Boem is niet altijd Ho

Ze kunnen het niet. Dat kun je ze niet kwalijk nemen gezien de manier waarop ze het leren. Maar ze kunnen het echt niet:  Autorijden…

Even naar een winkelcentrum geweest om pampers te halen voor Joris, hopelijk het laatste pak dat we voor hem moesten kopen, maar dat terzijde. We zitten in de auto op weg naar huis op klaarlichte dag en met stralend weer, wanneer we het volgende tafereel aantreffen. Aan onze rechterkant bevindt zich een restaurant op een heuveltje, met parkeerplaatsen die aan de “afgrondkant” met een hek zijn beveiligd. Halverwege treffen we een op het randje van de afgrond bungelende pickuptruck met een stuk hek vastgeplakt aan de voorbumper, en daarin (achter het stuur dus) een meisje van een jaar of 16 dat met haar handen voor haar mond wapperend “Oh my god”zit te gillen.

Ongelukken zijn hier aan de orde van de dag. Op de legerbasis staat zelfs een bord dat bijhoudt hoeveel dagen het geleden is dat er een dodelijk slachtoffer is gevallen bij een verkeersongeluk. Gezellig als je ‘s ochtends naar je werk rijdt om daarmee geconfronteerd te worden. En de eventuele preventieve werking ervan werkt blijkbaar ook niet, want de teller heeft volgens de meesten nog nooit boven de 50 dagen gestaan. Als ik ook zie hoe men hier over het algemeen omgaat met zijn auto en het overige verkeer verbaast het me niet. Telefoneren, sms’en, eten, drinken, opmaken, kaart lezen, roken, stropdas goed doen, haren kammen, alvast geld pakken voor de drive-thru, kijken wat er ook al weer op je net gehaalde pizza zit, een autodansje doen; alles kan tijdens het rijden. Let op: Behalve in een ‘school-zone’, daar mag je maar 20miles per uur rijden en is zo’n beetje alles verboden wat ik net heb omschreven. Op het overige verkeer letten of vooruit kijken wordt ze hier simpelweg niet bijgebracht en is dus een totaal onbekend fenomeen voor de gemiddelde Texaanse bestuurder. Sterker nog, leren auto rijden is een kwestie van “doe maar wat op je 16e met een volwassene ernaast” en de theorie bestaat uit het leren van de hoogte van boetes die je kunt krijgen met het doorrijden bij een stopbord of het te hard rijden in een school-zone. Als het hier slecht weer is rijden ze allemaal als een kip zonder kop rond of gaan ze ineens ergens stilstaan omdat de voertuigbeheersing zo slecht is dat ze ervan in paniek raken. Toen Martin een collega had opgehaald van het vliegveld in Houston kwam hij onderweg naar huis flink wat ongelukken tegen. Het had die ochtend hard geregend en de bermen waren doorweekt, modderig en zacht. Toch waren er mensen die dachten met een gewone sedan wel eventjes de berm over te kunnen steken om de file (ontstaan omdat er een ongeluk was gebeurd) te omzeilen. Gevolg: een berm met om de zoveel honderd meter een in de modder vastgelopen auto.

Waar ik de Amerikanen wel om kan prijzen wat betreft het autorijden is hun geduld. Zelden toetert er iemand omdat een ander niet opschiet. Sta je te dromen bij het verkeerslicht, dan wachten de mensen achter je gewoon nog een ronde met je mee. Durf je de weg nog niet op terwijl er pas heel in de verte een auto aankomt, dan wachten ze rustig tot het gat zo groot is dat je wel durft. Agressie in het verkeer heb ik hier nog niet gezien. Geen middelvingers, geen gescheld, geen gebaren, geen getoeter. Ze letten gewoon alleen op zichzelf en hebben genoeg te doen in de auto naast het rijden. Wat ook heel normaal is waar niemand zich druk om maakt, behalve wij dan, is het dichtrijden van een oprit of invoegende zijweg zodat je er bijna nooit tussen kunt, ook al staan ze in de file of voor het verkeerslicht stil. Dat doen ze niet om je te pesten, of omdat ze zelf door willen rijden, maar ze hebben je gewoon niet zien staan, want ze zijn met zichzelf of hun spullen bezig.

