24 Januari 2017. Als ik om 0700 de jongens naar school breng komt langzaam de zon op. Het is nog fris, ergens tussen de 2 en de 8 graden. De lucht kleurt blauw met roze –precies zoals ons konijnentoetje volgens Joris, hij heeft gelijk- en aan de horizon komt een oogverblindende oranje gloed ons tegemoet. Wanneer ik om 1530 Elian weer ophaal is het 28 graden, warm genoeg voor Auron om in slaap te sukkelen voordat we bij school zijn. Ik kan me bijna niet voorstellen dat ik dit straks moet gaan missen. De vele dagen zon. De warmte en de uitgestrektheid. De rust. Het is zo normaal geworden dat ik zelfs op een enkele dag met vrieskou zonder jas de deur uitga. Om 1700 haal ik ook Joris van de bus: hij heeft zwarte nagels, rode wangen en natte haren van het buitenspelen. Het was weer een mooie Texaanse dag.
Toch bekijk ik het positief dat ik dit allemaal straks ga missen. Je hoort of leest wel eens: “het blijkt dat mensen aan het eind van hun leven vooral spijt hebben van wat ze NIET hebben gedaan. Dus DOE vooral alles wat je wilt doen”. Ik vind dat zo’n onzin. Het kan niet. Het is namelijk zo, dat wat je ook doet…er is altijd iets anders dat je daardoor laat liggen. Doordat wij naar Texas gingen miste ik mensen en dingen uit Nederland. Doordat we straks terug in Nederland zijn mis ik mensen en dingen uit Texas. Het een kan niet zonder het ander en ik ben blij met wat ik nu beleef en dankbaar voor wat ik straks aan herinneringen heb.
Ik heb al lang niets meer geschreven over ons Texaanse avontuur. Er gebeurt genoeg dat de moeite waard is, maar mijn computer is regelmatig bezet (ook jongetjes van twee kunnen heel best zelf zo’n ding bedienen) en wanneer ik hem ‘s-avonds voor mij alleen heb is me de puf vergaan.
In september was het weer eens tijd voor een reisje door een paar van de verenigde staten. Naar het Westen welteverstaan. Onze eerste stop was El Paso (TX), waar we na 10 uur rijden (ja en toch echt nog steeds Texas) vooral erg moesten zoeken naar ons hotel. Gelukkig heb je daar tegenwoordig een navigatiesysteem voor zou je denken, maar onze boordcomputer hield er wel vreemde routes op na…we belandden op een enorme –ENORME- militaire begraafplaats. Toch vonden we niet veel later ons hotel, aan de voet van de Franklin Mountains. In de hotelkamer hing een enorme airco, die niet te bedienen was en ongevraagd een gigantische hoeveelheid koude lucht richting onze bedden blies. Behoorlijk irritant, maar ach, van slapen in een hotelkamer met drie kleine uitgelaten jongetjes komt toch al niet veel terecht. Voor het ontbijt moesten we ‘s-ochtends met de auto naar een ander gebouw, dat had ik ook niet eerder meegemaakt en het was best even een klus om Joris ervan te overtuigen dat we ECHT eerst in de auto moesten en daarna heus te eten zouden krijgen. Vanuit El Paso bezochten we White Sands (New Mexico). Een fantastisch nationaal monument dat bestaat uit witte duinen van gipskristallen. Met zijn ruim 710 vierkante kilometer is dit het grootste gipsduinenveld ter wereld. Auron wilde er graag een sneeuwpop bouwen, maar toen dat niet bleek te lukken was van de duinen glijden een prima alternatief.
Door naar Phoenix, Arizona op een uurtje of 6 rijden van El Paso. Bij het hotel is een zwembad dat vol zit met ijskoud water, maar dat deert onze jongens niet. Er zal gezwommen worden! Helaas voor ons kunnen ze nog niet zelfstandig zwemmen en dus moeten ook wij eraan geloven. Brrrr. Ook hier houden ze er een bijzonder ontbijt op na. Want hoewel we er nu weer gewoon heen kunnen lopen lijkt het erop dat het management een ontmoedigingsbeleid voert voor het nuttigen van het ontbijt dat bij de prijs zit inbegrepen. Zo zijn er geen vorken, grotendeels gifgroene bananen en met de plastic mesjes wordt het schillen en snijden van een appel een hele onderneming. Geeft niets, want de bak met fruit loops is goed gevuld en een van de favoriete vakantiebezigheden van de heren Schreuder is het ontbijten met Fruit Loops. Kleine waarschuwing: geef je kinderen thuis op normale dagen NOOIT Fruit Loops. Nooit, tenzij je een keer het effect op jouw kroost wil testen. Die dingen zitten zo vol met kleurstoffen, suiker en andere troep dat je een instant reactie zult zien in degene die ze eet. Stuiterend de ochtend door na een paar happen, gegarandeerd! Overigens werd ons bij aankomst in de eetzaal uiteraard een warm ontbijt aangeboden, tegen betaling, waarbij wel vorken werden geleverd. Maar voor deze Hollanders smaakt een gratis koud ontbijtje nog altijd het best, ook zonder vork.
In Phoenix zagen we de beroemde saguaro cactus die slechts op een paar plaatsen ter wereld groeit. Indrukwekkend! We wandelden bij Hole in the Rock en bezochten het politiemuseum waar een van de agenten getrouwd bleek te zijn met een Nederlandse vrouw. Per toeval kwamen we ook nog een vliegtuigkerkhof/vliegtuigonderhoudsbedrijf tegen waar we gelukkig niet zijn uitgestapt, want na een rondje langs het terrein –martin moest natuurlijk wel even goed kijken- zagen we een man met een grote stok een nog veel grotere slang vangen.
