaf is goed. Vader en moeder moeten beiden werken, want dat is geëmancipeerd… en dus moeten de kinderen naar de opvang. Waar vrouwelijke leidsters grote groepen kinderen onder controle moeten houden en dan is stilzitten en stil zijn wel zo handig. Als een grote eenheidsworst moeten de kindertjes allemaal geperst worden in hetzelfde dagritme. Eerst op de crèche, dan op school. Steeds jonger moeten onze kinderen leren praten, lezen, schrijven. Aan een bureautje met een lade met knutsel en frutselspul. Tussen de lessen door iets voor je zelf doen betekent stil blijven zitten aan je tafeltje en iets tekenen, iets lezen. Uit het raam kijken naar de vogeltjes, bloemetjes, bijtjes. Dagdromen. Heerlijk, voor veel (zeker niet alle!!) meisjes. Lekker creatief op je eigen eilandje. Waarom niet even flink bewegen? Fanatiek dansen? Geluid maken? Met elkaar stoeien? Oh jee, suggereer ik nu echt dat ze elkaar zouden moeten aanraken??…ABSOLUUT! Een boer laten die je al een uur dwarszit? Nee, dat is blijkbaar allemaal niet netjes, niet gewenst. Dat alle energie zich opkropt in de kleine lijfjes van ons kostbaarste bezit, daar lijkt niemand mee te zitten. Dat veel jongens (en soms ook meisjes) minder gemotiveerd zijn om op deze manier in dit schoolsysteem te leren willen we niet zien. Het kind presteert slechter, want het is ongemotiveerd. Maar WAAROM??!! We voldoen simpelweg niet aan de behoeften van veel kinderen. De randvoorwaarden om zich optimaal te kunnen ontwikkelen zijn niet aanwezig.

Nee, niemand zit ermee hoor. Tot een kind (meestal een jochie) het overschot aan energie niet meer de baas kan en alle frustratie naar buitenkomt in uitvergrote/agressieve/overlastveroorzakende vorm. Dan is het ineens een probleem. En wat doen we dan als maatschappij? We gaan het kind een probleemkind noemen, een diagnose geven, een ziektebeeld toekennen. Het kind wordt het probleem en we gaan aan het kind sleutelen. Door te praten. Helpt niet? Door er medicijnen in te stoppen. Ha fijn, dat helpt. Het kind geeft minder overlast. Dat het vervolgens geen hoogopgeleid persoon wordt, daar ligt niemand wakker van. Dat zat er dan blijkbaar niet in. En wat nu als dat er best inzat? Als het kind WEL gemotiveerd was gebleven. Als het kind had mogen bewegen, zich had mogen laten horen, enthousiast was geworden van zijn inspirerende leerkracht. Wie heeft er nu eigenlijk een probleem, vraag ik me af. Het kind of de maatschappij. Wie is er nu eigenlijk ziek? Wie heeft er nu eigenlijk behoefte aan interventie? Het kind of de maatschappij? Wat zou ik graag een onderzoek zien naar de toename van ADHD ten opzichte van de afname van het aantal meesters.