Inmiddels heb ik dagelijks een auto tot mijn beschikking, want na vier maanden zeuren en zoeken hebben we dan eindelijk een geschikte tweede auto kunnen kopen. Nu maar hopen dat de Iraanse Amerikaan waar we hem van gekocht hebben inderdaad zo betrouwbaar was als hij eruit zag. Overigens was het kopen van deze auto een ‘vertelwaardige’ ervaring. Aangekomen in Austin bij de betreffende dealer (uurtje rijden), na een speurtocht op het internet naar de juiste auto, ziet Martin de auto die hij op het oog heeft het terrein oprijden. Als we uitstappen om te informeren, vertelt de verkoper (en eigenaar van de zaak) dat er net een zeer geïnteresseerde meneer mee heeft gereden. “oh”, zegt Martin, “is hij dan al verkocht?”. Gelukkig was dat niet het geval, ik had nog voorgesteld even te bellen voordat we de reis met kinderen en al zouden ondernemen (na onze ervaring van vorige week), maar dat vond Martin niet nodig. Als de auto nu al verkocht zou zijn, zou ik toch wel even iets minder blij zijn geweest op de terugweg. Daarna is Martin de auto goed gaan bekijken en een proefrit gaan maken en heb ik met de jongens in de kofferbak van onze auto gespeeld. Die is zo ruim dat Elian erin kan rondkruipen en zelfs een stukje kan lopen langs de randen. De verkoper/eigenaar bleek een man van Iraanse afkomst met een militair verleden en een gezellige kletskous, die samen met zijn zoon nu een tweedehands autozaak runt in Austin, Texas. Omdat het mooi weer was en de auto’s allemaal buiten stonden (er was geen showroom) kwamen we pas na geruime tijd in het  kantoor. Het was alsof ik zo een Iraanse huiskamer instapte, maar dan wel een waar geen vrouw leefde. Tenminste, dat stel ik me zo voor, want eigenlijk kan ik er niets zinnigs over zeggen aangezien ik nog nooit in Iran ben geweest. De geur van gebraden kip, bereid met verschillende kruiden en specerijen walmde direct mijn neus binnen, er lag een groot Perzisch tapijt op de betonnen vloer, overal waar ik keek zag ik rommeltjes, vergeelde foto’s van vervlogen tijden en overzeese familieleden aan de muren. Krantenknipsels, een oude radio, een coca-cola-koelkastje met een Tl-buis erin. Midden in de kamer een grote, vierkante, lage tafel met daarop onder andere de gebraden kip die ik al had geroken, of wat er van over was. Een donkerbruine leren bank die niet meer glom maar voorzien was van craquelé. Achterin de ruimte een trap, die volgens mij leidde naar de slaapvertrekken van vader en zoon, helemaal beklommen door een kronkelende plant. En aan een van de muren een grote LCD-tv waarop een Europese voetbalwedstrijd te volgen was. Het bureau lag bezaaid met autosleutels, papieren en allerlei andere dingen. Aan een tweede deur hoorde je de grote waakhond krabben, omdat hij naar buiten wilde. Dit mocht niet, omdat de mensen dan zouden zien dat hij eigenlijk veel te lief was om goed te kunnen waken. Toen wij plaatsnamen op twee oude stoelen tegenover het bureau, nam de verkoper even een kipkluifje om ons vervolgens verder te overtuigen dat deze auto een goede aankoop zou zijn. Inmiddels waren er ook al nieuwe gegadigden een proefrit aan het maken in dezelfde auto, want de man vertelde ons een auto pas niet meer aan anderen te laten zien of te laten proefrijden op het moment dat iemand had aanbetaald. Martin liet zich, in tegenstelling tot mijzelf, absoluut niet opjagen door dit feit en wikte en woog nog een uurtje verder. Tegen sluitingstijd besloot hij dan toch onder enige druk van ondergetekende de auto te kopen.

En ik maak er meteen dankbaar gebruik van. Ondanks alle malloten op de weg durf ik inmiddels prima te rijden en vandaag ben ik gaan kijken bij een collega en zijn vrouw die net zijn aangekomen in hun huis. Morgen ga ik lekker naar de Hobby Lobby, met een 40% kortingscoupon taartspullen kopen! En daarna heb ik een theeafspraak bij een andere collega-vrouw. Die coupons zijn al even briljant als de Hobby Lobby zelf. Je kunt elke dag zo’n coupon printen en inleveren of via je smartphone laten zien. Op een product uit de winkel naar keuze, ongeacht de originele prijs krijg je dan dus 40% korting. Elke dag, alle dagen van het jaar. Dat hoef je mij als krenterige Hollander absoluut geen twee keer te vertellen.

Helaas bereikte ons deze week ook het nieuws dat tante Atie op 95-jarige leeftijd is overleden. Tante Atie was een nicht van Martins vader die stapelgek was op onze jongens en apetrots dat zij de naam van haar vader voortzetten. We hebben de laatste jaren met bewondering gekeken naar hoe kwiek ze nog was en genoten van hoe blij zij werd van Joris en Elian.