Omdat we allemaal gek zijn op bananenmilkshakes en die dingen hier verrekte moeilijk te vinden zijn, zochten we op internet naar de dichtstbijzijnde steak&shake. Die bleek op slechts een kwartiertje van ons hotel te zitten, dus na een lange dag stapten we weer in de auto op weg naar ons favoriete restaurant. Hoe dichterbij we kwamen, hoe meer jeugd we op straat zagen en langzaam begon het te dagen dat we in het college district van phoenix terecht zouden komen. Leuk, maar wat worden wij oud! Wat een bedrijvigheid op zo’n campus. De schemer viel dus de studenten maakten zich op voor een avond borrelen en stappen, wij vielen met drie kleine kinderen nogal uit de toon. Aangekomen bij steak&shake bleek het betreffende filiaal slechts een beperkte kaart te hebben, volledig gericht op studenten en dus zonder bananenmilkshakes. Boehoe. Plotseling zagen we allerlei mensen die de terrasmeubels bedekten onder stukken plastic , er kwam een grote duststorm aan. Blijkbaar heel normaal in phoenix, maar nieuw voor ons. Alles zat al snel onder het stof/zand. De situatie was te vergelijken met dichte mist, maar dan wel een die knarst tussen je tanden.
Op naar California. Eerste stad: Los Angeles. Een tripje van ongeveer 6 uur, alhoewel je daar nog wel twee uur bij kunt tellen voor stoppen: tanken, plassen en andere onverwachtse vertragingen. Eten doen we gewoon in de auto. Onze oude Nederlandse koelbox werkt nog prima en aangezien de Wal-Mart overal te vinden is slaan we steeds een voorraad eten en drinken in voor onderweg. Sommige mensen vragen zich af of het niet zonde is van je vakantie om zoveel in de auto te zitten, maar ik zou niet anders willen. Juist de reis die je maakt is zo prachtig en indrukwekkend. Heerlijk met je eigen gezin bij elkaar. Je kunt hier uren rijden zonder beschaving tegen te komen en het landschap verandert zienderogen terwijl je rijdt. De grootsheid, de ruimte, de natuur: als je het niet gezien hebt is het bijna niet voor te stellen. Ik blijf me verbazen over de leefomstandigheden die we onderweg tegenkomen. Veel stof, troep, kapotte huizen, auto’s. Men woont hier echt! En er is zo ontzettend veel NIKS onderweg. Maar we genieten ook van de plotseling opduikende museumpjes/vvv-kantoortjes onderweg met gastvrije Amerikanen die altijd enthousiast op onze drie boeven reageren.
Een eerste onverwachte horde moesten we nemen bij de staatsovergang. Daar bleek namelijk een heuse voedselcontrole te zijn. Aangezien ik altijd veel te braaf ben liet ik de juffrouw aan de poort meteen onze voorraad bananen en de laatste half opgegeten appel zien, nerveus wachtend op haar oordeel. Gelukkig bleken bananen altijd californie in te mogen en kwam onze appel volgens deze mevrouw uit Texas, blijkbaar een veilige appelstaat, dus mochten we vrij vlot doorrijden.
Een tweede obstakel was een oude bekende: file! Nu is de file een verschijnsel dat we in Texas vrijwel niet tegenkomen, maar mocht dat toch eens gebeuren dan staat iedereen relaxed een beetje te wachten tot hij voorbij is. Je drinkt wat, kijkt wat uit t raam, zet je airco een tandje harder en zwaait eens naar een medeweggebruiker…niet in LA: Wat een gekte. DRUK!! Getoeter, gescheur over banen die daar niet voor bedoeld zijn, auto’s die in en uit gaten schieten die daar net niet te klein voor zijn. De LA rijstijl is allesbehalve Texaans, dus dat was even wennen.
Het derde (en laatste) oponthoud ontstond bij de ingang van het terrein waar ons hotel was. De pas die ons toegang had moeten verschaffen werd geweigerd, en dus mochten we het terrein niet op. Al snel stonden er vier politiewagens om ons heen en werd er druk gebeld met heren op kantoortjes. Lang leve ons entertainmentsysteem in de auto, want met een filmpje erbij hielden de jongens het nog best even uit. Uiteindelijk bleek alles toch gewoon te kloppen en werden we door een zeer vriendelijke agent met zwaaiende lichten naar ons hotel geëscorteerd. We kregen een eigen huisje van 100 jaar oud dat zeker niet teleurstelde, waar we drie heerlijke dagen konden verblijven.
Los Angeles is echt een wereldstad. Ik dacht vooral steeds: Wat een gekkigheid. Echt waar. Druk, zwervers op elke straathoek met zelfs hele tentenkampen onder de viaducten van de snelweg, prachtige mensen (vooral op het strand, net als op tv), sirenes. We zagen Hollywood, Beverly Hills –wat een huizen!- , de sterren op de Hollywood walk of fame. We waren educatief bezig in het science museum en bezochten Venice Beach waar een strandwacht ons Sand Dollars liet zien (een soort schelp). Wanneer je zelf een onbeschadigde Sand Dollar zou vinden, zou dat geluk brengen en dus speurden wij -met succes- het strand af. Het beloofde geluk liet echter op zich wachten, Auron stapte al snel in een bij die daarop zijn angel in het kleine voetje van onze lieve peuter achterliet.
-wordt vervolgd-