Een zaterdag in mei, 14.00. Na iets meer dan een uur noodgedwongen in de speeltuin te hebben doorgebracht ploffen we, dankbaar voor de verkoeling van onze airco, aan tafel neer voor een late lunch. De eerste boterham is net gesmeerd als de deurbel gaat. We kijken elkaar niet-begrijpend aan: geen pakketjes besteld, we verwachten niemand. Als ik de deur opendoe staat een vrolijke vrouw mij aan te kijken alsof ik weet wat ze komt doen, met in haar kielzog een gezin van vier personen. Blijkbaar ziet ze aan mijn vragende gezicht dat ik toch niet snap wie ze is en wat ze komt doen, dus verduidelijkt ze snel: “wij hebben hier om twee uur een afspraak om naar het huis te kijken”. Omdat wij van niets weten en we eerder door hem zijn gewaarschuwd niemand zomaar het huis te laten bezichtigen, bellen we onze makelaar. Ook hij weet van niets. Om een uur zou er bezichtigd worden, vandaar ons oververhitte parkbezoek van zojuist, maar van een afspraak om twee uur weet hij niets. Na wat geheen-en-weer blijkt dat de mensen op mijn stoep de mensen van een uur zijn. Zonder blikken of blozen een uur te laat dus, zo kennen we onze Texaanse vrienden weer.
In de weken die volgen op het plaatsen van het bord in de tuin moet ik het huis continu in hoogste staat van paraatheid hebben. Schoon, opgeruimd en klaar om verlaten te worden. Het is hier gebruikelijk om een kijkafspraak te maken op ongeveer een uur voordat men wil kijken, dus tot ergernis van de jongens en mijzelf worden we regelmatig verrast met de mededeling dat we binnen drie kwartier het huis uit moeten. Leuk, naar de speeltuin met 35-40 graden. De enige manier om de jongens zonder voortdurend gemopper mee te krijgen op zo’n moment is de belofte dat we niet van de kokende glijbaan hoeven, maar dat we gezellig bij de McDonald’s in de plaatselijke Walmart een ijsje zullen gaan halen. Of, met een beetje geluk, dat we precies kunnen binnenlopen in de bioscoop –gegarandeerd bevroren ledematen- voor een leuke film. Denk aan “Captain Underpants”, onderbroekenlol op z’n best.
Een keer, zie boven: we zaten tenslotte net aan de lunch, zijn we thuis gebleven terwijl de kijkers door ons huis liepen. Toen wisten we ook meteen weer waarom dat geen goed idee is. Ten eerste is het heel confronterend dat er mensen door je huis lopen –vleeskeuring- , ten tweede willen die mensen eigenlijk niet weten van wie ze een huis kopen, terwijl de ook van Europa afkomstige makelaar juist enorm geïnteresseerd is en ten derde hebben wij zoons die de potentiële kopers luidkeels wijzen op de nadelen van het huis: “neeee, niet naar buiten!!! Er zitten fire-ants in de tuin!!”.
Het is moeilijk dat we dit huis moeten gaan achterlaten, eind mei vierden we nog Joris zijn verjaardag in de achtertuin. Een springkussen, Oudhollandse spelletjes en genoeg plek om te zitten. Ons nieuwe huis in Nederland wordt op dit moment flink onderhanden genomen en biedt hopelijk straks net zoveel plaats en mogelijkheden voor fijne feestjes.
…huh, er rijden twee auto’s mijn oprit op?!…
….Ding-Dong…
Uitgerekend nu ik dit blog zit te typen staat er totaal onverwacht een makelaar met klanten voor mijn deur. Hij beweert dat hij gisteren met mijn makelaar heeft afgesproken om vandaag te komen kijken, en wacht vriendelijk glimlachend op een antwoord terwijl ik hem volledig verbouwereerd aanstaar. Mijn hersenen hebben even kortsluiting, want ik weet meer dan deze meneer: Drie blote jongens hebben de huiskamer veranderd in een oceaan vol plastic haaien waar her en der een verdwaalde sok of vergeten schijfje appel tussendoor zwemt. Hun kleding hangt in een lamp of zwerft op de bank. De eettafel ligt nog bezaaid met broodkruimels, verdwaalde hageltjes en weggerolde muisjes, evenals de eetkamervloer, dankzij onze zojuist genuttigde lunch. Grote kans dat toiletten niet zijn doorgespoeld, want dat geeft zo’n eng geluid als je 3, 6 of 8 bent. En boven vind je de gevolgen van het vanmorgen geleverde gevecht tussen lego ninja draak en lego spinneman. Goed, zelf ben ik ook niet onschuldig, in de keuken heeft de strawberry-lemonade kwarktaart die ik stond te maken en fotograferen voordat ik dit blog ging schrijven zijn sporen nagelaten. Op mijn bureau staat een bord met een fijne punt van diezelfde taart, klaar om op smaak te worden getest. Mijn makelaar krijg ik niet te pakken, maar de mensen op de oprit lijken me geen oplichters. Ik vraag de man dus om even buiten te wachten, zodat ik de boel op orde kan maken en met aangeklede jongens het huis kan verlaten. Een minuut of tien later zitten de jongens, nog zonder schoenen, met een chemische gummiworm als beloning in hun autostoeltjes en is het huis klaar voor bezichtiging.
Na een half uurtje doelloos rondrijden in de woonwijk komen we weer thuis, waar mijn stuk taart nog onaangeroerd op mijn bureau staat te wachten. Ik heb van de weeromstuit die punt maar terug in de koelkast gezet en de rest van de taart opgegeten.