Schuldenmaatschappij

Het is me al eerder opgevallen. Schuld is een van de belangrijkste woorden van de huidige wereldbevolking. Niet alleen hier in Amerika. Ook in Nederland, en heel veel andere landen, kunnen we/ze er wat van. Allereerst natuurlijk de financiële crisis. Mensen, overheden en bedrijven hebben jarenlang meer geld uitgegeven dan ze werkelijk hadden of binnenkregen en werkten zich zo in de schulden. Direct komt de schuldvraag om de hoek. Wie o wie heeft de economie verziekt. We zijn met zijn allen steeds op zoek naar wie waar schuld aan heeft. En soms lijkt het erop dat elk antwoord goed is, behalve een simpel “ik zelf”. Momenteel is het duidelijk, het waren de Grieken. Gebeurt er ergens een ongeluk, zoeken we iemand om als schuldige aan te wijzen. Krijgt prins Friso een lawine over zich heen, (Friso bijna bevroren…) moeten we uitzoeken of het soms de schuld is van zijn medeskiër, of van de autoriteiten (zou hij trouwens een donorcodicil hebben? Vraag ik me steeds af). Of was het toch zijn eigen schuld? Dat is in het geval van een prins blijkbaar ineens extra interessant. Kunnen we niet gewoon stellen dat het afschuwelijk is dat een man, een vader van twee kleine meisjes, een zoon, een broer, een mens zo’n ongeluk doormaakt? En dan hopen dat hij herstelt. Klaar, want iemand als schuldige aanwijzen verandert niets aan de situatie. Hier in Texas zie je overal bordjes en bedrukkingen, om bij voorbaat al te claimen dat als er iets gebeurt het in elk geval niet hun schuld is. Neem nou de winkelwagentjes. Groot? Valt mee, we hadden de laatste jaren bij de Albert Heijn ook flinke wagens. Maar er zit een kinderzitje op dat echt wel anders is dan we in Nederland gewend zijn. Op de zitting staat een tekst gedrukt, wat het kind mag wegen en hoe het zich moet gedragen om veilig in het zitje te kunnen zitten. Dat de winkel geen enkele schuld heeft aan eventuele ongelukken, wanneer het kind zich niet aan deze voorschriften houdt. Als klap op de vuurpijl zit er aan zo’n zitje een veiligheidsgordeltje. Je begrijpt dat deze te allen tijde passend gedragen dient te worden. Zondagmiddag vertrokken we met het hele gezin naar de Home-depot voor onkruidverdelger, want Martin begon te dromen van grote stekelige planten die ons huis binnendrongen en alles opvraten wat ze tegenkwamen. Op het moment dat Elian in de maxi-cosi in een karretje zit, Joris in het strengbeveiligde kinderzitje in hetzelfde karretje zit en ik een  extra wagentje voor de spullen die we willen kopen heb gepakt, hoor ik Martin tegen Joris zeggen: “kijk, als je wilt spelen zitten hier twee leuke touwtjes”. Als er iets gebeurt is een ding in elk geval duidelijk: ‘t is onze eigen schuld.  Overigens stonden we laatst in de rij voor de kassa in de H.E.B (Here Everything’s Better, een grote supermarkt), stond er een man voor ons met zijn wagen volgeladen. Nadat alles door de caissière was gescand en de man moest betalen, bleek dat hij geen geld had. Hij besloot druk te sms’en in de hoop nog even snel ergens geld vandaan te kunnen halen, maar helaas. Hier is dat vrij normaal, de caissière verblikte of verbloosde niet, maar wij vroegen ons toch af: hoe kun je nou niet weten dat je geen geld meer hebt? Of nog erger, hoe kun je nou weten dat je geen geld meer hebt en toch een kar volladen met boodschappen (op het drukste tijdstip van de week)? Een antwoord kregen we niet, maar nadat de winkelmedewerkers de spullen weer hadden meegenomen, konden wij gelukkig wel betalen.

Woensdagmiddag half vier. Ik haal Elian uit zijn bedje, hij ligt heerlijk op z’n buik te slapen, om naar de montessorischool hier in de buurt te gaan kijken. Joris is er al helemaal klaar voor, hij klimt op zijn autostoel en kletst over wat we volgens hem allemaal gaan doen. “auto in, ela mee, jujus toe, slijbaan gaan”. Helaas voor hem is Justin in Nederland en heb ik ook al geen tijd voor de glijbaan vandaag. Om vier uur hebben we een afspraak met de directrice van het schooltje. Op het eerste gezicht een wat stijve, opgedirkte dame van een jaar of zestig. Maar achter het ‘ieder-haartje-op-zijn-plek-kapsel’ en de dikke laag plamuur op haar gezicht, blijkt al snel een professionele, vriendelijke, duidelijk gepassioneerde juf schuil te gaan. Joris en Elian zitten braaf in de kinderwagen, die ik net van een trap af en door een paar smalle deuren heb gemanoeuvreerd. Zodra Joris de bak met duplo in het kantoor van de directrice heeft gezien wil hij echter niet meer blijven zitten. Tijdens het gesprek heb ik hem niet een keer gehoord, als we opstaan voor de rondleiding zie ik waarom niet. Alle duplosteentjes liggen in een keurige rij van de ene hoek van de kamer naar de andere hoek van de kamer. Gelukkig ruimt hij de file zonder mopperen op zodra ik hem dat vraag. Ik had verwacht dat de school leeg zou zijn op dit tijdstip, we beginnen tenslotte pas om half vijf aan de rondleiding. Niets is minder waar. In alle lokaaltjes zijn nog kinderen aanwezig, want wat blijkt, je kunt je kindje hier brengen van ’s ochtends half zeven, tot ’s avonds zes uur. (en het kan niet alleen, men doet dat dus ook) De ruimtes van de school, zowel binnen als buiten spreken me enorm aan. Er is voldoende schaduw buiten en binnen is gebruik gemaakt van zoveel mogelijk natuurlijke materialen. Houten vloeren, kasten en banken, een katoenen vloerkleed. Zelfs de geur binnen spreekt me aan. Ook is er aan elk lokaal een observatieruimte. Vanuit de klas lijkt het alsof er een spiegel hangt, in werkelijkheid kun je daarachter als ouder op elk gewenst moment even naar je kindje komen kijken. Ik ben enorm enthousiast, het is een van de weinige scholen in Texas waarop Joris niet elke dag het volkslied hoeft te zingen en nog niet klaargestoomd hoeft te worden voor een functie als president of pastoor.  Er is echter een groot nadeel, ze willen dat je je kindje minimaal vier of vijf ochtenden per week brengt. Ik vind dat nog erg veel voor zo’n kleine hummel, en stiekem vooral ook voor mijzelf.