Dit is wat we tegenwoordig zeggen met z’n allen. Voel je je rot? praat erover. Voel je je gefrustreerd? praat erover. Voel je je blij? praat erover. Vind je iemand lief? praat erover. Hoe vaak hoor je deze niet: “alles valt of staat bij goede communicatie”… Jaja. Het gevolg voor veel jongens: ze raken nog gefrustreerder, voelen zich bozer of hun blijdschap ebt weg door al dat gepraat. Zittend aan een tafeltje. Bij de psycholoog waar ik met een van mijn jongens onder behandeling ben omdat hij zich op school ‘misdraagt’ hangen platen aan de muur met emoties. De boodschap: oefen vooral veel met praten over emoties. Mijn idee: STOP met al dat geklets. Gek genoeg heb ik met mijn zoon thuis weinig problemen. Op school, waar hij stil moet zijn op alle mogelijke manieren, gaat het soms mis. Ik ben een thuisblijfmoeder. Ik stoei met mijn jongens. We knuffelen veel. Ze mogen vaak springen en rennen en buitenspelen en in hun blootje in de huiskamer dansen. Hutten bouwen van tuinkussens en knoeien met water en aarde. Zingen en roepen. Ze mogen als het nodig is boeren en winden (maar niet aan tafel). Ik praat met ze, maar ik kijk en voel meer. Alle drie zijn ze anders. Hun behoeften wisselen per kind en per moment en zijn zelden goed onder woorden te brengen. Ze mogen ook heel veel niet en aan stout gedrag zitten consequenties. Mijn consequenties zijn echter niet gericht op het bestraffen en benadrukken van het negatieve, maar op het verbeteren van onze gezamenlijke toekomst. Gefrustreerd? Ren een rondje. Verdrietig: Jank je ogen eens uit je kop. Blij: spring een gat in de lucht, lach eens hardop, doe een vreugdedans. Vind je iemand lief: vlieg hem/haar om de hals. Raak elkaar eens aan, kijk elkaar eens aan, besnuffel elkaar eens goed: dat zegt zoveel meer dan woorden. Beweging is vooruitgang, bewegen is leven. Waarom zijn we hier zo ver vanaf geraakt?

Praten maakt meer kapot dan je lief is. Echt waar. Zelfs waar het gaat over het voortbestaan van onze soort. In onze partnerkeuze hebben we tegenwoordig een hele lijst met wensen waar een partner aan zou moeten voldoen. Wij vrouwen zijn geëmancipeerd en dus zoeken we een partner die op papier voldoet aan het respecteren en ondersteunen van onze geëmancipeerdheid. Om erachter te komen of iemand geschikt voor je is moet er dan vooral veel gepraat worden. Om je relatie te behouden zou je vooral goed moeten blijven communiceren. Weinigen staan er bij stil dat we ook iets moois tot onze beschikking hebben dat non-verbale communicatie heet. Ruiken, fysiek voelen, kijken, intuïtief voelen. Als we ons dan voort willen planten gaan we eerst bespreken wanneer dat dan wel niet handig is, in het kader van vrouwen moeten toch ook eerst carrière maken, want anders is het zo ondankbaar naar de staat die heeft bijgedragen aan je opleiding. Door al het praten (en alle cosmetica) zijn we voorbijgegaan aan ons vermogen een geschikte partner op bijvoorbeeld reuk te kunnen selecteren. Door al het praten zijn de vrouwen hoogopgeleid en voorzien van een welgemanierde partner, goed inkomen, twee auto’s en een heleboel fijne spullen, maar ook ruim de dertig gepasseerd. Als er dan uiteindelijk kinderen zijn gekomen, parkeren we die met z’n allen onder de hoede van derden, voornamelijk vrouwen, die grotendeels werken aan de hand van protocollen en die ons met woorden op papier op de hoogte houden van het al dan niet brave gedrag van ons kroost en de hoeveelheid koemelk die per fles of beker die dag naar binnen is gegoten. Maar laat ik nu vooral niet ook nog over borstvoeding (al dan niet in het openbaar) beginnen. Alhoewel er op dat gebied ook echt iets mis is in de maatschappij.

Ontstaan er problemen in een relatie dan probeert men dit nog met praten recht te zetten, om vervolgens tot de conclusie te komen dat het niet meer werkt en dat men beter uit elkaar kan gaan. Geëmancipeerd als we zijn, kunnen we prima af zonder partner/man. Aangezien de meeste rechters vervolgens de kinderen ook nog klakkeloos aan de moeder toewijzen, hoeven we daar ook niet wakker van te liggen. Blijkbaar vinden we de vaderfiguur nog altijd minder noodzakelijk in een kinderleven dan de moederfiguur. Dat dit voor onze kinderen zeer ingrijpend is en misschien voorkomen had kunnen worden door juist minder te praten en analyseren, dat willen we niet geloven.

