Eind juli mochten we met Joris op nacontrole bij de chirurg. Zijn cyste bleek goedaardig en daarmee kwam dit hoofdstuk tot een goed einde. Toen we afscheid namen van de dokter mocht Joris een cadeautje kiezen uit een grote schatkist, hij koos een slang voor zichzelf en nog een kikker voor broer Elian. Toen ik een paar weken later een zalfje moest smeren en hij daar geen zin in had, zei ik dat hij dan misschien weer geopereerd zou moeten worden. Zijn antwoord: “ja, dat is goed, dan kies ik weer het druivensmaakje (narcosegas) en iets uit de schatkist”. Overigens kan ook Elian af en toe hilarische opmerkingen maken. Toen ik hem op een avond naar bed bracht hadden we de volgende conversatie, Ik: “Slaap lekker, ik hou van je” Elian: “Slaap lekker mama, ik hou van spiderman!”
Elke zomer is er bij de bioscoop hier in de stad een actie voor kinderen, summer movie clubhouse. Tien weken lang draaien ze kinderfilms die al eerder gedraaid hebben, waar je voor een dollar per film naartoe kunt. Of als je een kaart koopt voor alle tien de films ben je in totaal zelfs maar vijf dollar kwijt. Ik vind het een briljant idee, tijdens de lange hete zomervakantie is het heerlijk om een filmpje te kijken in de aangenaam koele bioscoopzaal. Aangezien het speciaal voor kinderen is (en supergoedkoop) stoort ook niemand zich eraan als kinderen kabaal maken, wat de hele onderneming voor deze moeder weer een stuk relaxter maakt.
Nog een leuk uitje voor kinderen ontdekte ik op een kinderfeestje van een klasgenootje van Joris. Jack Henry werd vier jaar en dat vierde hij in het planetarium. Dit is een soort omniversum waar ze verschillende educatieve filmpjes laten zien, naast de vaste sterrenkundige programma’s die hier ook op kinderen zijn gericht. Het koepelscherm geeft een prachtig effect, bij het filmpje waarin het leek alsof je in een achtbaan zat werd ik zelfs wat misselijk (dat heb ik in een echte achtbaan gek genoeg pas na een ritje of vijf).
Zoals ik al in een eerder blog aanstipte, hebben we nogal een avontuur achter de rug met Elian en de Montessorischool. Joris zit inmiddels drie jaar naar onze volle tevredenheid op deze school. Zeker als ik de verhalen hoor van andere Nederlandse moeders over de reguliere basisscholen hier in de omgeving kan ik niet anders dan ongelofelijk blij zijn met de Montessori. Bij ons geen bergen huiswerk, geen schreeuwende of zelfs slaande juffen, niet elke dag een kleurenlabel voor het gedrag van elk kind (rood is slecht, groen is geweldig en dan een aantal kleuren ertussenin), geen publiekelijke vernedering voor het ene kind terwijl een ander gekroond wordt tot uitblinker van de week. En ook geen dagelijks trouwzweren aan een vlag. Ik mag mijn kinderen wèl naar hun klas brengen en afscheid van ze nemen en gelukkig mogen ze gewoon nog even peuter/kleuter/kind zijn.
In augustus hadden we dus gepland dat Elian ook naar deze school zou gaan. Ik naaide zelf een “napmat” voor hem, die paste bij zijn piratenlunchbox. Toen hij zijn wenuurtjes maakte zat ik in de observatieruimte. Op de Montessori mogen alle ouders, op elk gewenst moment en zonder dit te melden aan directrice of juf, hun kind komen observeren. Aan het klaslokaal zit een kantoortje met een bankje voor het raam waardoor je het lokaal kunt inkijken. Je kunt ook goed horen wat er gebeurt. Vanuit het lokaal lijkt dat raam echter een spiegel, gesitueerd boven het aanrecht waar de kindjes hun handen kunnen wassen. Dit levert hilarische momenten op doordat de kinderen zich niet bewust zijn van het feit dat iemand ze recht in hun gezicht aankijkt terwijl ze zichzelf uitgebreid in de spiegel bewonderen. Zo’n schooldag is een grote aaneenschakeling van vaste patronen en rituelen. Heel mooi om te zien hoe goed duidelijkheid en regelmaat werkt voor de kindjes.