Als Joris straks naar school gaat hebben we wel een tweede auto nodig. Halen en brengen op de fiets of lopend is hier echt onmogelijk, je moet over de snelweg om op school te komen. Nu duurt het nog even voor hij echt naar school gaat, maar die auto zou ik toch al graag willen hebben. Want wat zou het heerlijk zijn als ik gewoon naar de speeltuin, winkel of andere Nederlanders kan doordeweeks. Ik zeur Martin daarom al een paar weken de oren van zijn hoofd om nu toch eens een knoop door te hakken en er eentje uit te kiezen. Tot mijn grote vreugde was het dit weekend dan eindelijk zover. Hij had een geschikte auto gevonden (ja, uiteraard na vergelijkend warenonderzoek en het bestuderen van de prijs-kwaliteitverhouding). Kinderen in de auto en rijden maar naar die autodealer. Eerst moesten we nog even mijn Hollandse taart afleveren, voor een Nederlandse dochter van een collega die vijftien werd. Toen we de garage uitreden zagen we een grote zwarte wolk in de lucht, twee minuten later kwam de regen met bakken uit de lucht. Dan denk je dat je als Nederlandse wel wat regen hebt gezien in je leven….nou, vergeet het maar. De straat veranderde in een snelstromende rivier, compleet met modderstromen omdat ze verderop bezig zijn met wegwerkzaamheden. Ineens begrijp ik wat de meneer op de voorlichtingsdag bedoelde met de Texaanse regenstromen die je kinderen mee zouden sleuren, en ik snap nu ook dat hij het meende. Eenmaal aangekomen bij het huis waar de taart naar binnen moest was het ergste voorbij, maar het regende nog steeds. En als fondant ergens niet tegen kan is het water, maar wie heeft er een paraplu in Texas? Wij niet, en zij ook niet. Uiteindelijk heeft Martin met een grote plasticzak over de taart de regen getrotseerd en stond het taartje op tijd en droog bij de jarige op tafel (voor taart zie foto’s). Afijn, we waren enigszins later dan gepland dan toch op weg om die tweede auto te gaan kopen, hoeraaa! Bij het autobedrijf op ons gemakje een rondje over het terrein gereden, inmiddels weer met een zonnetje boven ons hoofd. En inderdaad de auto gevonden. Op een klein putje in de bestuurdersdeur na zag hij er prima uit, dus Martin ging maar binnen om een proefrit te maken en de deal te sluiten, terwijl ik in de auto Elian zou voeden. Joris was snel na vertrek van huis in slaap gevallen, dus leek het ons beter hem te laten slapen en niet mee te gaan met de proefrit. Een kwartiertje later was Martin alweer terug. De auto was vijfentwintig minuten geleden aan een andere klant verkocht.

Elian verplaatst zich supersnel, hij kruipt echt goed en dat is zo leuk om te zien. Voor ons is het nieuw omdat Joris nooit echt gekropen heeft. Van de week kroop hij echter ineens naar de trap, om vervolgens hop, hop, hop de trap op te kruipen. Gelukkig was ik in de buurt, maar het was duidelijk tijd geworden om het traphekje uit te pakken. Toen we echter het traphekje uit de doos hadden bleek al snel dat dit niet ging werken. Het trapgat is ongeveer anderhalf keer zo breed als die in Vianen, dus het hekje is veel te smal. Dat wordt goed opletten de komende tijd. Gelukkig heb ik moedertje Joris om mij te helpen, hij is er altijd als de kippen bij om Elian te wijzen op zaken die van mij niet mogen: “nee Ela, helemaal nie leuk nie”. Dat de meeste regels ook op hem betrekking hebben lijkt hij helaas niet te snappen.  