Misschien, heel misschien, is er nog wel een zorgelijk probleem in de maatschappij waar we veel over horen dat hiermee samenhangt. De allochtone jongeren. Je hoort er zoveel over. Het zijn voornamelijk de jongens die problemen veroorzaken/in de criminaliteit belanden. Het probleem wordt altijd afgeschoven op cultuurverschil, slechte opvoeding, andere normen en waarden, een moeder die in rangorde onder haar zoons zou staan. Te makkelijk! Door dit te beweren schuif je lekker makkelijk je eigen verantwoordelijkheid aan de kant, maar belangrijker: je geeft je invloed/macht uit handen. Jouw bijdrage aan een verbetering van de situatie kan pas plaatsvinden als je door hebt dat ook jij verantwoordelijkheid draagt. Jij, als maatschappij. Zou het soms zo kunnen zijn dat ook deze jongens meer behoefte hebben aan beweging, aan inspiratie, aan mannelijke invloed in het onderwijs. Zou het zo kunnen zijn dat we met een andere aanpak van al onze kinderen, hun positieve kwaliteiten naar boven zouden kunnen halen? Want ja, er is een cultuurverschil. Daardoor zijn de jongens uit deze groep waarschijnlijk nog gevoeliger voor mannelijke input dan autochtone jongetjes. Dit moet je dus niet behandelen als: hun probleem, want hun cultuur. Dit moet je niet bestraffen met een negatief waardeoordeel. Dit is informatie, een kans die je met beide handen zou moeten aangrijpen om te helpen de gezamenlijke toekomst te verbeteren. Misschien leren ze respect voor hun medemens, waaronder vrouwen, wel sneller door te kijken naar een goed voorbeeld in de vorm van mannen en vrouwen (en hun gelijkwaardige interactie), dan van het zitten in schoolbankjes luisterend naar enkel vrouwelijke leerkrachten. Maar toegeven dat we meer mannen nodig hebben in de zorg voor en opvoeding van onze kinderen/zoons zou natuurlijk wel indruisen tegen onze emancipatie….

Toen ik laatst een realityshow keek gebeurde er iets eigenaardigs. Een vrouw was al een hele middag tegen een man aan het schreeuwen. Schelden, hysterisch, ze sloeg hem op zijn hoofd. Keer op keer op keer. Tikte bekertjes hard tegen zijn gezicht. Keer op keer. De man probeerde bij haar weg te lopen, maar zij achtervolgde hem. Hij kroop onder zijn dekens weg. Toen ze al schreeuwend de dekens van hem aftrok was zijn grens bereikt. Hij greep haar bij haar armen en duwde haar weg. Ineens was de hele tent in rep en roer. De vrouw in tranen, ineens het slachtoffer. De twintig medebewoners van het huis hadden de hele dag niet ingegrepen, niets gezegd, niets gedaan. Maar nu was hij ineens de boeman. “wat er ook gebeurt, van een vrouw blijf je af” was het verhaal. Belachelijk!

Onlangs op facebook een bericht: “if she’s not having fun, you have to stop”. Het ging notabene over een jongetje van twee jaar oud, want “ze moeten dit van jongs af aan ingepeperd krijgen”. Wat is dat voor onzin?! How about if HE or ANYBODY is not having fun?! De maatschappij is echt veel te veel op meisjes ingericht/gefocust. Dat zou zomaar eens aan problemen kunnen bijdragen. Bovendien, soms krijg je een duw in het leven, letterlijk of figuurlijk. Leer je kinderen daar zelf mee te dealen, het kan gebeuren, je gaat er niet aan dood, leer ervan. Waarom leren we onze kinderen tegenwoordig allemaal in de slachtofferrol te gaan zitten. Met de vinger te wijzen. De macht uit handen te geven. Zo zonde.