In het lokaal staat dagelijks een snack klaar op een schattig oud houten kastje, een miniatuur servieskast. Alles in het lokaal is op maat van de kinderen gemaakt. Miniatuurservies, -bestek, -fauteuils, -afwasbakken, -stoffer en blik, -fonteintjes, -kastjes, -gieters etc. De snack is voor elk kind vrij toegankelijk op elk moment van de dag, maar om te voorkomen dat een kind in een keer de hele voorraad leegeet staan er kaartjes naast de schalen met daarop pictogrammen die aangeven hoeveel het kind mag pakken. Bijvoorbeeld een plaatje van een aardbei met daarbij een 3, dan mogen ze dus drie aardbeien pakken. Bij het kommetje met cornflakes een kaartje met een lepel en een 2, zodat het kind weet dat het twee lepels cornflakes voor zichzelf mag opscheppen. Naast het snackkastje staat een tweepersoonstafeltje, keurig gedekt. Placemats, bestek, bordjes, glaasjes, servetjes en een bloemetje in het midden. Met stijgende verbazing en vol bewondering aanschouwde ik het volgende tafereel: een klein jongetje liep naar het tafeltje en pakte een van de gedekte bordjes. Op dit bordje schepte hij zichzelf exact de hoeveelheid op die op het kaartje werd aangegeven, waarna hij zijn bordje met twee handjes voorzichtig terugplaatste op het tafeltje. Hij ging zitten op het stoeltje en at zijn snack op, terwijl om hem heen de andere kinderen bezig waren met elk hun eigen werkje. Toen hij zijn bordje leeg had gegeten stond hij op,pakte zijn bordje, bestek en vuile servet en liep ermee naar het aanrechtje. Daar gooide hij het servetje in de prullenbak om vervolgens in een klaarstaande bak met sop geroutineerd zijn bord en bestek af te wassen! Vervolgens liep hij naar het snackkastje terug, maakte de kleine deurtjes open en haalde er een schoon bordje, bestek en een nieuw servet uit. Nadat hij zijn placemat met stoffer en blik van kruimels had ontdaan plaatste hij de schone spullen op de placemat, gebruiksklaar voor een volgend kind. In eerste instantie dacht ik nog dat ik toevallig naar een bijzonder goedopgevoed kind had zitten kijken, maar het werd me al snel duidelijk dat alle kinderen dit ritueel feilloos uitvoerden. BEHALVE ELIAN. Elian zag een schaal met aardbeien op het kastje en Elian had toevallig best zin in aardbeien. Dus schoof hij een van de twee stoeltjes pontificaal voor het kastje en begon hij de schaal leeg te eten. Met de lepel die hij vond in de bak met cornflakes.
Een maand later mocht Elian dan echt beginnen. Vijf hele dagen per week. Teveel naar mijn zin, maar de enige optie op deze school. Op de eerste dag nam hij met frisse tegenzin afscheid van mij,om het in het lokaal op een brullen te zetten zodra hij zag dat ik ook echt bij de deur wegliep. De juf zou me bellen als er iets was, dus liep ik de hele dag zenuwachtig te doen met mijn telefoon in de hand. Toen de directrice mij belde om een uur of tien stond ik al bijna naast mijn auto met een torenhoge bloeddruk, maar ze belde alleen even om iets te vragen over de financiën. Ik werd verder niet gebeld, maar toen ik ‘s-middags op school kwam bleek wel dat Elian het moeilijk had gehad. Hij had een ongelukje gehad op het toilet, want onze preutse Texaanse medemens wil niet dat de juf teveel bloot ziet van een peuter en dus hadden ze hem niet geholpen bij het uittrekken van zijn broek, met als gevolg dat het allemaal te lang had geduurd om droog te kunnen blijven. Beetje jammer. Ik ging dus naar huis met een vermoeide peuter, een zak natte kleding en het verzoek hem in het vervolg alleen broeken met elastiek aan te trekken. Dat Elian niet zo’n zin meer had in school bleek op de volgende dagen. Elke dag verzon hij een nieuw protest: Gooien met materialen, in zijn broek poepen, de juf slaan, schreeuwen, andere kindjes duwen en uiteindelijk begon hij zelfs iedereen die in zijn buurt kwam te bijten. Ik werd nooit gebeld, maar kreeg steeds aan het einde van de dag een officieel geel calamiteitenbriefje in handen gedrukt, waarop ik braaf mijn handtekening zette naast die van zowel de juf als de directrice. Op dag 7 werd mij verteld dat hij nog drie dagen de tijd had om zijn gedrag te verbeteren, anders moest hij van school. Blijkbaar hadden andere ouders, door de directrice aangeduid als mensen die altijd overal over zaten te klagen, gedreigd hun kind van school te halen als Elian in de klas zou blijven. Het leek mij een onmogelijke opgave en inmiddels was ikzelf tot een grote kluit stress met maagpijn verworden. Toen Elian op dag 8 weer een ander kind pijn had gedaan besloot ik dat het genoeg was geweest, een besluit dat enthousiast door juf en directie werd ontvangen. Hij was welkom om weer te beginnen zodra hij wat volwassener zou zijn, aan mij de twijfelachtige eer om het geschikte moment te bepalen.