zwaluwen in het dak, guldens op zak

Wat is dat toch?  Met mensen en verandering. Volgens mij heeft de gemiddelde mens een haat- liefde verhouding met verandering. We zoeken het op, maar proberen het ook te vermijden. We vinden het leuk, of toch maar niet. En als het dan eenmaal in gang gezet is, en er geen weg terug is, maak je momenten mee die allerlei emoties veroorzaken, maar in een mum van tijd is de nieuwe situatie of het nooit anders is geweest. Neem nou zo’n verhuizing van Nederland naar Texas, Amerika. Je kijkt je ogen uit, tot je op een dag denkt:  verrek, ik heb mij al een tijd nergens meer over verwonderd. De dingen die ik vorige maand nog met verbazing heb gadegeslagen, voelen nu als de normaalste zaak van de wereld. Ik draai mee in wat hier normaal is, zonder er nog bij stil te staan dat ik het bijna dertig jaar anders heb gezien en gedaan. En het leven gaat gewoon door, als ik kijk naar de jongens en de dagelijkse gang van zaken lijkt het net of het wel meevalt met de ingrijpende verandering die we hebben doorgemaakt. Pas als ik stilsta bij het feit dat we een dag vliegen van onze familie en vrienden verwijderd zijn, dat we hier drie jaar zullen verblijven, dat Joris dan al naar school gaat en Elian tegen die tijd ouder zal zijn dan dat Joris nu is en dat ik de dertig dan ruimschoots gepasseerd ben…dan besef ik hoe ingrijpend de situatie is. Maar in het dagelijks leven waarin ik geniet van mijn kinderen, waarin ik soms machteloos toekijk hoe Joris last heeft van een peuterpuberdriftbui of wanneer ik bijvoorbeeld de was sta op te vouwen lijkt alles nog hetzelfde als altijd.

Via het nieuws volg ik dagelijks wat er in Nederland gebeurt. De koude winter die jullie doormaken, de sneeuw, ijzel en de –elk jaar terugkerende- klaagzang van de ene helft enerzijds en de roep om meer vorst om een Elfstedentocht mogelijk te maken door de andere helft van de Nederlanders. Ik denk dan bijna weemoedig terug aan de dagen dat we met Joris op de slee door de Merenborch reden. Of, veel verder terug, de dagen dat ik op de kasteelgracht in Amerongen kon schaatsen. Toch mooi hoe vooral de fijne herinneringen naar boven komen, terwijl ik wel zeker weet dat ik bij de helft van Nederland hoorde die een klaagzang hield over de akelige kou en gladheid. Op de fiets naar het Revius terwijl het glad was vond ik bijvoorbeeld een verschrikking, maar deze gedachte komt pas naar boven nu ik me actief afvraag of ik ook minder positieve herinneringen heb aan de winters in Nederland. Het weer hier in Texas is een stuk minder voorspelbaar dan in Nederland. Ja, ik weet het, ook de Hollandse voorspellingen zitten er wel eens naast, maar hier kan het per dag zomaar 20 graden verschillen. Was het een paar dagen geleden nog zo warm dat ik mijn hand aan de deurklink brandde, begon Martin vandaag ineens te roepen dat het sneeuwde. En inderdaad, dikke vlokken witte sneeuw kwamen in steeds grotere getale uit de hemel zetten. Tot groot plezier van Joris. We hadden precies genoeg tijd om wat foto’s en een filmpje te maken, voordat het weer voorbij was. Koud bleef het wel, gelukkig heb ik voor beide jongens een muts, sjaal, wanten en een dikke winterjas in de kast liggen.

Dan ons bezoek aan de kinderarts. Weer een eerste keer, een moment waarop de verandering voelbaar was. Ik vond het heel erg spannend. De inschrijving was soepel verlopen, desondanks maakte ik me zenuwachtig hoe het zou gaan. Bij binnenkomst kregen we allereerst twee A4tjes met voorwaarden en huisregels in onze handen gedrukt. De opdracht: goed lezen en dan ondertekenen, waarbij je verklaarde alles te hebben kunnen lezen, begrepen en akkoord te gaan. Hieruit bleek duidelijk de clichématige angst van “de Amerikanen” om voor elk wissewasje voor de rechter te worden gesleept. Werkelijk de meest logische en onzinnige zaken waren tot in detail omschreven met daar achteraan de belofte dat je de kliniek hier niet voor zou aanklagen. Dat de arts je kind zonder hemd zou mogen bekijken of dat wanneer de arts een ongeneeslijke ziekte zou ontdekken, de arts niet verantwoordelijk zou zijn voor het feit dat hij/zij de ziekte niet zou kunnen genezen.  Vervolgens moest de baliemedewerkster verklaren dat ze had gezien dat ik alles had gelezen en begrepen en zelf had ondertekend zonder dwang. Ik ben ook wel eens paranoïde, maar dit slaat toch echt alles. Meten van de kinderen gebeurt in Nederland op het consultatiebureau midden in de wachtkamer, zonder kleren en het wegen zelfs zonder luier. Nu hoef je echt niet te denken dat dit hetzelfde is in Texas. Ze moeten er niet aan denken! Elian ging in een gangetje, inclusief (eventueel volle) luier en al zijn kleertjes, op de weegschaal. Enkel de schoenen moeten uit. Op een goed gekozen moment kan een luier toch echt meer wegen dan die kleine schoentjes volgens mij, maar dat terzijde. Joris vertikte het om mee te werken, hij liet zich van zijn driftigste kant zien, waarna de zuster besloot dat we hem niet wilden “upsetten” . Dan maar geen lengte in het dossier. Vervolgens word je door de zuster naar een eigen kamertje gebracht, alwaar wij de kinderen mochten uitkleden nadat zij was weggegaan. Er lagen blauwe jurkjes (zo schattig!!) klaar om de jongens aan te doen en pas toen ze daarin gehesen waren, luiers nog steeds aan, kwam de dokter voorzichtig binnen. Ik vond de dokter geweldig. Ze had veel begrip en interesse voor en in onze Nederlandse achtergrond. Ze was lief voor de kinderen en maakte een zeer kundige indruk. Het onderzoek vond ik dan wel weer een beetje vreemd, ze deed er alles aan om zo min mogelijk bloot van de jongens te hoeven zien. Alleen als het echt nodig was, en dan nog zo kort mogelijk. Ze nam verder wel alle tijd en ik stond met een goed gevoel na een uurtje weer buiten.