Nog een facebookbericht. Een vrouw die haar zoontje van zes vindt te leren hoe hij met vrouwen moet omgaan, door hem haar maandelijks mee uit eten te laten nemen. Betaald van zijn eigen geld, verdiend met klusjes want een man moet leren hard te werken voor zijn geld, en hem dan tijdens het eten uitgebreid te vertellen hoe hij respect toont voor een vrouw (stoel aanschuiven, deuren openhouden, tafelmanieren, de rekening betalen, fooi geven etc). Want je kunt je zoon niet vroeg genoeg leren dat je zo met vrouwen hoort om te gaan. WTF??!! Het lijkt wel een hondentraining. Ooit gehoord van wederzijds respect, gelijkheid…it’s a two way street you know.

Sterke vrouwen creëer je niet door ze op een voetstuk te plaatsen en de mannen in een vrouwelijk keurslijf te dwingen, inclusief fluwelen handschoentjes. Echt niet. Wederzijds respect evenmin. Stel, ik leer mijn jongens dat ze geen meisjes mogen slaan. Wat zeg ik dan eigenlijk? Dat ze geen meisjes mogen slaan omdat meisjes zwakker zijn? Of dat ze geen meisjes mogen slaan omdat meisjes beter zijn? Geen van beide lijkt mij een wenselijke les om ze te leren. Dus leer ik mijn jongens (en als ik dochters had gehad ook mijn meisjes!) dat ze geen andere mensen (en dieren) mogen slaan. Misschien moet men daar eens over nadenken.

Welke man snapt het tegenwoordig nog. Op school moet je vooral rustig zijn, stilzitten en typisch jongensgedrag achterwege laten. Als je dan groter bent en een vriendin krijgt moet je ineens enorm de sterke man, redder, beschermer, betaler uit gaan hangen.

Hier in Amerika speelt nog een groot probleem op gebied van emancipatie en jongensonrecht. Een punt dat in Nederland gelukkig al een stuk minder speelt dan in Amerika, maar waar ook wij nog veel stappen in zouden moeten zetten. Het houdt mij heel erg bezig de laatste tijd. Besnijdenis. Laat het woord meisjesbesnijdenis vallen en je hebt de volledige westerse wereld op zijn achterste poten. Allemaal zijn we het erover eens dat het misdadig is. Het kan niet. Het mag niet. Het wordt vrouwelijke genitale verminking genoemd en het is bij wet verboden. OOK op religieuze gronden. Het valt onder kindermishandeling. Wanneer je het echter hebt over het besnijden van jongens hoor je er ineens een stuk minder mensen over. In de Verenigde Staten is het hartverscheurend genoeg op dit moment de norm om een jongetje vlak na de geboorte te besnijden. Puur vanuit cosmetisch oogpunt. Er is geen enkele medische reden om jongens preventief te besnijden, maar omdat in de maatschappij (onterecht!) het beeld is ontstaan dat onbesneden gelijkstaat aan onhygiënisch betalen ouders ervoor om een zeer gevoelig deel van hun pasgeboren jongensbaby te laten amputeren. Gevolg: minimaal elke drie dagen overlijdt er alleen al in Amerika een perfect gezond baby’tje aan de complicaties van zijn besnijdenis. De jongens die het wel overleven gaan door een hel tijdens de ingreep, willen/kunnen minder goed aan de borst drinken na de ingreep en moeten de rest van hun leven door zonder een van de gevoeligste stukjes van hun lichaam. De voorhuid is absoluut geen gevoelloos of functieloos stukje huid maar een verzamelpunt van zenuwuiteinden. In Nederland worden ook nog veel jongens besneden: op religieuze gronden. Dit vind ik misdadig. Waarom zou je iets in hemelsnaam bij meisjes verminking noemen en strafbaar stellen, terwijl je het bij jongens gewoon toestaat. Te zot voor woorden. Maar wel lekker geëmancipeerd, voor de meisjes hebben we het goed geregeld. En dat is toch wat we belangrijk vinden de afgelopen eeuwen hè. De heilige emancipatie.

Genoeg gepraat. Ik ga een rondje rennen.