Ik kreeg tijdens Elians schoolfiasco dus last van vreemde pijnaanvallen in mijn maag. Helaas gingen deze niet over toen hij weer thuis was en werd het zo erg dat ik nadat ik iets had gegeten alleen nog maar dubbelgevouwen op de grond kon liggen voor een uur of twee. Uiteindelijk stuurde Martin me naar de dokter en ging ik de malle molen in van doktersbezoeken, bloedprikken, kweken en echo’s. Tussendoor deed ik ook nog braaf een speciaal vrouwenonderzoek, want de dokter was er absoluut niet van gecharmeerd dat ik niet jaarlijks mijn hele vrouwelijke systeem had laten controleren. Dit was overigens lang zo erg niet als ik vooraf had bedacht, het was vooral vermakelijk dat de (vrouwelijke) arts en verpleegkundige zo enorm krampachtig hun best deden geen glimp op te vangen van mijn verplichte omkleedsessie (eigen kleding uit, enkellange ziekenhuisjurk aan), om vervolgens allerlei onderzoeken uit te gaan voeren waarbij er juist persoonlijke onderdelen zonder jurk kwamen te zitten. Maargoed, terug naar mijn maag. Ik kon alleen nog vloeibaar eten verdragen, maar geen enkel onderzoek toonde iets afwijkends aan. De huisarts stuurde me naar de gastroloog, een vrouw van mijn leeftijd die in eerste instantie nogal nors op mij overkwam en mij vooral een lastige buitenlander leek te vinden. Ze opperde dat het wel aan stress zou liggen en vond dat ik maar een beetje rustig aan moest doen. Toen ze vervolgens ontdekte dat ik een baby had van dezelfde leeftijd als haar jongste zoon en dat ik ook borstvoeding gaf draaide ze bij, bleek ze een ontzettend aardig mens en stuurde ze me voor een gastroscopie naar haar collega. Niet lang daarna gingen Mart en ik dus op weg naar het dagcentrum voor buikonderzoeken, terwijl Harmen op Elian en een boze baby Auron mocht passen (Autje was helemaal niet van plan uit een fles te drinken of anderszins eten van deze donkerharige man aan te nemen). Ik was behoorlijk zenuwachtig en had niet echt een goed beeld van wat me te wachten stond, ik wist alleen hoe de gang van zaken in Nederland was waar men patiënten bij vol bewustzijn zo’n scoop door de strot duwt (ja daar heb ik wel eens naastgestaan als pleeg en nee dat was geen fijn gezicht). We werden naar een kamertje gebracht waar ik me wederom in een enkellange jurk moest hijsen. Naast mij nog zeker vier andere kamertjes, het was duidelijk lopende band werk. Ik kreeg een infuus en de zuster vertelde me dat ik niets van het onderzoek zou merken omdat ze me een slaapmiddel zouden geven en dat ik me waarschijnlijk ook weinig (correct) zou kunnen herinneren van de periode voor en na het onderzoek. Toen ging ik zonder Martin door naar de behandelruimte. Met bed en al, een bijzondere ervaring om weer eens IN het bed te liggen in plaats van er naast te lopen. In de behandelruimte was de arts; volgens mij een vriendelijke man die verdacht veel weghad van een oempaloempa, maar Martin houdt vol dat hij een normaal postuur had. Ik weet nog dat ik op mijn zij moest gaan liggen en dat hij vroeg naar de situatie met Elian. De eerstvolgende herinnering is pas van een moment dat ik al lang en breed thuis was, maar gelukkig heeft Martin me het een en ander kunnen vertellen. Zo heb ik bijvoorbeeld direct na het wakker worden in het ziekenhuis geroepen dat Elian achter het gordijn stond en nergens aan mocht zitten, heb ik Martin tot twee keer toe opgedragen “de taart uit de oven te halen” en stond ik er blijkbaar op dat ik: A) mijn BH aan zou hebben voordat ik ook maar ergens heenging en B) mijn prachtige ziekenhuissokken mee naar huis zou krijgen. Deze vormeloze-beige-onesizefitsall-antislipdingen lagen inderdaad de volgende dag thuis naast mijn bed, dus ik vrees dat Martin de waarheid spreekt. Wat ik wel mooi vind om te horen is dat ik blijkbaar, zwaar onder invloed, nog steeds moeiteloos kon schakelen van Nederlands praten tegen Martin naar Engels spreken tegen ziekenhuispersoneel. Dus inhoudelijk was het allemaal waanzin, maar tenminste wel in een voor iedereen begrijpelijke/verstaanbare vorm. Terugkijkend vind ik dat elke moeder eens per jaar zo’n roesje zou moeten krijgen, want ik heb de hele verdere dag in een volstrekt zorgeloos universum doorgebracht en vooral heerlijk geslapen. Ik kon pas na een dag of vijf weer fatsoenlijk autorijden, dat was wel een nadeel. Overigens zei de arts dat hij geen afwijkende zaken had gevonden in mijn maag, wat ik op een vreemde manier best vervelend vond, want het idee dat zoveel pijn alleen maar tussen mijn oren zat was niet echt een geruststelling. Een paar weken later had ik een eindgesprek met de vrouwelijke gastroloog dat wederom voornamelijk over borstvoeding ging, maar bedoeld was om mij te vertellen dat er toch een afwijking was gevonden in het biopt dat tijdens de scopie was afgenomen. Ik blijk te kampen met chronische gastritis. Gelukkig is mijn maag sinds het onderzoek weer tot rust gekomen, dankzij een paar weken vloeibaar eten, en kan ik met een paar leefregels weer behoorlijk normaal uit de voeten.