Helemaal in mijn element ben ik wanneer ik in de keuken sta. Ik heb zo’n heerlijke ruime keuken met twee enorme ovens, dat wil ik nooit meer anders.  Gelukkig was er weer een kindje jarig deze week, waardoor ik mijn kans schoon zag haar ouders een taart op te dringen. En wat heb ik genoten! Een lief meisje dat twee wordt en gek is op Hello Kitty, daar wil toch iedereen wel een taart voor maken?!  Roze, rood, glitters en een schattig katje met een klein jurkje en een groot hoofd, allemaal op een taart. En ook de binnenkant was helemaal naar mijn zin, nu ik gewend ben aan de Texaanse bloem en ovens worden mijn biscuits mooi en lekker. Voor deze week staat er nog een Hollands taartje op het programma en daarna wordt het tijd om na te gaan denken over Elian zijn verjaardagstaart.

Ohja, de titel…. wij hebben een zwaluwnest boven de voordeur! Volgens het spreekwoord brengt dat geluk, en wat mij betreft klopt dat.

Rare jongens, die Romeinen…

― Helaas een weekje overgeslagen qua blogs, dus dit is een blog over de afgelopen twee weken ―

Twee weken geleden bracht ik Martin naar het vliegveld voor zijn reis naar Nederland. De afgelopen maanden zijn voorbij gevlogen voor mijn gevoel, waardoor het heel vreemd was om hem ‘nu al weer’ terug te laten gaan. Eerlijk gezegd had ik er niet aan moeten denken om zo snel die hele reis over te moeten doen, maar het is voor Martin alleen natuurlijk anders dan wanneer we met het hele gezin vliegen.  Gelukkig hoefde ik mij zeker niet te vervelen nadat hij was gevlogen, met de auto volledig tot mijn beschikking kon ik dezelfde middag nog op pad naar een gezellige speeltuindate. Stralende zon en droge lucht zijn in combinatie met de glijbaan in de speeltuin een perfecte voedingsbodem voor statische elektriciteit. Statische elektriciteit en ik zijn dan weer geen vriendjes, dus na een paar goede klappen keek ik wel uit dat de kindertjes mij niet aanraakten voor ze ontladen waren. Elian zat te genieten in de speciale babyschommels die ze hier hebben. Gevaarlijk blijven wel de grote schommels met oudere Texaanse kinderen erop. Onze peutertjes snappen namelijk nog niet dat je daar niet ongestraft voor of achter langs kunt lopen, wat bij menig moeder angstige seconden opleverde.

De volgende dag besloot ik krentenbollen te maken. Maar eerst kwam Angelina gezellig een kop thee drinken, super dat iedereen hier voor me klaar staat zodra Martin weg is! Het deeg stond net te rijzen toen Justin, Lorena en Patricia aan kwamen fietsen om in de tuin te spelen. Het was ook eigenlijk te mooi weer om in de keuken te staan. Uiteindelijk de krentenbollen nog afgebakken, maar pas de volgende dag opgegeten. Omdat Martin weg was, zou ik deze periode boven in het logeerbed slapen. Om er zeker van te zijn dat ik de jongens hoor als ze me nodig hebben ’s-Nachts. Toen ik ’s-Avonds om een uur of negen nog even bij de mannetjes ging kijken kreeg ik de schrik van mijn leven. Joris zijn kamerdeur stond open en zijn bed was leeg. Na een speurtocht door het huis vond ik hem…je raadt het al…overdwars in het logeerbed. Die slimmerik had onthouden dat ik daar de afgelopen nacht had geslapen en zag blijkbaar zijn kans schoon om een nachtje bij mij in bed te slapen.

Zaterdag een drukke, maar leuke dag. In de ochtend naar de Killeen Mall met Patricia en familie. In de winkel waar ik een jurkje kocht kon ik me voor een spaarsysteem aanmelden, waarvoor ik mijn adres moest opgeven. Dit bleek lastiger dan gedacht, want na een paar keer de straatnaam herhalen met elke keer een moeilijk kijkende caissière kwamen we erachter dat ik het woord ‘grass’ niet op z’n Amerikaans, maar op z’n Engels uitsprak. Trots als de Texanen zijn verstaan ze het dan dus niet. In de middag ben ik met Sienie naar de Walmart gegaan. Joris kon ik bij haar man en kinderen achterlaten en Elian ging met ons mee. Zo konden we heerlijk de hele winkel op ons gemakje doorzigzaggen, en deed Elian een tukkie in het wagentje. Ik had een brood nodig uit het schap links en een meisje van een jaar of acht kwam mij dromerig tegemoet. Ik dacht dat ik nog makkelijk even voor haar langs kon, aangezien ik precies wist welk brood ik moest hebben en het bijna schoorvoetende meisje nog op een aantal meter afstand was. Het ging goed, dacht ik…totdat mijn brood al lang en breed in mijn wagen lag en ik langs het meisje liep. Haar dikke Texaanse moeder bleek namelijk niet gecharmeerd te zijn van de situatie. Het meisje kreeg vreselijk op haar kop dat ze toch echt assertiever moest lopen! En hop een duw in haar rug om haar daartoe aan te sporen. Wat voelde ik me schuldig, als ik dat geweten had van te voren had ik heus nog wel even gewacht. Ik kreeg erg zin om met het brood op moeders boze hoofd te meppen, maar ze was zoveel groter dan ik dat ik dat toch maar achterwege heb gelaten. Weer thuis bij Sienie bleek dat Joris na vijf minuten op de bank in slaap was gevallen. Het bakje chips in zijn handen is stilletjes leeggegeten door hun dochtertje, en geef haar eens ongelijk. We mochten bij ze blijven eten, superfijn om even verzorgd te worden nu Martin weg was.

Met drie moeders, zes kinderen en twee auto’s reden we maandag om half negen weg, op naar de dierentuin. Het was weer geweldig om de jongens plezier te zien hebben, vooral bij de doodskopaapjes was het groot feest. Een van de aapjes was best bereid wat kunsten te vertonen en sloofde zich enorm uit vlak voor de neus van onze kinderen, die op hun beurt ook heel wat trucjes lieten zien. Helaas viel Justin na de lunch in een dolle bui met z’n tandjes op Joris zijn hoofd, waardoor hij direct naar een tandarts moest . Joris, met drie gaatjes in zijn hoofd, wilde perse de rest van de dierentuin nog zien en de kinderen van Sienie waren ook nog niet uitgekeken. Die avond bleef Joris maar uit zijn bed komen, tot ik hem vertelde dat Justin geen pijn meer had en lekker lag te slapen. Toen wilde hij wel gaan slapen, blijkbaar had hij zich daar zo’n zorgen om gemaakt… dat lieve kleine mannetje van mij.

De dag erna waren we alle drie wel toe aan rust, dus zijn we lekker thuis gebleven en hebben we torens en glijbanen gebouwd met Joris zijn blokken. Helaas werd ik in de loop van de avond bang en onrustig, ik hoorde vanalles klapperen buiten, pas rond 01.00 kon ik slapen. Om 03.00 werd ik echter weer opgeschrikt door een enorm onweer. Een echte Texaanse Thunderstorm hing voor mijn gevoel recht boven ons huis. Gigantische flitsen en keiharde klappen volgden elkaar in hoog tempo op. Ik wist zeker dat er gaten in de straat waren geslagen en dat ik (of erger, de jongens) elk moment geëlektrocuteerd kon worden. De sirenes van de brandweer hielden maar niet op, dus het was al ergens ingeslagen. Twee uur later, nadat ik Martin had gesproken en de jongens beneden bij mij in bed had gelegd voor de veiligheid, werd het wat rustiger en heb ik nog een uurtje kunnen slapen. Toen ik ’s-ochtends naar buiten ging om te kijken hoe groot de gaten in de straat waren, bleek die nog puntgaaf te zijn. In tegenstelling tot mijzelf, want ik was Total loss.

Woensdag zou ik de jongens gaan inschrijven bij scott and white, dat is een grote zorgketen met onder andere een pediatric care clinic. Ter vervanging van het consultatiebureau en zodat Elian zijn inentingen krijgt. Omdat Sienie haar kinderen ook nog moest inschrijven en we het alle twee wel spannend vonden, gingen we samen. Ik had me weer zorgen gemaakt om niets, het was werkelijk een fluitje van een cent. Of toepasselijker gezien mijn huidige verblijf in een Engelstalig land en mijn passie voor bakken: a piece of cake. Ik werd allervriendelijkst te woord gestaan zodra ik binnenkwam en stond binnen tien minuten, een doktersafspraak rijker, weer buiten. Daarna lekkerHollandse  pannenkoeken gegeten bij Sienie thuis.

Op donderdag was martin een week weg, dus kon ik weer gaan aftellen tot zijn thuiskomst. Hedwig kwam langs voor koffie en rond vier uur ben ik naar Patricia gegaan om samen te koken en te eten.  Heel gezellig, maar een hele uitdaging om überhaupt iets op tafel te krijgen met twee jongetjes van twee en twee kindertjes van nul om je heen. Uiteindelijk toch nog een heerlijke pan Nasi met satésaus op tafel getoverd, waar ook Joris  van heeft zitten smullen.

De dag erna een speelafspraak in de speeltuin bij de Starbucks. Dit is echt een leuke speeltuin, ruim en voor alle leeftijden wel iets te doen. Schommels voor baby’s en grotere kinderen, een klein klauterrek met glijbaantjes voor dreumesen, een iets groter klimrek met glijbanen voor peuters/kleuters, een klimrots voor de grotere kindertjes, de Starbucks drivethru voor de mama’s en bankjes voor de opa’s en oma’s. Joris en Justin zijn gek op (grote) glijbanen en er was een mooie wentelglijbaan. Helaas waren er oudere Amerikaanse jongetjes van beneden naar boven aan het klimmen in de glijbaan en lieten ze de kleintjes niet glijden. Bovendien is dit geen fijn voorbeeld voor tweejarigen, die het risico er nog niet van kunnen inschatten. Joris wilde er wel graag vanaf, maar durfde door de jongens niet. Justin is wat stoerder en besloot gewoon te gaan, waarna hij door de jongens aan zijn armen werd getrokken dat hij eruit moest. Toen ik zei dat ze van hem af moesten blijven keken ze me brutaal aan, maar na drie keer zeggen leken ze wel te luisteren.  Oma en tantes zaten op een bankje te kletsen, keken ernaar en zeiden niets. Ze hadden overigens ook een kindje rondwaggelen van ongeveer een jaar, dat steeds viel en huilde, maar niemand deed iets. Toen de jongens de glijbaan bleven blokkeren vertelde Patricia ze dat de glijbaan bedoeld is om te glijden en dat de kleintjes ook de kans moesten krijgen ervan af te gaan. Begint vervolgens oma te schreeuwen vanaf haar bankje tegen die kinderen dat ze vooral niet moeten luisteren en dat ze gewoon moeten blijven klimmen en geen rekening hoeven te houden met andere kinderen. Echt ZO ASOsiaal. Kan er nu weer kwaad om worden. Twee tellen later ging Justin gewoon weer van de glijbaan af, beginnen die kinderen heel hard tegen hem te gillen onderaan en blokkeren ze zijn uitweg. Dat is toch niet normaal? En oma, oma klaagt tegen de andere tantes dat het juist een prachtig klimapparaat is zo’n glijbaan, waarna ze dikke Amerikaanse hugs krijgt. Het arme, arme mens, die lelijke Hollanders zijn wel brutaal om van haar te verwachten dat ze haar kleinkinderen fatsoensnormen bijbrengt. Op deze momenten weet ik weer waarom ik jaren geleden al zei dat ik nooit meer terug wilde naar Amerika…. Thuis maar een grote pan groentesoep gekookt om me af te reageren, heb nu voldoende soep voor de rest van het jaar.

Op zaterdag moest ik er dan toch echt aan geloven. Naar de Walmart met de jongens, maar niet voordat Djago lekker bij ons had gespeeld omdat zijn ouders naar de Ikea moesten. Brood en fruit waren op en aangezien Joris zes tot acht boterhammen per dag eet, plus een banaan, een a twee appels en een paar mandarijnen en Elian en ik ook wel eens wat lusten, kon ik er niet meer onderuit. Het ging geweldig, ze hebben samen keurig in de winkelwagen gezeten en trokken dit keer met hun goede gedrag heel wat bekijks van winkelende Texanen. Op de weg terug vielen beide heren in diepe slaap, waardoor ik alle tijd had om mijn boodschappen uit te laden en op te ruimen. Ha dik het al eens over de extreem glimmende appels gehad? In mijn schone schijn blog misschien? Je kunt jezelf hier bijna zien in de weerspiegeling van een appel. Heerlijk, zo’n chemicaliënlaag over je fruit. Vergeet ik nog bijna te vertellen dat ik ook weer een fijne Texaan tegenkwam. Een Walmart medewerker, verantwoordelijk voor het terughalen van de winkelwagentjes op de parkeerplaats zag mij stuntelen met een maxicosi aan mijn ene en een peuter aan mijn andere arm en kwam meteen met een karretje aanrennen.  Eenmaal thuis nog maar een lekker brood gebakken, voor bij mijn verse groentesoepje. En toen ik dan eindelijk aan tafel zat met een kommetje hete soep, een net gebakken boterham met Hollandse kaas en twee uitgeslapen kindertjes, bedacht ik mij: het leven is zo slecht nog niet.

De tweede dag van dit tweede alenige weekend had ik weer een rustdag. Die bestond voornamelijk uit stofzuigen, wc’s poetsen, douchen en de douche poetsen en het maken van een cheesecake. Daar kon ik gewoon niet meer mee wachten, amerikaanser kan bijna niet en ik mocht mijzelf best even trakteren. Tussendoor heb ik natuurlijk ook voor Joris en Elian gezorgd.

Eindelijk dan maandag, de dag dat manlief weer thuis kwam. Blijkbaar vond mijn lijf het ook wel mooi geweest om alles alleen te doen, want met de eindstreep in het vizier kreeg ik koude rillingen, spierpijn, hoofdpijn, keelpijn, koorts…kortom: griep. Met grote dank aan Eric die Martin ‘s avonds laat van het vliegveld heeft gehaald. Inmiddels voel ik me weer stukken beter en kan ik eindelijk mijn blog schrijven. Ik hoop dat dit lange verslag toch met plezier wordt gelezen.